Drugsfenomenen – partim prof. Decorte
Inleiding
Tekst 1 – Roesmiddelen in een brede maatschappelijke context
1. Inleiding
Het zoeken naar de roes is inderdaad een diep gewortelde neiging die zeer menselijk is en
zich door alle culturen en tijden heen manifesteert.
2. De regulering van de roes
Er bestaan verschillende vormen van sociale regulering, die van roesmiddel tot roesmiddel
verschillen, en die ook binnen een samenleving aan verandering onderhevig zijn.
Er zijn tevens erg uiteenlopende vormen van dwang:
externe regulering door overheidsinstellingen
meer informele types van beperking
bewuste vormen van zelfcontrole of geïnternaliseerde controle
De idee dat ‘drugs-en-zelfcontrole’ een contradictio in terminis zou bevatten, heeft onze
westerse samenleving een myriade van externe controlemechanismen opgeroepen.
Toch moeten we vaststellen dat gebruikers overal een soort van informele
controlemechanismen ontwikkelen, onafhankelijk van het beleid.
Ten slotte dient nog aangestipt dat het effect van controlestrategieën al te vaak wordt
overschat.
3. De functies van roesmiddelen in onze samenleving
Individueel niveau
o Recreatieve functie
o Vorm van ontsnapping en daarmee soms ook een verlichting van pijn, angst
en andere negatieve gevoelens
o Zelfinzicht of spirituele ervaringen
o Plezier en genot
Sociaal opzicht
o Men treedt uit het sociale keurslijf en vindt een bepaalde vrijheid v handelen.
Culturele betekenis
o Men zoekt naar ‘andere werelden’;
o De moderne mens tracht in de roes zijn leegte te vullen met zinvolle,
emotionele ervaringen;
o Het biedt sommige mensen de mogelijkheden om uit de ratrace van werken,
het nastreven van bevorderingen, prestige en nog meer consumptie te
stappen.
In al deze persoonlijke, sociale en culturele motieven zit tevens het element van
grensoverschrijding: het gaat veelal om symbolische grenzen die niet altijd even duidelijk
kunnen worden aangegeven. Men overstijgt sociale en symbolische grenzen om even in een
andere wereld te zijn.
,4. De roesmiddelen in de media
De media schenken veel aandacht aan verhalen over de meest ellendige gebruikers, die de
slechts denkbare scenario’s het beste illustreren.
Weinig aandacht gaat naar de gematigde, succesvolle gebruikers op lange termijn.
Het homogene beeld dat de media van druggebruikers ophangen, strookt niet met
wetenschappelijk onderzoek dat de heterogeniteit van druggebruikers, stammende uit vele,
sociaal uiteenlopende milieus en het dynamische, steeds veranderende karakter van
consumptiepatronen juist aantoont.
5. De wetenschappelijke blik
Roes ≠ verslaving
Verslaving = een bepaalde, kenmerkende vorm van gebruik. De roes geeft dan geen
voldoening meer en het middel dient vooral om zich “niet-ziek” te voelen.
Aantal kritieken op het wetenschappelijk onderzoek:
(1) Het wetenschappelijke begrippenarsenaal moreel geladen is. Bovendien worden
a.d.h.v. deze begrippen vaak pathologiserende theorieën ontworpen, die steevast
aanleiding geven tot morele afkeuring, marginalisering en stigmatisering.
(2) Te exclusief farmacologisch: men is geïnteresseerd in de effecten en niet zozeer
in de persoonlijke ervaringen en belevenissen van de gebruiker.
(3) Men gaat roesmiddelengebruik vanuit het enge kader van hersenmechanismen
bekijken: men vergeet hierbij de 3M’s!
(4) Wetenschappelijk onderzoek is vaak productiegericht.
Er bestaat dus een grote behoefte aan meer sociologisch, antropologisch en zelfs
economisch onderzoek, want vooral de maatschappelijke, politieke en culturele factoren die
tot een toename (of afname) van de populariteit van verschillende roesmiddelen bijdragen,
verdienen veel meer wetenschappelijke aandacht.
! Er is nood aan veel meer onderzoek van zgn. hidden populations.
6. Drugbeleid: het politieke discours
Het discours van politici en van veel drugdeskundigen werkt verblindend voor de complexe
realiteit, dat brengt problematische gevolgen met zich mee.
Over roesmiddelen worden noch feitelijke, noch volledige informatie verschaft, en ook met de
recente wetswijzigingen is er geen sprake van een consistent beleid. Bovendien wordt er op
een warrige manier gecommuniceerd.
Politici geven zelden of nooit context.
Achter een repressief beleid schuilt de idee van de glazen stolp.
Als ze maar zwaar genoeg is, kun je het gebruik van roesmiddelen in onze
samenleving tegenhouden. De zware prijs die daarvoor betaald wordt, is de moeilijke
interactie met alle mensen die roesmiddelen gebruiken.
, Bovendien is het effect van repressieve strategieën vaak te vergelijken met het duwen op
een waterbed.
Hoe meer en hoe harder men met harde hand een fenomeen op een bepaalde
plaats en in een bepaalde verschijningsvorm bestrijdt (‘push down’), hoe vaker het op
een andere plaats, maar minder zichtbaar en bijgevolg minder beheersbaar,
verschijnt (‘pop up’).
De roes verdient een positieve en openlijke benadering.
Men dient hardop over legalisering, of op zijn minst over decriminalisering van roesmiddelen,
te spreken. Niet dat het een ‘oplossing’ zou zijn, maar het zou wel leiden tot een betere
traceerbaarheid van doelgroepen voor preventiewerkers, van ‘problematische’ gebruikers
voor de hulpverlening, van producenten en handelaars voor politie en justitie en van
respondenten voor wetenschappers.
7. Besluit
Een doordacht en consequent drugbeleid moet de risico’s en de schade van
roesmiddelengebruik zoveel mogelijk beperken.
Het strafrecht is daarvoor niet (!) het beste instrument.
Toch dient gezegd te worden dat het al te losbandig roesmiddelengebruik gemeenschaps-
ondermijnend zou kunnen werken.