LES 1 + 2: MENSBEELD EN RELATIEOPBOUW + CONFLICTHANTERING INLEIDING
Syllabus en handboek:
▪ Handboek: D'Oosterlinck, F., Soenen, B., Spriet, E., Sel, K. (2016) Relaties opbouwen met
kinderen en jongeren in crisissituaties. Lannoo Campus
- enkel twee eerste hoofdstukken te kennen!: blz. 13 - 72
▪ The circle of courage. In Reclaiming Youth At Risk 1990. Larry Brendtro, Martin Brokenleg,
Steven Van Bockern. blz. 43 - 61
▪ Beyond the curriculum of control. In Conflict in the Classroom 2007. Larry Brendtro, Martin
Brokenleg. blz. 54 – 76
▪ Deep Brain Learning, 2009. Larry Brendtro, Martin Mitchell, Hermen McCall. Blz. 79-80
▪ Project Re-Ed. In The troubled and troubling child. Nicholas Hobbs. Blz. 82 – 91
▪ Johnson, D.W. & Johnson, R.T. (1995). Teaching students to be peacemakers. Interaction Book
Company. Minnesota. Chapter 4: Conflict strategies. Blz. 356 – 370
INLEIDING
Prof. Werkt bij OC De Nieuwe Vaart. Tijdens die praktijk heeft hij zich vooral bezig gehouden met
conflicthantering.
Het meest fundamentele dat er mis kan zijn met iemand is dat die persoon niet goed is in het relaties
aangaan met anderen (contact nemen, relaties onderhouden, dingen doen, wel of niet voorspelbaar
zijn in gedrag).
“We hebben doorheen onze ervaringen geleerd dat kinderen niet zomaar iets doen, ze laten in hun
gedrag zien dat er iets is.” (Handboek blz. 7)
GESCHIEDENIS VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK
• 1930: in de Guislainstraat bouwt de Ugent een gebouw. Er was daar al een psychiatrie:
voorziening waar mensen met psychiatrische stoornissen werden ondergebracht. Universiteit
wou gebouwen neerzetten net naast dat behandelinstituut. Opleiding van psychiaters wordt
daar gestart
• Wereldoorlog: Duitsers hadden het niet voor mensen met een beperking. Nijssen (op dat
moment prof) schreef als eerste een boek over kinderpsychiatrie waarin hij heel beeldend de
diagnoses van kinderen beschrijft. Dit was een gedurfde activiteit tijdens de oorlog.
• Na de oorlog: Mensen die een kind hebben waarvan ze zien dat het onwikkelingsvertraagd is
of een bepaald gedrag stelt dat niet is wat ze verwachten, komen daar naartoe. Er worden
consulten gedaan en gekeken vanuit medisch standpunt.
• De Busschere = opvolger van Nijssen. De eerste psycho-analyticus in Belgie. => Stroom van
medische wetenschap die wordt beinvloed door psychoanalyse.
• De Busschere wijst een assistente aan die een pedagoge is (want met die kinderen moeten we
toch ook opvoedkundig dingen gaan doen)= Wens. Daaruit ontstaat in Gent de
orthopedagogiek.
• Vakgroep psychiatrie wordt opgesplitst in psychiatrie, neurologie en orthopedagogiek.
, • Eind de jaren 70: Wens is verantoordelijk voor grote voorziening in Brasschaat
(Openluchtopvoeding). Na opstand van het personeel vliegt ze buiten. De dag dat ze daar
vertrekt, komt ze naar Gent en wordt ze voltijds prof.
• Broeckaert was één van haar assistenten. Het jaar dat Wens op pensioen moest, leefde ze in
groot conflict met Broeckaert en weigerde ze de lessen over te dragen.
• Wens sterft en Broeckaert schrijft dan het boek 'Integratieve handelingsorthopedagogiek'.
Onze vakgroep is nog steeds bepaald door die integratieve kijk.
• Opdracht orthopedagoog: op het juiste moment, het juiste te doen
• Teamwork belangrijk: iedereen werkt op 1 lijn samen vanuit verschillende kaders
• We zijn als orthopedagoog gedoemd om te handelen. We moeten dingen doen.
=> Hoe we vandaag denken heeft dus 100 jaar historiek.
THEORIE, MENSVISIE ALS BASIS VOOR BEHANDELINGSPROGRAMMA’S
▪ Circle of courage
▪ De ecologische visie van Nicolas Hobbs : Re-ED
- “The study of the complex interaction of energies in natural systems” (HB blz. 9)
- Storend gedrag zien we als een uiting van onevenwicht in de ecologie van het kind. Al
wie aanwezig is in de ecologie van dit kind en zijn gezin heeft verantwoordelijkheid.
▪ Choice theorie
- Als iemand keuze heeft, gaat die meer gemotiveerd zijn om het juiste gedrag te gaan
stellen.
▪ Interne relaties
- In een interne relatie ontstaan ervaringen waarin de waarneming, de betekenis, het
denken, voelen en willen van mensen op elkaar afgestemd zijn, zodat het samen
handelen ervaren wordt als een respectvol, eerlijk, veilig en waardevol gebeuren. Deze
ervaringen leren ons hoe het voelt om als mens ‘in balans’ te zijn. Het gevoel van ‘in
balans’ te zijn geeft een evenwicht dat nodig is om de uitdagingen die op je afkomen te
kunnen aangaan. (handboek blz. 11)
De manier waarop we naar een probleem kijken zal meebepalend zijn voor waar we zoeken naar de
oplossing. Bv. Broeders van Liefde hebben een bepaalde visie op het leven: Christelijk => kijk van het
christendom zal meebepalend zijn geweest naar hoe ze naar gedrag keken en waarop gestoord gedrag
beoordeeld werd.
Wat werkt in de praktijk?: Alternatieven zoeken, geduldig zijn, aangeven wat je verwacht, tonen dat je
luistert en ontvangend bent voor het verhaal, vertrouwbaar zijn, mensen op dezelfde lijn krijgen, goed
communiceren, tonen dat je het iets doet op de juiste manier, kind op zich niet afwijzen maar wel wat
ze doen, autonomie laten bij kind, in gesprek gaan, (dit gesprek methodisch sturen met lsci)
Mensvisie: Een orthopedagoog gelooft dat context invloed heeft op gedrag van het kind en als we de
context kunnen beïnvloeden, kunnen we ook het gedrag beïnvloeden. Maar het zit niet allemaal in de
context! Mens is socialiseerbaar, leerbaar, stuurbaar.
,CIRCLE OF COURAGE: HOOP OP EEN TOEKOMST VOOR RISICO JONGEREN
WAAR LOOPT HET MIS IN ONZE MAATSCHAPPIJ?
De kloof tussen jonge mensen en volwassenen (Bronfenbrenner)
De labels die op kinderen worden geplakt.
▪ Voor je het weet heb je een dik probleem. Beeldvorming is belangrijk, maar we mogen niet
vergeten dat beeldvorming en diagnose in ons Westers denken zit.
Kinderen en jongeren voelen de wereldproblemen : corona, oorlog, klimaat…
▪ Het lijkt niet hoopvol, eerder uitzichtloos. De wereld is heel zoekende. Hoe zit het met de
toekomst?
Andere kijk op een werk carrière.
▪ Andere kijk op de wereld in het algemeen
Als kinderen binnen een context opgroeien waar ze optimaal betrokken worden bij het dagelijks leven,
werkt dat het beste. Vandaag zien we dat er weinig connectie is.
Destructieve relaties : (verlaten, mishandelde, verworpen, gewonde kinderen)
▪ Er zijn nog altijd heel veel destructieve relaties of het niet voor handen zijn van relaties. Er
zitten in Vlaanderen heel wat kinderen in een verblijf: We scoren in Europa een van de
hoogste cijfers. Dat is niet om vrolijk van te worden. Kinderen die lang in een leefgroep leven,
ondervinden daar schade van. Het doet een serieus appel op uw systeem om heel lang in
groep te leven (denk maar aan hoe moe je bent na een kamp). Heel veel kinderen met
problemen leven in een groep met kinderen die ook problemen hebben.
▪ Dus het bestaat dat kinderen qua relatie slecht omringd zijn.
Een klimaat van nutteloosheid. Onvriendelijke scholen, professioneel pessimisme, stoornis denken,
negatieve theorieën over gedrag.
▪ Ook onderwijs zou een plaats moeten zijn waar volwassen uitmunten in het aangaan van
relaties. Toch meren we dat dit in bepaalde scholen niet zo is
▪ ‘stoornis’ = zeer moeilijk te veranderen
Aangeleerde onverantwoordelijkheid : gehoorzaamheid, autoriteit, toegeeflijkheid.
Doelloosheid : niet langer overleven, maar wel leven om wat te doen? Op onszelf gericht of op
anderen? Werken zonder doel! Minder persoonsgericht onderwijs.
▪ We liggen niet meer wakker over ‘hoe moeten we overleven’; Vaak zijn de problemen die we
hebben ‘luxeproblemen’.
▪ Scholen zijn op zich droevige plekken om ons brein te activeren. We kunnen er leren, maar
het activeert ons brein niet vanuit die basisgerichtheid om te overleven.
, CIRCLE OF COURAGE (SYLLABUS BLZ. 43 – 61)
Wat hebben kinderen nodig om tot bloei te komen? Om hun talenten die ze meegekregen hebben
optimaal te benutten. => 4 elementen
▪ Nood aan verbondenheid (bv. Familiebanden, vrienden; Het idee van een vaste begeleider in
de zorg is er vaak niet (veranderen van job, zwanger, pensioen, etc))
▪ Nood aan leren (We willen altijd bijleren; De toekomst brengt altijd nieuwe uitdagingen met
zich mee; We moeten ervoor zorgen dat mensen kunnen leren op hun sterkste kanten (In
Vlaanderen zijn we er te vaak op gericht om te zeggen wat de zwakste kanten zijn))
▪ Nood aan zichzelf kunnen zijn (Je mag jezelf zijn tot op de grens van het aanvaardbare voor de
ander: daar moet je in leren en socialiseren;
▪ Nood aan moeten kunnen geven en ontvangen (dynamiek tussen de wereld en zichzelf); We
moeten aandacht hebben voor het feit dat kinderen ook mogen geven
In het midden staat een kruis die staat voor veiligheid. Als de omgeving niet veilig is, kan je aan de
andere 4 elementen niet toekomen. Energie die je steekt in het screenen van je omgeving en
veiligheid, is energie die je niet in uw denken kunt steken. Bv. Kinderen die in alarm gaan telkens als er
iemand dicht komt, omdat die vroeger slaag hebben gekregen, steken daar heel veel energie
in. Veiligheid is essentieel om het nieuwe te laten gebeuren, het te ervaren en ervan te kunnen leren.
(voorbeeld zie handboek blz. 48)