Examen
Examenvragen van Recht van Europese Unie
- Établissement
- Universiteit Antwerpen (UA)
Examenvragen die doorheen de jaren zijn gesteld geweest
[Montrer plus]
2 revues
Par: maximdillen1 • 5 mois de cela
Par: aissetoure • 1 année de cela
Aperçu du contenu
InhoudExamenvragen REU...................................................................................................................................................6
1. Wordt de commissie democratisch gecontroleerd? (Hoofdstuk 5)..................................................................6
2. Arrest Knoors 42 (Hoofdstuk 9).........................................................................................................................7
3. Verschil richtlijn en verordening (Hoofdstuk 5)................................................................................................7
Hebben die allebei rechtstreekse werking? Indien niet, in welke situaties?....................................................8
4. Arrest Pistre (131) (Hoofdstuk 9)......................................................................................................................8
5. Interinstitutionele akkoorden (voorbeeld? altijd bindend?) (Hoofdstuk 6).....................................................9
Arrest 74 Bond van adverteerders (Hoofstuk 9).............................................................................................10
is dit een maatregel met of zonder onderscheid............................................................................................11
art.52 valt onder recht van vestiging, waarom zeg je dat het vrij verkeer van diensten is?..........................11
(zie art.62).......................................................................................................................................................11
zijn er andere beperkingen mogelijk voor maatregelen met onderscheid?...................................................11
6. Arrest Reyners (20) (Hoofdstuk 9)...................................................................................................................11
Constructieve onthouding...............................................................................................................................12
verschil vrije vestiging en vrij verkeer van werknemers.................................................................................12
meerderheid uitleggen met aantallen (+ belang van die aantallen)..............................................................12
7. Stelling: “ de commissie is de motor van de Europese integratie” Ben je het eens met deze stelling?
Waarom wel? Waarom niet? (Hoofdstuk 4).......................................................................................................12
8. Arrest Commissie/ Ierland (Hoofdstuk 9).......................................................................................................12
9. Verschil beroep tot nietigheid bij bevoorrechte en niet- bevoorrechte groepen (Hoofdstuk 7)...................13
10. Belang arrest 71: Kolpinghuis Nijmegen (Hoofdstuk 6) en arrest 45 Ratti. (Hoofdstuk 6)...........................15
11. De Belgische grondwet heeft voorrang op het VWEU maar niet op het VEU. Welke stelling is hier fout en
waarom? (Hoofdstuk 3).......................................................................................................................................16
12. Arrest Faccini Dori. (112) (Richtlijn en rechtstreekse werking) (Hoofdstuk 6).............................................16
14. De wetgevende rol van het Europees parlement+ Arrest 44 (Cassis de dijon) (Hoofdstuk 9).....................17
15. Arrest Marshall (65) (Hoofdstuk 6)...............................................................................................................18
16. Kan een derdelandsburger zich beroepen op het verbod op nationaliteitsdiscriminatie?..........................19
17. vrij verkeer van diensten, maatregelen met/ zonder onderscheiD).............................................................19
18. Arrest Plaumann (Hoofdstuk 7).....................................................................................................................19
19. Arrest 115: Europees parlement versus Raad ‘tariefpreferenties’+ bijvragen over deloyale samenwerking.
(Hoofdstuk 3).......................................................................................................................................................20
Bijvragen: kan de commissie op grond van loyale samenwerking naar hof van justitie stappen om
handeling van parlement nietig te doen verklaren?.......................................................................................21
20. Verschil tussen primaire en secundaire vrijheid van vestiging.....................................................................21
21. Leg de maatregelen van gelijke werking in de zin van art.35 uit. (Hoofdstuk 9)..........................................21
22. leg arrest ICC (48) uit. (hoofstuk 7)...............................................................................................................22
1
,23. Wat is het belang van het arrest Gebhard en 283( arrest Gebhard) voor het Europese recht?..................22
24. Arrest 121: Vlaams-gewest/Commissie (Hoofdstuk 7).................................................................................22
25. Belang en betekenis van art.6, lid 3VEU (Hoofdstuk 3)................................................................................23
26. Leg uit: primair en secundair unierecht (Hoofdstuk 2).................................................................................24
27. Leg ombudsman uit (Hoofdstuk 4)................................................................................................................25
Wat is de duur van 1 ambt van de ombudsman............................................................................................25
Stel dat ombudsman verslag uitbrengt en Europees parlement vindt dat er een ernstig probleem is, kan
die de ombudsman om nader onderzoek bevelen?.......................................................................................25
kan ombudsman naar Hof van Justitie?..........................................................................................................25
28. Leg arrest 208: Viking uit (Hoofdstuk 9)........................................................................................................25
Leg in één zin uit wat je nu bijleert uit dit arrest............................................................................................27
Dit arrest was controversieel: waarom?.........................................................................................................27
29. Is de Europese commissie onderworpen aan democratische controle?......................................................27
30. Is internationaal recht een bron van unierecht?+ Wat is het belang van arrest Guimont (158) (Hoofdstuk
9)..........................................................................................................................................................................27
31. Belang artikelen 114-115 VWEU (Hoofdstuk 8)............................................................................................28
32. arrest 24? (niet gevonden)............................................................................................................................28
KAN COMMISSIE OP GROND VAN LOYALE SAMENWERKING NAAR HVJ STAPPEN OM HANDELING VAN
PARLEMENT NIETIG TE DOEN VERKLAREN?....................................................................................................28
VERSCHIL TUSSEN PRIMAIRE EN SECUNDAIRE VRIJHEID VAN VESTIGING.....................................................28
33. Regelt de EU ook interne situaties bij vrij verkeer van personen?+ Arrest 12 en 183.................................28
34. Arrest Defrenne VS Sabena en arrest Defrenne...........................................................................................28
35. Kan HvJ financiele maatregelen opleggen aan LS die EU recht schenden?..................................................29
Bijvraag: Hoe zal hvJ de waarde van de som bepalen?...................................................................................29
36. Arrest 86: Marleasing (Hoofdstuk 6).............................................................................................................29
WANNEER IS EEN NATIONALE RECHTER VERPLICHT EEN PREJUDICIELE VRAAG TE STELLEN AAN HET HVJ? 30
37. Leg uit: acte clair en éclairé (Hoofdstuk 7) + Arrest carpenter (315)............................................................30
38. Heeft de raad een wetgevende bevoegdheid? (hoofdstuk 5)......................................................................30
39. Leg belang van rechtsgrondslag uit+ Leg belang van arrest schnitzer uit.(181) (Hoofdstuk 9)....................31
40. arresten 304 (vond ik niet) en 313 uitleggen (Hoofdstuk 9) en of de Raad al dan niet wetgevende
bevoegdheden heeft. (Hoofdstuk 4)...................................................................................................................31
42. Kan een lidstaat een advies vragen aan het hof van justitie en onder welke voorwaarden........................33
Bijvraag: Waarom is het zo belangrijk dat ze dat advies stellen (stuk uniegetrouw).....................................33
43. Arrest 106: Hunermund. (Hoofdstuk 9)........................................................................................................33
44. Art. 18 VWEU leg uit en wat is belang ervan. (Hoofdstuk 9)........................................................................33
45. Arrest Commissie/ Belgie leg uit en belang. (Hoofdstuk 9)..........................................................................34
46. Leg uit: U-bochten: (H9 risico’s en gevolgen van interne markt).................................................................34
2
,47. Vergelijk de EU met vrijhandelszone (4 fasen van marktintegratie en dan hoe die op EU van toepassing
zijn en hoe de EU daarop dan van verschilt van vrije handelszone dus de situatie na integratie).....................34
48. Kan een lidstaat een advies vragen aan het Hof van Justitie en onder welke voorwaarden.......................35
49. Waarover kunnen of moeten er prejudiciële vragen worden gesteld? (Hoofdstuk 7).................................35
50. Is EVRM een rechtsbron van de EU? (hoofstuk 3) + Arrest 117 dubois (hoofstuk 9)...................................36
51. Vergelijk gedelegeerde handelingen met uitvoeringshandelingen (Hoofdstuk 5).......................................38
52. Leg uit: Motiveringsplicht..............................................................................................................................38
53. Onderscheid tussen wetgevingshandelingen en niet wetgevingshandelingen............................................39
54. Leg uit: verkapte discriminatie en haar rechtvaardiging..............................................................................39
55. Welke rechten heeft een unieburger?..........................................................................................................39
56. Wanneer heeft een richtlijn rechtstreekse werking? (Hoofdstuk 6)............................................................39
57. Leg uit hoe particulieren een vordering wegens nalaten kunnen instellen.................................................39
58. Hoe besluit de Raad? Bijvragen: constructieve onthouding, meerderheid uitleggen met aantallen (+
belang van die aantallen) (Hoofdstuk 4).............................................................................................................39
59. Hoe onderscheiden protocollen zich van verklaringen?...............................................................................41
60. Leg uit: voorzitter Commissie en meden commissie (Hoofdstuk 4).............................................................41
61. Bespreek (burger)richtlijn 2004/38: Unieburgerschap (bij vrij verkeer van personen over het reisverkeer)
(HF9)....................................................................................................................................................................41
62. Wat zijn de criteria om toe te treden tot de EU? (Hoofdstuk 5)...................................................................43
63. Verschil primair en secundair vestigingsrecht (Hoofdstuk 9).......................................................................44
64. Leg uitvoering voorrang van Unierecht uit (Hoofdstuk 3)............................................................................44
65. Kan het Hof prejudiciële vragen weigeren?..................................................................................................44
bijvragen: 2 particulieren hebben een probleem in een contract, maar beslissen om zich er niets van aan te
trekken en doen of toch geldig is. Ze willen toch naar het gerecht gaan, en doen alsof ze het probleem
ernstig vinden om via de rechter naar het Hof te gaan. Kan dit?...................................................................44
66. Belang van de rechtsgrondslag in het Unierecht..........................................................................................44
67. Leg uit: Economisch en Sociaal Comité (Hoofdstuk 4) & Comité van de Regio’s. (zie vraag 165?)..............45
68. Leg de procedure tot wijziging van een verdrag uit (Hoofdstuk 5)...............................................................45
69. Art. 258 en 259 VWEU, gevolgen van HvJ uitleggen.....................................................................................46
70. De commissie is de hoedster van de verdragen. Juist of fout? Leg uit. (Hoofdstuk 4).................................47
71. Leg nauwere samenwerking uit....................................................................................................................47
72. Leg uit: exclusieve bevoegdheden en gedeelde bevoegdheden..................................................................47
73. Wanneer verwijzingsplicht bij prejudiciële vraag (Hoofdstuk 7)..................................................................47
74. Taak van het Europees Parlement bij wetgeving (Hoofdstuk 4)...................................................................48
75. Attributiebeginsel en belang ervan (Hoofdstuk 3)........................................................................................48
76. Taak van de Rekenkamer (Hoofdstuk 5).......................................................................................................49
77. Art. 114 en 115 VWEU (Hoofdstuk 8)............................................................................................................49
78. Bespreek initiatiefrecht Commissie (hoofdstuk 5)........................................................................................50
3
, 79. Is het Europees Parlement een wetgevend orgaan? (hoofdstuk 5).............................................................51
80. Waarin verschilt de EU van een vrije handelszone.......................................................................................51
81. Positie van de voorzitter van de Commissie.................................................................................................51
commissie samengesteld door voorzitter.......................................................................................................51
raad maar is het de raad zelf of ook de voorzitter van de raad?...................................................................51
is er een artikel belangrijk/afgelopen jaren gewijzigd ivm voorstelling kandidaten voor voorzitterschap?..51
82. Wat zijn de rechten van een unieburger?.....................................................................................................51
83. Leg de aanstellingsprocedure en ontslagprocedure van de Europese Commissie uit (Hoofdstuk 4)..........51
84. Leg het fiscale discriminatieverbod uit (art.110 VWEU) (HOOFDSTUK 9)....................................................52
85. Leg de gewone wetgevingsprocedure uit (Hoofdstuk 5)..............................................................................54
86. Leg de interne werking van vrij verkeer van personen uit (Hoofdstuk 9)....................................................55
87. Vallen sportbeoefenaars onder vrij verkeer?...............................................................................................55
88. Krijgen de nationale parlementen bevoegdheden van de Europese instellingen? (Hoofdstuk 4)...............55
89. Leg uit: nationaliteitsdiscriminatie in horizontale relatie.............................................................................55
Arresten...................................................................................................................................................................56
90. Arrest 140 Vlaams Gewest/Commissie (Hoofdstuk 7)..................................................................................56
91. Arrest 184 Wells (Hoofdstuk 6).....................................................................................................................57
92. Arrest 216 Deutsche Apothekersverband (Hoofdstuk 9)..............................................................................57
94. Arrest 54 CILFIT (Hoofdstuk 7)......................................................................................................................58
95. Arrest 138: Inter-Environnement Wallonie/Waals Gewest (Hoofdstuk 6)...................................................60
96. Arrest 42 Knoors............................................................................................................................................60
97. bijvraag: verschil vrije vestiging en vrij verkeer van werknemers................................................................61
99. Arrest Schmidberger 175 (Hoofdstuk 3).......................................................................................................61
100. Arrest 264 Melloni (Hoofdstuk 3)................................................................................................................62
102. Arrest 24: Walrave en Koch (Hoofdstuk 9).................................................................................................63
103. Arrest 119: Gebhard (Hoofdstuk 9).............................................................................................................64
105. Arrest 82: Factortame (Hoofdstuk 3, komt terug in HF7)...........................................................................64
106. Arrest 197: Commissie/Italië (wordt besproken in HF6 en meerdere hoofdstukken)...............................65
107. Arrest 220: Cartesio (Hoofdstuk 7).............................................................................................................65
108. Arrest 84: Von Colson en Kamann (Hoofdstuk 6).......................................................................................66
109. Arrest 116 : Alpine investments (Hoofdstuk 9)...........................................................................................67
110. Arrest 334: Centros (Hoofdstuk 9)..............................................................................................................67
111. Arrest 178: Akrich (Hoofdstuk 9).................................................................................................................69
112. Arrest 228 : Vatsouras en Koupatantze (Hoofdstuk 9)...............................................................................69
113. Arrest 230: Gottwald (Hoofdstuk 9)............................................................................................................70
114. Arrest 298: Commissie/Griekenland (Hoofdstuk 9)....................................................................................71
115. Arrest 129: Codorniu (Hoofdstuk 7)............................................................................................................72
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur uastudent2019. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,29. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans