SAMENVATTING (NIEUW)
VERBINTENISSENRECHT
DEEL I: HET BEGRIP VERBINTENIS EN DE SOORTEN
VERBINTENISSEN
INLEIDING
VERBINTENISSENRECHT IS DE “MOEDER VAN HET RECHT”: OMVAT:
- Verbintenissen uit eenzijdige en meerzijdige rechtshandelingen
- Verbintenissen uit de wet (leer van de onrechtmatige daad: afzonderlijk
vak BCA), meer bepaald rechtsfeiten
Kern van het privaatrecht: regelt rechtsverhoudingen tussen individuen (><
publiek recht: regelt rechtsverhoudingen tussen overheid en individuen)
Individu: titularis van subjectief recht (NP of RP)
BIJZONDERE STATUT VH VERBINTENISSENRECHT
Doelstellingen verbintenissenrecht:
- Bindende kracht ovk m.h.o. op een efficiënt en rechtszeker verloop van het
rechtsverkeer
- Contractsvrijheid, steunend op individuele vrijheid en autonomie
- Maatschappelijke rechtvaardigheid
INGEBAKKEN IN HET DAGELIJKS LEVEN
- Denk bv. Aan
Gebruik Linkedin, Instagram, Facebook, ..
Sluiten reis- en annulatieverzekering
Aankoop smartphone
Aansluiting bij internetprovider
Opstellen testament
Aangaan huwelijk
EVOLUTIE VAN OUD NAAR NIEUW RECHT
- Regels van oud BW van 1804 achterhaald?
- Maar rechtspraak heeft gezorgd voor evolutie, waardoor
verbintenissenrecht de “tand des tijds” relatief goed heeft doorstaan.
- Hoge verwachtingen van nieuw verbintenissenrecht
NIEUWE BOEKEN: BOEK 1 EN BOEK 5 BW
- Totstandkoming ging niet zonder slag of stoot
- Wetsvoorstellen van 24 februari 2021
- Ruime consultatie m.b.t. Boek 5
1
, - Amendementen
- Wetten van 28 april 2022, BS 1 juli 2022
- Inwerkingtreding: 1 januari 2023
Boek 5 is van toepassing op alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die
plaatsvinden na 1 januari 2023. Tenzij partijen anders bepalen, blijft het oude
recht van toepassing op:
- De toekomstige gevolgen van rechtshandelingen en rechtsfeiten die
hebben plaatsgevonden voor 1 januari 2023.
- De rechtshandelingen en rechtsfeiten die hebben plaatsgevonden na 1
januari 2023 en die betrekking hebben op een verbintenis ontstaan uit een
rechtshandeling of rechtsfeit die hebben plaatsgevonden voor 1 januari
2023.
Gevolg: oud en nieuw verbintenissenrecht zullen lange tijd naast elkaar bestaan!
BOEK 1: ALGEMENE BEPALINGEN
Principes:
- Transversale werking maar groot belang voor het verbintenissenrecht
- Geeft definities van bronnen, toepassing van wet in de tijd,
rechtshandeling, wilsuiting, kennisgeving, tijdsbepaling en voorwaarde,
berekening termijnen, vertegenwoordiging, subjectieve goede trouw,
rechtsmisbruik, oogmerk om te schade, afstand van recht
- Gelaagde structuur (van algemeen naar bijzonder)
- Keuze voor algemeen begrippenkader verdient goedkeuring
Kritiek op Boek 1:
- Vragen bij totstandkoming
- Waarom worden bepaalde begrippen wel en andere niet gedefinieerd in
Boek 1?
BOEK 5: VERBINTENISSEN
- Evolutie geen revolutie
- Gaat hervorming ver genoeg? Voldoende aandacht voor recente
tendensen (bv. duurzaamheid)?
- Voldoende verantwoording voor gemaakte keuzes?
Doelstellingen boek 5:
1.Modernisering:
- Terminologische vereenvoudiging: Vb. voorzichtige en redelijke persoon,
ongerechtvaardigde verrijking, …
- Meer moderne en logische structuur
- Inhoudelijke modernisering
Nieuw evenwicht tussen wilsautonomie en rol rechter
sancties op maat
Overdracht van verbintenissen, schuldvorderingen en contracten
2.Coherentie en rechtszekerheid bevorderen:
- Codificatie van bestaande cassatierechtspraak
2
,Vbn. Buitengerechtelijke ontbinding op partijverklaring, contracts- en
onderhandelingsvrijheid, misbruik van omstandigheden, enz.
- Vereenvoudiging van aantal regels
- Meer coherente structuur
- O.a. chronologische regeling van sluiten tot einde van ovk
3.Competitiviteit van het Belgische recht verhogen
HOOFDSTUK 1: HET BEGRIP VERBINTENIS EN DE SOORTEN
VERBINTENISSEN
DEFINITIE VERBINTENIS
-> Oud BW: Geen definitie, wel in RL:
A. rechtsband tussen personen
B. ontstaan uit een RH of een andere menselijke gedraging waaraan de wet of
rechtspraak rechtsgevolgen vastknoopt
C. met als voorwerp het doen ontstaan van in geld waardeerbare aanspraken
D. kan in rechte worden afgedwongen
Boek 5 BW: Artikel 5.1. Verbintenis
Een verbintenis is een rechtsband op grond waarvan een schuldeiser van een
schuldenaar, indien nodig in rechte, de uitvoering van een prestatie mag eisen.
-> MvT: klemtoon op juridische afdwingbaarheid
A. Rechtsband ts personen:
- Tussen minstens 2 personen
- Waarbij de ene een vorderingsrecht heeft op de andere (aanspraak
jegens een persoon op een bepaalde gedraging)
- Verschil met zakelijk recht (geeft zeggenschap op een zaak vb.
eigendom, vruchtgebruik)
- Verschil in geldingskracht
B. Ontstaan uit rh of andere gedraging (zoals rechtsfeit)
Een RH : Art. 1.3. Rechtshandeling
De rechtshandeling is de wilsuiting waarbij een of meer personen de bedoeling
hebben om rechtsgevolgen te doen ontstaan.
- Uit overeenkomst: rechtsband tussen minstens 2 personen (meerzijdige RH)
mho op het doen ontstaan van rechtsgevolgen Vb. koop, huur, …
- Uit eenzijdige RH
Onderscheiden van rechtsfeiten: Vb. fout, gebrekkige zaak, …
C. Met het ontstaan v in geld waardeebare aanspraken tot voorwerp
- Verbintenis om iets te doen, iets niet te doen, of iets te geven
(overdracht zakelijk recht)
- Inspannings- of resultaatsverbintenis
- Maakt in vermogen van SE een in geld waardeerbare
vermogenspost uit en in vermogen van SA een passief dat zijn
vermogen belast
3
, D. Kan in rechte afgedwongen worden
- Bij niet vrijwillige uitvoering van de verbintenis: afdwingbaarheid
in rechte, eventueel onder dwangsom
- Onderscheid met andere verbintenissen, zoals natuurlijke
verbintenissen en vriendschappelijke afspraken
- Wat met gentlemen’s agreements?
NATUURLIJKE VERBINTENIS
- Geen definitie in oud BW
Boek 5 BW: Art. 5.2. Natuurlijke verbintenis
De natuurlijke verbintenis is een verbintenis waarvan de uitvoering niet
kan worden afgedwongen.
Restitutie is niet mogelijk voor een natuurlijke verbintenis die zonder
vergissing of dwang werd nagekomen.
De erkenning, zonder vergissing of dwang, van een natuurlijke
verbintenis doet een verbintenis ontstaan.
Uitgangspunt : situeren tussen morele plichten en vermogensrechtelijke
verbintenissen?
1. Voorwaarde 1:
- Verbintenis die geldig bestaat maar die in beginsel niet in rechte kan
worden afgedwongen, hoewel ze – wanneer ze vrijwillig werd nagekomen –
niet kan leiden tot terugvordering van prestaties (art. 1235, lid 2 oud BW)
- Erkenning van SA dat hij tot nakoming is gehouden
2. Voorwaarde 2:
- Gehoudenheid van de SA wordt door de maatschappij als vanzelfsprekend
aanvaard.
- Noopt tot terughoudendheid!
- Rekening houdend met maatschappelijke evoluties
Talrijke toepassingen:
Soevereine beoordeling door feitenrechter:
- Alimentatieplicht in hoofde van lesbische meemoeder na beëindigen
relatie?
- uitgaven door feitelijk samenwonende partners tijdens de periode van
samenwonen?
- Betaling begrafeniskosten door niet-erfgenaam
HF 2: VERSCHILLENDE SOORTEN VERBINTENISSEN
1. Volgens het voorwerp vd verbintenis
2. Volgens het aantal se’s/sa’s
3. Volgens de modaliteiten vd verbintenis
1.INDELING VOLGENS HET VOORWERP VD VERBINTENIS
a) Verbintenis iets te doen, niet te doen of iets te geven
4