Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Menselijke erfelijkheidsleer - college notities + boek €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Menselijke erfelijkheidsleer - college notities + boek

 15 vues  0 fois vendu

Samenvatting van de powerpoint + mijn notities van in de les. Ook delen uit het boek dat we moesten kennen, maar niet besproken zijn in de les, zijn toegevoegd. Dingen die uit het boek komen kan je zien met een * -> zorgt voor een duidelijk onderscheid tussen hoofd en bijzaak.

Aperçu 4 sur 95  pages

  • 26 décembre 2022
  • 95
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (7)
avatar-seller
PsychologieStudent1303
Menselijke Erfelijkheidsleer

Opbouw: ik volg de lessen, die zijn hoofdzaak. Ik probeer aan iedere titel die we in de les zagen een stuk van het boek te
linken (kan je zien onder de titel). Tegen het einde vd sv moeten alle puntjes van het boek aan bod gekomen zijn normaal.
Extra info dat ik toevoeg vanuit het boek aangeduid met een *

Inleiding – HF1, niet gezien in de les

- Verleden: wisten dat erffactoren op chromosomen voor overdracht van eigenschappen zorgen
▪ Levene: moleculen waaruit DNA bestaan
▪ Crick & Watson: niet de eiwitten die rond DNA zitten, maar eigenlijk de ruggengraat van chr zelf is de
drager van erfelijke code

Situering in de cel* (1.1)

- Cellen: elementaire bouwstenen
- Volwassene: 100 000 miljard cellen
- 2 voortplantingscellen (ei en zaad) -> zygote: bevruchte eicel -> deling: steeds meer cellen

- Differentiatie tot weefsels en organen: cellen krijgen specifieke vorm en functie
▪ Eerste dagen embryo: alle celen zijn gelijk
- Erfelijkheidscode: info die nodig is om differentiatie mogelijk te maken
▪ In iedere cel met celkern aanwezig (dus niet in RBC)

- Kleinste cellen: witte bloedlichaampjes (lymfocyten) (8 micron = 0,006-0,008 mm)
- Grootste cellen: eicellen (0,2 mm)
- Meeste menselijke cellen hebben een dm van 25 micron = 0,025 mm

- Gemeenschappelijke kenmerken van dierlijke cellen (eukaryoten)
▪ Celmembraan: houdt alles samen, selectieve uitwisseling binnen en buitenkant
▪ Cytoplasma: hier alle stofwisselingsprocessen
▪ Nucleus: hier erfelijk materiaal

Het celmembraan

- Dun: 7-10nm
- Dubbele fosfolipide laag (vetmoleculen) waartussen proteïnen zitten
- Vaak aan buitenkant nog complex geheel van sachariden
- Ionenkanaaltjes
▪ Kan selectief openen/sluiten
▪ Buisvormige opening omsloten door eiwitten
▪ Eiwitten zijn poortwachters

Cytoplasma/celsap

- Opbouw: 80% water, rest zijn moleculen voor levensverrichtingen vd cel
- Endoplasmatisch reticulum (glad/ruw): transport chemische stoffen
- Microtubuli: skelet van de cel, zorgen voor behoud van de vorm
- Golgi-apparaat: deel van SER, verpakking en afscheiding van producten die de cel maakt
- Vacuolen: holten/blaasjes die secretieproducten bevatten
- Lysosomen: zakjes met enzymen, zorgt voor afbraak van stoffen

- Mitochondriën
▪ Functie: energie leveren aan cel
▪ Kenmerken
. Vorm: ovaal, te zien hoe je de doorsnede neemt -> rond/langwerpig
. Uitwendig membraan: glad
. Inwendig membraan: plooien -> groter oppervlak voor stofwisseling
 Eiwitten zorgen voor oxidatieprocessen die leiden tot ATP
 ATP: adenosinetrifosfaat
 Energie onder zeer geconcentreerde vorm



1

, - Ribosomen
▪ Functie: omzetting erfelijke code in lichaamseigenschappen
▪ Kenmerken
. Klein, overal in cytoplasma
. SER: ribosomen vrij
. RER: ribosomen vast
. 2 onderdelen die loskunnen om RNA door te laten

- Centriolen
▪ Centriolen: 2 cilindervormige bundels microtubuli die loodrecht op elkaar staan
. Centrosoom: 2 centriolen samen
▪ Waar: bleke zone bij de kern
▪ Functie: bij celdeling

Nucleus/celkern

- Kenmerken
▪ 1/3 vh celvolume
▪ Meestal ronde ovaal, soms andere vorm
▪ Bevat kernplasma
▪ Afgeschermd van cytoplasma door kernmembraan (heeft kernporiën)
- Meeste cellen hebben 1 kern – uitzonderingen bestaan
▪ Rode bloedcellen: hebben geen kern
▪ Cellen van skeletspieren: meerdere kernen (versmelting aparte spiercellen)
▪ Pathologische structuren (kanker): meerdere kernen

- Kernkleurstof/chromatine: fijnkorrelige, donkere vlekken op celkern
▪ Kleurstoffen in labo hechten zich vast aan dunnen draadjes
▪ Chromatinedraadjes: dragers van erfelijk materiaal
- Chromosomen: diffusie chromatine -> herkenbaar patroon (bij delen)
▪ Dan in oplossing: cel gaat openbarsten -> chromosomen komen vrij
▪ Kleuren -> rangschikken -> karyogram/chromosomenkaart
▪ Karyogram/chromosomenkaart: geordend overzicht van alle chr uit de celkern

Les 1: DNA en replicatie

DNA structuur
Boek: 1.4.1, 1.5

Verleden

- 4,8 miljard: ontstaan aarde
- 3,8 – 3,5 miljard:
▪ Ontstaan eerste leven: prokaryoten
▪ Atmosfeer initieel anaeroob
- 2, 4 – 2 miljard:
▪ Ontstaat fotosynthese
▪ Toenemende zuurstofconcentratie in atmosfeer
▪ Bacteriën die niet met O2 overweg konden, stierven uit
- 1,5 miljard: ontstaan eukaryoten → multicellaire organismen
- 0,5 miljard: vissen en plankton (voorlopers planten)
- 420 miljoen: eerste landdieren
- 50 000: mens – homo sapiens
- Endosymbiose: eukaryoten die samengesmolten zijn met mitochondriën
▪ Opname van bacteriën in eukaryote cellen, chloroplasten en mitochondria hebben eigen DNA

Prokaryoten en eukaryoten

Prokaryoten

- Klein: 1µm
- Geen cytoskelet
- Geen organellen


2

, - Geen celkern
- Geen celmembraan
- Circulair chromosoom
- DNA in cytoplasma: 1-5 x 10ˆ6 nucleotiden

Eukaryoten

- Groot: 10-100 µm
- Wel kernmembraan
- Lineaire chromosomen
- Wel organellen
- DNA in celkern: 1-5 x 10ˆ9 nucleotiden
▪ DNA in kern met dik kernmembraan -> zal dit nooit verlaten tenzij bij celdeling
- Cytoskelet: eiwitten die zorgen dat cel kan bewegen (bv: spiercel)

- Protozoa: uni-cellulaire eukaryoot
- Multicellulair: mens, fungi,…

Bouwstenen van de cel

- H20
- Suikers (uit voeding) -> polysachariden
- Vetzuren (vetten) -> vetten
- Aminozuren (eiwitten)

- DNA unit/basiseenheid: 1 nucleotide
- DNA strook: polynucleotide
▪ DNA streng nucleotiden die vasthangen aan elkaar

- Basen -> nucleotiden -> nucleïnezuren (DNA/RNA)
- Nucleotide: base + pentose (suikerring) + fosfaat
▪ Bases
. 2 pyrimidines
 Cytosine (C)
 Thymine (T, DNA) & Uracil (U, RNA)
. 2 purines
 Adenine (A)
 Guanine (G)
▪ Pentose
. 5 suikers
. RNA: ribonucleïnezuur
. DNA: deoxyribonucleïnezuur
 Op 1 plaats is een zuurstofje weg
▪ Fosfaat
. Nucleoside: nucleotide zonder fosfaatgroep
. Hangt aan koolstofatoom 5
. Losse nucleotide: kunnen meerdere fosfaatjes aan hangen (mono, di, tri,..)
 Gebruikt om DNA op te bouwen/synthese
 Losmaken van fosfaat geeft energie
 Slide 16 over bouwstenen -> ‘Niet zo relevant’
 Gwn weten dat er van ieder basenpaar een mono/di/tri fosfaat is

Richting

- Lokalisatie van koolstofatomen is belangrijk (3 en 5)
- Fosfodiester binding van 2 nucleotiden aan elkaar met fosfaat
- 5’ einde: ene kant eindigt fosfor die vast zit op 5’
- 3’ begin: ene kant eindigt met lege hoek 3’




3

, Helix structuur

- Termen: DNA is… *
▪ Complementair: A over T, G over C
▪ Antiparallel: links 3->5 dan rechts 5->3
▪ Spiraalvormig: uitzicht van trap

- DNA keten van 5’ naar 3’ -> andere streng van 3’ naar 5’
▪ Andere streng is complementair maar loopt in andere richting
▪ Basen zitten in het midden en gaan paren met elkaar
. C met G
. T met A
. Tussen basen ontstaan waterstofbruggetjes waardoor de strengen aan elkaar blijven
 3 waterstofbruggen tussen G en C
 2 waterstofbruggen tussen A en T
▪ Fosfor en suikers aan buitenkant

- DNA altijd dubbelstrengig
▪ Kan de binding breken door DNA te koken
▪ Zodra het afkoelt -> terug paren
- Geen perfecte wenteltrap
▪ Steeds grote groeve, kleine groeve

Verschil RNA DNA

- U ipv T
- RNA altijd enkelstrengig -> maakt RNA gevoelig
▪ RNA vaccins bewaren in -70°C
▪ Op kamertemperatuur -> RNA snel afgebroken
- Aan ribose hangt wel nog een zuurstof bij RNA
▪ Deoxyribose vs ribose

Menselijk genoom

- Menselijk genoom: totale hoeveelheid DNA die terug te vinden is in een enkelvoudige set van 23 chromosomen *
▪ 3 miljard basenparen (1 genoom is 3 meter)
- Kind krijgt genoom van vader en van moeder
- Ruwe versie van genoom in 2000 gepubliceerd

- Termen *
▪ Basenpaar: bp
▪ Kilobase: kb
▪ Ieder chromosoom 50 000-250 000 kb

- Enkelvoudig DNA (25%): codeert niet, wordt niet herhaald
▪ Van meeste genen maar 1 exemplaar in genoom
. Soms kunnen het er wel meerdere zijn
. Coderende sequenties: 2%
▪ Wel veel gewijzigde kopieën van genen *
. Kunnen gelijkwaardige producten maken = pseudo-genen
. In loop van de evolutie zodanig veel wijziging -> missen deel info om zelf iets te doen
 Niet rechtstreeks coderend
. Vroeger: junk-DNA
 Nu: hebben invloed op manier waarop echte genen werken

- Repetitief DNA (50%)
▪ Gegroepeerd repetitief DNA/Tandem repeats (10%)
. Bv: A-C-A-C-A-C….
. Soms: genen die in meerdere kopieën gegroepeerd liggen, meestal: junk-DNA
. Polymorf: precies aantal sequenties verschilt van individu tot individu
 Handig voor maken van DNA-profielen


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur PsychologieStudent1303. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter