De beste begrippenlijst voor bronnen en beginselen van het eerste jaar rechten vind je hier! Alle begrippen met hun gepaste definitie en al de Latijnse adagia staan erin.
Subjectief recht: het recht dat iemand heeft om iets te doen, of niet te doen. De
aanspraak die je als persoon kan maken.
Objectief recht: het geheel van regels dat in de samenleving geldt.
Doctrinaire benadering van het recht: de nadruk ligt op de regel en zijn samenhang
met andere regels.
Natuurwetten: lex naturalis: algemene regels ontwikkeld door de rede die het
natuurlijke recht op zelfbehoud beperken in de zin dat ze grenzen stellen aan de
middelen waarvan gebruik mag worden gemaakt ten behoeve van het behoud van
het eigen leven
Recht: rechtsregels door of krachtens maatschappelijk gezag uitgevaardigd en
gehandhaafd
Rechtsdogmatiek: het objectief recht wordt als wetenschappelijk bestudeerd.
Gedragsoriënteerde benadering: het recht als het geheel van regelmatige
gedragingen die mensen stellen wanneer ze bepaalde maatschappelijke problemen
aanpakken.
Meta juridica: recht als maatschappelijk fenomeen.
Rechtszekerheid : rechtsonderhorige moet gevolgen van zijn handelen kunnen
voorzien, zodat hij dat kan afstemmen op de gedragsnorm.
Rule of law: beginsel dat inhoud dat de organen van de Staat enkel macht mogen
uitoefenen voor zover deze op overeengekomen regels is gebasseerd en niet op
willekeurige basis.
Rechtspositivisme: wil van de wetgever is de enige bron van recht.
Rechtsstaat: iedereen is onderworpen aan de wet, er is niemand die erboven staat.
Ius est ars aequi et boni: recht is de kunst van het goede en billijke
Ius est quod justum est: enkel wat rechtvaardig is, kan recht zijn
Verdelende of distributieve rechtvaardigheid: heeft betrekking op de verdeling van
wat er in een politieke of sociale gemeenschap te verdelen valt qua rechten en
plichten.
Vereffende of ruilrechtvaardigheid: tussen personen kan een vrijwillige of onvrijwillige
ruilverhouding bestaan.
, Begrippenlijst bronnen en beginselen examens
Vrijwillige ruilverhoudingen: de commutatieve rechtvaardigheid is van belang-> er
moet een evenredigheid zijn in de ruil los van het aanzien of de verdienste van een
persoon.
Onvrijwillige ruilverhoudingen: ruil waarin de evenredigheid is verstoord.
Vrijheid: overtuiging dat er morele verplichtingen bestaan tegenover de vrijheid van
anderen
Gedragsoriënterende theorieën: op basis van morele principes die bepalen welke
beslissing iemand moet nemen, beoordeel je of een handeling of gedrag
gerechtvaardigd is
Regelgeoriënteerde theorieën: vertrekken van de vraag waarom een regel
rechtvaardig is en moet worden nageleefd op basis van een bepaald criterium
Formele regelgeoriënteerde theorieën: gepersonaliseerde of procedurele herkomst of
bron
Materiële regelgeoriënteerde theorieën: inhoudelijke rechtvaardigingsgrond buiten
het recht
Theocratie: godheid is bron van al het recht
Autocratie: het gebod van een vorst of alleenheerser bepaalt wat geldt als recht
Democratie: het recht is niet onbegrensd maar moet overeenstemmen met de
algemene wilsuiting via een democratische procedure.
Nomocratie: de nadruk wordt gelegd op de wet die bepaalt wat recht is.
Utilitarisme: kijkt naar de doelmatigheid, het nut van rechtsregels.
Descriptieve regelgeoriënteerde theorieën: empirische beschrijving van het recht
Rechtsregel: een door het recht bindend opgelegde gedragsregel die voorschrijft hoe
een persoon zich moet gedragen (meestal gebod of verbod).
Imperatief dwingend: de rechtsonderhorige kan er niet van afwijken.
Regels van openbare orde of de goede zeden: geen enkele afwijking is mogelijk, ze
zijn absoluut.
Regels van dwingend recht: relatieve nietigheid, enkel de partij die door de regel
wordt beschermd kan de nietigheid voor de rechter oproepen.
, Begrippenlijst bronnen en beginselen examens
Primary rules: gedragsregels die een bepaald gedrag voorschrijven in de vom van
een gebod of een verbod.
Rules of recognition( erkenningsregels): regels die aangeven op welke wijze men de
gedragsregels als rechtsregels kan (h)erkennen.
Rules of change( wijzigingsregels): geven aan op welke wijze gedragsregels kunnen
ingevoerd, opgeheven of gewijzigd worden.
Rules of adjudication( berechtingsregels): geven aan op welke wijze de naleving van
de gedragsregels wordt verzekerd bij de schending ervan.
Ultimate rule of recognition: moet aan het hele rechtssysteem erkenning verlenen.
Staatssoevereniteit: de staat is het hoogste gezag op aarde.
Nachtwakersstaat: een staat die recht en orde doet heersen.
Sociale verzorgingstaat: staat die verantwoordelijkheid opneemt voor het welzijn van
de burgers en zelf ook goederen en diensten aan hen verstrekt.
Geweldsmonopolie: de staat heeft het alleenrecht om fysiek geweld en dwang te
gebruiken.
Eigenrichting: het zelf voor rechter spelen en rechten afdwingen( nemo judex in
causa sua)
Nemo praecise cogi protest ad factum: niemand kan rechtsreeks tot een daad
gedwongen worden
Onvolkomen rechtsregels: rechtsregels die kunnen worden geschonden zonder de
mogelijkheid van een sanctie.
Termijn van orde: een termijn die is voorzien om een handeling te stellen, maar waar
op de overschrijding geen enkele sanctie staat.
Lex talionis: vergeldingsrecht( oog om oog, tand om tand)
Rechtsfamilie: verschillende rechtsstelsels die op basis van één of meerdere criteria
kunnen samengebracht worden in een specifieke groep
Equity law: wie geen recht kan halen voor koninklijke rechtbank verzoekt (petition) de
Koning om voor een billijke (equity) oplossing te zorgen
Geseculariseerde staten:scheidingvan Kerk en Staat
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur juliettevandevelde. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.