Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Kennis en maatschappij €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Kennis en maatschappij

 64 vues  2 fois vendu

Samenvatting Kennis en maatschappij

Aperçu 3 sur 30  pages

  • 27 décembre 2022
  • 30
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
lucievandamme
Kennis en maatschappij: Les 1
Het verleden of de geschiedenis kennen is belangrijk om niet opnieuw dezelfde fouten te maken en
om eruit te leren. Het verleden herhaalt zich nooit, er zijn geen wetmatigheden maar wel telkens
patronen. Het wordt binnen ideologische kaders gebruikt en misbruikt.

De huidige maatschappij is een kennissamenleving/ kenniseconomie: Kennis is tegenwoordig de
enige zinvolle hulpbron. De traditionele productiefactoren - land (d.w.z. natuurlijke hulpbronnen),
arbeid en kapitaal - zijn niet verdwenen, maar zijn secundair geworden. Kennis wordt toegepast op
kennis. Het wordt toegepast op systematische innovatie.
Kennis is de drijvende kracht van economie en innovatie.  belang van onderwijs, wetenschappelijk
onderzoek etc.

De samenleving is geëvolueerd van een agrarische maatschappij waarbij de meerderheid van de
bevolking leeft van het verbouwen van gewassen en het houden van vee  naar een industriële
samenleving aan de hand van de industriële revolutie (begin 19 e eeuw, overgang van handmatig naar
machinaal vervaardigde goederen die gepaard ging met grootschalige organisatorische en sociale
veranderingen.)  om uiteindelijk verder te evolueren naar een kennismaatschappij.
 Wordt bepaald door de manier waarop uw 3 productiefactoren: arbeid, kapitaal en natuur
evolueren en welke de belangrijkste is. Vanaf 20 e eeuw is daar een nieuwe en ook
belangrijkste productiefactor bijgekomen namelijk KENNIS. Onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek zijn extreem belangrijk geworden omdat dit manieren zijn waarop men kennis kan
verwerven en doorgeven

Data = ruwe data bijvoorbeeld cijfers of bepaalde antwoorden op een enquête, dat betekend op zich
nog niets omdat deze nog niet geïnterpreteerd is.
Informatie = als we die data structureren en interpreteren dan wordt deze informatie
Wetenschappelijke kennis = als u als uw informatie naast elkaar legt en patronen vindt en deze
interpreteert dan wordt het wetenschappelijke kennis.  die info is dan georganiseerd en gekoppeld
aan andere kennis die men al had

Formule kennis van Weggeman = K = I* E V A  kennis is het resultaat van informatie die ik krijg* de
ervaringen, vaardigheden en attituden die ik heb.

Verschil tussen wetenschappelijke kennis en onderzoek: Wetenschappelijke kennis is kennis die het
resultaat is van wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek is een wetenschappelijke
methode die tot wetenschappelijke kennis leidt

UNESCO = het is een internationale organisatie die deel uitmaakt van de VN opgericht in 1945.
‘United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation’. Het is een organisatie die
wereldwijd onderwijs en wetenschap stimuleert er ervoor zorgt dat er aan onderwijs en wetenschap
kan worden gedaan dus daar ook middelen voor vrijstelt.
SDG’s zijn de grand challenges in de wereld. Om deze op te lossen is er kennis nodig, kennisproductie
is de motor voor innovatie en vooruitgang. Men moet dus via wetenschap op zoek gaan naar een
manier om de SDG’s in de wereld op te lossen. Daarom is het zo belangrijk om hierop in te zetten.

Belangrijke rol van de overheden hierin, maar ook van de Europese Unie bijvoorbeeld. Elk land dat
deel uitmaakt van de EU moet 3% BBP (bruto binnenlands product, totale inkomen van alles wat in




1

,een regio of land wordt verdiend in een jaar) aan wetenschappelijk onderzoek besteden 
streefdoel is om dit te halen (het Vlaams gewest heeft het vorig jaar behaald)
Van die 3%, komt er 2% vanuit de private sector (de bedrijven) en 1% van de publiek sector
(overheid). Bij dat bedrag komt nog eens een bepaald bedrag bij vanuit de EU  FP’s
(kaderprogramma’s) zijn financieringsprogramma’s die door de Europese Unie zijn opgezet om
onderzoek in de Europese onderzoeksruimte te ondersteunen en te bevorderen.

Begroting = reflecteren of het aantal middelen dat de overheid gaat uitgeven en hoeveel middelen er
zullen binnenkomen. Op het einde van het jaar maakt men dan en afrekening. Er wordt bijvoorbeeld
enorm veel ingezet in onderwijs. Grootste bevoegdheid

België heeft 5 deelregeringen en 1 federale regering. 1 regering per gewest en per gemeenschap met
de uitzondering dat het Vlaams gewest en de Vlaamse gemeenschap samen 1 regering hebben. Die
deelregeringen hebben bevoegdheden zoals onderwijs, mobiliteit, gezondheid, economie,
wetenschap en innovatie etc.  staatshervorming: waarbij er meer en meer bevoegdheden naar de
regionale regering gaat en de federale regering er steeds minder heeft. Bepaalde bevoegdheden
gaan dan naar gemeenschappen en ander naar gewesten. Onderwijs is bijvoorbeeld een
bevoegdheid van de gemeenschappen waardoor de Vlaamse regering zich bezighoudt met het
onderwijs in de Vlaamse gemeentes van Brussel en de Franstalige regering met de Waalse
gemeentes.

De actoren voor wetenschappelijke kennis in de kennismaatschappij
1.




3 soorten actoren van belang
- kennisinstellingen: universiteiten, onderzoekscentra,…
- Overheid zorgt voor het beleid, ze zijn verantwoordelijk voor die 3% norm bv.
- Bedrijven: ze spelen een grote rol in de productie van wetenschappelijke kennis
-> Bijvoorbeeld bij de zoektocht naar de coronavaccin: de overheid stimuleert het onderzoek naar
een vaccin en laat zelfs enkele regels en normen vallen zodat deze zoektocht sneller zou kunnen
verlopen. En dan is er de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen waarbij
onderzoeksgroepen samenwerken met bedrijven en zodra er iets is ontwikkelt kunnen de bedrijven
dit in grote hoeveelheden produceren. Je kan nieuwe kennis nooit op de markt krijgen zonder
bedrijven.

2. Burgers spelen hier ook een belangrijke rol in productie van
kennis: we zien dat burgers steeds meer geconsulteerd
worden in het maken van nieuwe producten en bepalen of ze
open staan voor die nieuw producten etc. of die producten
gaan aanslaan




2

, Kennisinstellingen zijn cruciaal! = dat soort organisaties die tertiair onderwijs organiseren en
waar men aan onderzoek doet zoals universiteiten
 Hoger onderwijs trekt steeds meer studenten aan, steeds meer onderzoekers etc.
 Die instellingen fungeren op basis van geld van de overheid (inschrijvingsgeld is niets daar
geraakt men nergens mee)

Het aantal aan boeken, wetenschappelijke artikels, manuscripten etc. groeit exponentieel sinds de
uitvinding van de boekdrukkunst. Er worden meer dan 3 miljoen wetenschappelijke artikels per jaar
gepubliceerd. De hoeveelheid kennis is dus enorm, dat maakt het ook moeilijk om aan de juiste en
goede kennis te geraken op internet. Wetenschappelijke kennis wordt ook steeds belangrijker voor
het professioneel functioneren.

1. Historische evoluties
Voor de 16e eeuw praat men vooral over de ontwikkelingen in de regio rond de Middellandse zee,
Europa, Midden-Oosten en Noord-Afrika. Vanaf de 16 e eeuw wordt de blik eerder globaal door de
opkomst van de ontdekkingsreizigers waardoor de blik wordt opengetrokken.  globalisering

Ontstaan aarde ongeveer 2 miljoen jaar geleden. Ontstaan homo sapiens (moderne mens) ongeveer
200 000 jaar geleden

Agrarische revolutie ongeveer 10 000 – 8 000 v. Chr. = geleidelijk aan ontstaan landouw en dit
verspreid zich over een paar duizend jaren heen. Dit ontstond op 4à5 plekken op dat moment en
verspreid zich daarna verder over heel de regio rond de Middellandse zee.
 er vormen zich daardoor ook gemeenschappen aangezien dat mensen op dezelfde plaats
begonnen te leven. Vanaf dat ze overschotten creëren in voedsel en andere dingen kunnen de
verschillende gemeenschappen beginnen groeien.
 Voedseloverschotten gaan zorgen voor hiërarchieën en specialiteiten binnen de
gemeenschap: iemand die goed is in landbouw zal zich daar verder in specialiseren
zo krijg je ontwikkelingen van groepen waarbij er ook mensen meer macht gaan
opeisen dan andere  vorming van standen: sociale hiërarchieën afhankelijk van
wat je doet binnen de gemeenschap en wie meer aanzien krijgt dan de andere
 Er ontstaan complexe gemeenschappen 3 à 4 duizend v. Chr. = vestigen zich op
centrale plekken, er ontstaan belangrijke steden (hoofdsteden) die als centrale punt
dienen voor de politiek, economie etc. bv. de Egyptische samenleving (ontwikkelt
zich in Midden-Oosten, je krijgt architectuur en tal van andere meer complexe
specialiteiten  sociale stratificatie

Elke schatting van het totale aantal mensen dat ooit heeft geleefd, hangt in wezen af van drie
factoren: de duur van de periode waarin mensen op aarde zouden zijn geweest, de gemiddelde
omvang van de bevolking in verschillende perioden, en het aantal geboorten per 1000 inwoners
gedurende elk van die perioden. De schatting hangt echter niet af van het aantal sterfgevallen in een
bepaalde periode.

Bepalen wanneer de mensheid is ontstaan is niet eenvoudig. De oudste homoniemen zouden al rond
7 miljoen v. Chr. zijn verschenen. De vroegste soorten van het geslacht Homo verschenen rond 2
miljoen tot 1,5 miljoen v. Chr. Het huidige bewijsmateriaal wijst erop dat de moderne Homo sapiens
rond 190.000 v. Chr. is verschenen. De moderne Homo sapiens ontstond in Afrika, maar over de
precieze locatie wordt al lang getwist. Er wordt aangenomen dat verschillende groepen op




3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lucievandamme. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter