Psychopathologie
1 Introductie (hb. p. 25-36)
EXAMEN
Doelstellingen voor Hoofdstuk 1 & 2:
1. Kennis van de begrippen, dit kunnen verwoorden en toepassen:
ontwikkelingspsychopathologie, categoriale en dimensionale classificatie, diagnostiek,
stigmatisering, soortenanamnese, betrouwbaarheid en validiteit, comorbiditeit, soorten
prevalentie, incidentie
2. Kritische bedenkingen kunnen formuleren en beargumenteren over normaliteit en
pathologie.
3. Voor- en nadelen van classificatiesystemen zoals DSM-5 kunnen toelichten. De reportage van
Allen Frances hebben bekeken en de vragen kunnen beantwoorden.
4. Statements/ Stellingen kunnen beargumenteren.
Kennen:
1. Wat is ontwikkelingspsychopathologie
2. Ontwikkelingspsychopathologie biedt een non-deterministische en dynamische kijk op
verstoord gedrag
3. Verschil tussen psychopathologie en psychiatrie, verschillen tussen psycholoog, psychiater en
psychotherapeut
4. Culturele aspecten van afwijkend gedrag
5. De manier waarop men spreekt over psychische problemen is belangrijk
1.1 Casus
- Tim: “De 8-jarige Tim werd doorverwezen door een kinderarts die een spoedconsult vroeg in
verband met ernstig gewichtsverlies in het afgelopen jaar waarvoor hij geen somatische
oorzaak kon vinden. Tim maakt zich buitensporig veel zorgen over zijn gewicht en weegt
zichzelf elke dag. Hij klaagt erover dat hij te dik is en niet afvalt als hij minder gaat eten. Hij is
het laatste jaar vierenhalve kilo afgevallen en denkt nog steeds dat hij te dik is, hoewel het
duidelijk is dat hij ondergewicht heeft. Uit wanhoop hebben zijn ouders alle weegschalen in
huis weggedaan; als reactie daarop houdt Tim een lijst bij van alle calorieën die hij dagelijks
inneemt. Hij besteedt hier erg veel tijd aan, door steeds opnieuw te controleren of hij het
goed gedaan heeft.
Daarnaast wordt door de kinderarts beschreven dat Tim geobsedeerd is door hygiëne en
netheid. Op dit moment heeft hij geen vrienden omdat hij geen zin heeft hen thuis op te
zoeken, omdat hij denkt dat hun huizen ‘vuil’ zijn; hij raakt van streek als een ander kind hem
aanraakt. Hij controleert altijd of hij de dingen wel op de ‘goede’ manier heeft gedaan. Hij
wordt daar zeer opgewonden en angstig van. Hij moet elke dag ten minste twee uur voor hij
1
, naar school gaat opstaan om op tijd klaar te zijn. Laatst stond hij een keer om halftwee ’s
nachts op om zich klaar te maken voor school. “
- Welke vragen stel je je als hulpverlener bij het lezen van dit verhaal van Tim?
o Wat is er aan de hand?
o Hoe is dit zo gekomen?
o Wat kunnen we eraan doen?
o Hoe zal het met hem of haar verder gaan?
1.2 Definitie psychopathologie
- Psychopathologie:
o Patho (pathos): lijden
o Logie (logos): het denken over
=> Wetenschap of studie van het geestelijk of psychisch lijden
o Psychisch lijden:
Dat vanuit het psychische veroorzaakt wordt
• Bv. verstoring van de cognitie waardoor je heel zwart-wit denkt
en/of
zich in het psychische uitdrukt
• Expressie en motoriek (Gilles de la Tourette)
• Bewustzijn (dissociatieve stoornissen)
• Zelfbeleving (eetstoornissen)
• Waarnemen en perceptie (psychotische stoornissen)
• Denken en geheugen (psychogene amnesie)
• Stemming, gevoel en affect (stemmingsstoornissen)
- Ontwikkelingspsychopathologie: studie van ontstaan en beloop van psychische stoornissen
- Centrale vraag: hoe is bepaald gedrag bij een kind ontstaan en gegroeid?
- Er worden/werden verschillende termen gehanteerd om personen met een psychische
problematiek te beschrijven:
o Abnormaal, gestoord, krankzinnig, gek, zot, geestelijk ziek, afwijkend, onaangepast,
niet maatschappelijk geïntegreerd, werkonbekwaam, ….
o Welk label men geeft aan een probleem vertelt veel over de veronderstellingen die
rond dit probleem zijn
o De discussie over wat normaal is en wat abnormaal is wordt heel erg bepaald door
maatschappelijke en culturele normen
Uitzonderlijke condities kunnen beschouwd worden als abnormaal/
pathologisch
• Uitzonderlijk: afwijking van statistisch gemiddelde
• Bv. bang zijn om andere mensen te ontmoeten
֍ Het is eigen aan mensen om sociaal contact aan te gaan,
mensen die dit vermijden zijn dus uitzonderlijk
• <-> tegenargument: niet iedereen die uitzonderlijk gedrag stelt
zullen we als abnormaal labelen. Bv. Tammet: is hoogbegaafd, is
enorm taalgevoelig en is een wiskundig genie, hij wijkt enorm af van
2
, het gemiddelde maar we zullen hem niet snel als abnormaal
bestempelen
Afwijkend gedrag van de norm kan ook beschouwd worden als abnormaal/
pathologisch
• Bv. van de religieuze norm
• <-> tegenargument: tot in de jaren 80 werd homoseksualiteit als
psychopathologisch gezien, het was ook opgenomen in het
handboek van psychiatrische stoornissen (DSM)
֍ DSM I (1952): Homoseksualiteit als een seksuele afwijking
met een sociopatische persoonlijkheidsverstoring
֍ DSM II (1968): Homoseksualiteit als een seksuele afwijking
zoals andere parafilieën
֍ DSM IIR (1973): Stoornis in de seksuele oriëntatie
֍ DSM III (1980): Ego-dystone homosexualiteit:
(1) een continu gebrek aan heterosexuele arousal, wat door
de patiënt ervaren wordt als interfererend met de initiatie of
het behoud van de gewenste heteroseksuele relaties, en (2)
permanent lijden onder het dominante patroon van
ongewenste homoseksuele arousal.
֍ DSM IIIR (1987): normale seksuele variant
=> Belangrijk om normen dus kritisch te bekijken
De onmogelijkheid om zich te conformeren aan de maatschappij kan ook
beschouwd worden als abnormaal/ pathologisch
֍ Bv. One Flew Over the Cuckoo’s Nest: deed alsof hij een
psychiatrische stoornis had om aan een gevangenisstraf te
ontvluchten, eens hij in de psychiatrie zit gedraagt hij zich
terug normaal, hij vertoont rebels gedrag en geraakt niet
meer uit de psychiatrie. Zijn rebels gedrag wordt gezien als
abnormaal en wordt geclassificeerd als psychopathologisch
gedrag waardoor hij dus opgesloten blijft.
֍ Drapetomania (1851, arts Cartwright uit Louisiana): een
syndroom dat vastgesteld werd door een dokter waarbij het
hoofdsymptoom was dat slaven een vreemd verlangen
hadden om weg te lopen van hun meesters
֍ Disfunctioneren afhankelijk van het dominante
functioneringsmodel van een maatschappij
֍ <-> dit criterium kan heel hard verschillen afhankelijk van de
tijd en de plaats
Foute perceptie/interpretatie van de realiteit kan ook beschouwd worden als
abnormaal/ pathologisch
• Hallucinaties
• <-> niet alle hallucinaties worden als pathologisch beschreven, er zijn
ook hallucinaties die tot het spectrum van normaal gedrag behoren,
bv. dromen
3
, Het subjectief ervaren van ongemak, van lijden kan ook beschouwd worden
als abnormaal/ pathologisch
• Bij zichzelf
֍ Bv. lijden onder de dwang om alles te controleren, bv. bij het
buitengaan 10 keer moeten controleren of de deur gesloten
is kan lijden tot ongemak bij de persoon zelf
• Bij de ander
֍ Bv. een persoon met een alcoholprobleem gaat zelf niet
altijd ongemak en lijden ervaren, maar de partner of de
kinderen wel
• <-> Maar: lijden hoort bij het leven, het lijden wordt soms
gepathologiseerd en gemedicaliseerd, mensen omschrijven zich heel
snel als depressief omdat ze het leed dat bij het leven hoort niet
meer als normaal zien, we moeten opletten dat we gevoelens van
depressie niet meteen gaan definiëren als depressiviteit
֍
Depressie epidemie: de laatste 20 jaar zou ¼ mensen
depressief gedrag vertonen, een mogelijke verklaring
hiervoor is dat de farmaceutische industrie hun
antidepressieve medicatie vlot verkocht wil krijgen
Ongepast/contraproductief gedrag kan ook beschouwd worden als
abnormaal/ pathologisch
• Bv. Sociale fobie: mensen die contacten mijden, kinderen die niet
meer naar school, hobby’s, … willen gaan
֍Dit is contraproductief omdat daardoor de verwachte
ontwikkeling niet kan voltooien, sommige
ontwikkelingstaken kunnen hierdoor niet worden
opgenomen
Gedrag dat vanuit een juridisch standpunt niet kan, kan beschouwd worden
als abnormaal/ pathologisch
• Soms lopen verschillende disciplines door elkaar in het kijken of in
het beoordelen van gedrag als normaal of abnormaal
• Bv. pedofilie is vanuit een juridisch standpunt abnormaal, dit is niet
in elke cultuur zo en werd in onze geschiedenis niet altijd als
afwijkend beschouwd. Vanuit psychopathologisch standpunt wordt
dit ook als abnormaal beschouwd omdat dit een negatieve invloed
heeft op de ontwikkeling van kinderen
Het probleem bij het vinden van het juiste criteria om gedrag als normaal of
abnormaal te zien is dat er geen cut- off (=exacte grens) is tussen abnormaal
gedrag en verstoord gedrag
• Bv. normaliteit-psychologie: de persoonseigenschap extravert zijn
(big5): aan het ene uiterste op het continuüm zit geen sociaal
contact willen en het andere uiterste is continu tussen anderen
willen zijn. De meeste mensen fluctueren op dit continuüm.
4