1e bachelor orthopedagogie
Recht
Hogeschool Gent
Lies Poppe
Schooljaar 2021 - 2022
, Inhoudstafel
DEEL 1: INLEIDING TOT HET RECHT
H1: INLEIDING
1. DEFINITIE
2. KENMERKEN VAN HET RECHT
2.1. HET RECHT IS EEN GEHEEL VAN REGELS, REGELINGEN EN INSTELLINGEN
2.2. HET RECHT VARIEERT IN TIJD EN PLAATS
2.3. LIBERTÉ
2.4. FRATERNITÉ
2.5. ÉGALITÉ
2.6. ANDERE POLITIEKE STROMINGEN
2.7. ECOLOGISME
2.8. JURIDISERING
3. HET RECHT HEEFT EEN DWINGEND KARAKTER
H2: INDELING VH RECHT
1. DWINGEND VS SUPPLETIEF RECHT
1.1. DWINGEND RECHT
1.2. SUPPLETIEF RECHT
2. NATIONAAL VS INTERNATIONAAL
3. PRIVAAT VS PUBLIEK
4. DE VERSCHILLENDE RECHTSTAKKEN
4.1. BURGERLIJK RECHT (BR)
4.2. ONDERNEMINGSRECHT (OR)
4.3. SOCIAAL RECHT (SOC)
4.4. BURGERLIJK PROCESRECHT (BPR)
4.5. INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT (IPR)
4.6. GRONDWETTTELIJK RECHT (GWR)
4.7. ADMINISTRATIEF RECHT (ADM)
4.8. FISCAAL (FIS) EN BEGROTINGSRECHT
4.9. STRAFRECHT (STR)
4.10. INTERNATIONAAL PUBLIEKRECHT
4.11. EUROPEES RECHT
H3: BRONNEN VAN HET RECHT
1. INDELING
2. HET VERDRAG
3. WETGEVING
3.1. DE GRONDWET
3.1.1 HET WIJZIGEN VAN DE GRONDWET – PROCEDURE
3.1.2 NATIONAAL RECHT: HIËRARCHIE
3.2. WET/DECREET/ORDONNANTIE
3.3 REGLEMENTEN VAN DE LOKALE BESTUREN
3.5 GRONDWETTELIJKE HOF VERSUS RAAD VAN STATE
4. DE GEWOONTE
5. DE RECHTSPRAAK
6. DE RECHTSLEER
7. ALGEMENE RECHTSBEGINSELEN
1
,H4: DE PERSOON
1. BEGRIPPEN
1.1 PERSONEN- EN FAMILIERECHT
1.2 DE PERSOON
2. DE RECHTSPERSOON
2.1 PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN
2.2 PRIVAATRECHTELIJKE RECHTSPERSONEN
2.3 DE FEITELIJKE VERENIGING
3. DE NATUURLIJKE PERSOON
3.1 HET LICHAAM
3.1.1 BESCHERMING VAN HET LICHAAM TEGEN AANTASTING DOOR DERDEN
3.1.2 HET BIJZONDERE GEVAL VAN MEDISCHE HANDELING
3.1.3 DE BESCHERMING VAN HET LICHAAM EN ZELFBESCHIKKINGSRECHT VAN HET INDIVIDU
3.2 HET LEVEN
3.2.1 DE AANVANG VAN HET JURIDISCH LEVEN
3.2.2 HET EINDE VAN HET JURIDISCH LEVEN
4. DE STAAT VAN DE PERSOON
5. DE BEKWAAMHEID VAN DE PERSOON
5.1 RECHTSONBEKWAAMHEID
5.1.1 VREEMDELINGEN
5.1.2 VEROORDEELDEN
5.1.3 SPECIALE GEVALLEN
5.2 HANDELINGSONBEKWAAMHEID
5.2.1 DE MINDERJARIGE
5.2.2 GEDWONGEN OPNAME VAN GEESTESZIEKEN
5.2.3 DE AANSTELLING VAN EEN BEWINDVOERDER
6. BEWIJS VAN STAAT EN BEKWAAMHEID
H5: DE ATTRIBUTEN VAN DE PERSOON
1. DE NAAM
1.1 DE FAMILIENAAM
1.1.1 CATEGORIEËN FAMILIENAMEN IN BELGIË
1.1.2 GEHUWDEN
1.2 DE VOORNAAM
1.3 DE HANDELSNAAM
1.4 PROCEDURE TOT NAAMSVERBETERING EN NAAMSVERANDERING
1.4.1 NAAMSVERBETERING
1.4.2 NAAMSVERANDERING
2. DE WOONPLAATS
2.1 UITZONDERING OP DOMICILIE
2.2 HUURWONING
3. DE NATIONALITEIT
3.1 DE TOEKENNING VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT
3.1.1 TOEKENNING OP GROND VAN DE NATIONALITEIT VAN VADER OF MOEDER
3.1.2 TOEKENNING OP GROND VAN ADOPTIE
3.1.3 TOEKENNING OP GROND VAN DE GEBOORTE IN BELGIË
3.1.4 TOEKENNING ALS GEVOLG VAN EEN AKTE VAN VERKRIJGING
3.2 DE VERKRIJGING VAN DE BELGISCHE NATIONALITEIT
3.2.1 VERKRIJGING DOOR NATIONALITEITSVERKLARING
3.2.2 VERKRIJGING DOOR NATURALISATIE
2
, 3.3 VERLIES VAN NATIONALITEIT
H6: HET HUWELIJK
1. BEGRIP
1.1 VERWANTEN IN RECHTE LIJN
1.2 SOORTEN SAMENLEVINGSVORMEN
1.3 HUWELIJK
2. GRONDVEREISTEN
2.1 POSITIEVE GRONDVEREISTEN
2.1.1 GESLACHT
2.1.2 LEEFTIJD
2.1.3 TOESTEMMING VAN DE ECHTGENOOT
2.2 NEGATIEVE GRONDVEREISTEN
2.2.1 GEEN BIGAMIE/POLYGAMIE
2.2.2 GEEN BLOED- OF AANVERWANTSCHAP IN VERBODEN GRAAD
3. VORMVEREISTEN
4. GEVOLGEN VAN HET HUWELIJK WAT BETREFT DE PERSOON VAN DE ECHTGENOOT
4.1 SAMENWONINGSPLICHT
4.2 GETROUWHEIDSPLICHT
4.3 HULP- EN BIJSTANDSVERPLICHTING
4.4 PROCEDURE BIJ PROBLEMEN TIJDENS HET HUWELIJK
H7: ECHTSCHEIDING
1. ECHTSCHEIDING OP DE GROND VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING (EOO)
1.1 EERSTE VARIAT: HET BEWIJS VAN ONHERSTELBARE ONTWRICHTING
1.1.1 EERSTE GROND: OVERSPEL
1.1.2 TWEEDE GROND: GEWELDDADEN EN MISHANDELINGEN
1.1.3 DERDE GROND: GROVE BELEDIGINGEN
1.2 TWEEDE VARIANT: FEITELIJKE SCHEIDING
1.3 SAMENGEVAT
2. ECHTSCHEIDING DOOR ONDERLINGE TOESTEMMING (EOT)
H8: AFSTAMMING
1. BEGRIP
1.1 DE AFSTAMMING LANGS MOEDERSZIJDE
1.1.1 REGEL: DOOR DE GEBOORTEAKTE
1.1.2 UITZONDERING: DE ERKENNING
1.1.3 UITZONDERING OP UITZONDERING: DE GERECHTELIJKE VASTSTELLING
1.2 DE AFSTAMMING LANGS VADERSZIJDE
1.2.1 DE MOEDER VAN HET KIND IS GEHUWD: VERMOEDEN VAN VADERSCHAP
1.2.2 DE MOEDER VAN HET KIND IS NIET GEHUWD: DE ERKENNING
1.2.3 DE GERECHTELIJKE VASTSTELLING
H9: ADOPTIE
1. BINNENLANDSE ADOPTIE
3
, 2. INTERLANDELIJKE PROCEDURE
H10: OUDERLIJKE RECHTEN EN PLICHTEN
1. OUDERLIJKE PLICHTEN
1.1 ALGEMEEN
1.2 DE ONDERHOUDSPLICHT VOOR MINDERJARIGE KINDEREN
1.3 DE ONDERHOUDSPLICHT VOOR MEERDERJARIGE KINDEREN
2. OUDERLIJKE RECHTEN
2.1 HET OUDERLIJK GEZAG
2.1.1 DE INHOUD VAN HET OUDERLIJK GEZAG
2.1.2 DE UITOEFENING VAN HET OUDERLIJK GEZAG
2.1.2.1 EERSTE HYPOTHESE: DE OUDERS LEVEN SAMEN (AL DAN NIET GEHUWD)
2.1.2.2 TWEEDE HYPOTHESE: DE OUDERS LEVEN NIET SAMEN
2.2 HET RECHT OP PERSOONLIJK CONTACT VAN ANDERE PERSONEN
2.2.1 HET RECHT VAN PERSOONLIJK CONTACT VAN DE GROOTOUDERS
2.2.2 HET RECHT OP PERSOONLIJK CONTACT VAN DERDEN
2.3 ONDERHOUDSPLICHT VAN DE KINDEREN TEGENOVER HUN OUDERS
3. DE ONTVOODING
3.1 ONTVOOGDING DOOR HUWELIJK
3.2 VRIJWILLIGE ONTVOOGDING
H11: DE VOOGDIJ
1. VOOGDIJORGANEN
1.1 DE VOOGD
1.2 TOEZIEND VOOGD
2. WERKING VAN DE VOOGDIJ
H12: INLEIDING TOT HET VERBINTENISSENRECHT
1. BEGRIP
2. BRONNEN VAN VERBINTENISSEN
H13: DE ONRECHTMATIGE DAAD
1. ALGEMEEN
2. DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR EIGEN FOUT
2.1 DE FOUT
2.2 DE SCHADE
2.3 HET CAUSAAL VERBAND
3. DE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ANDERMANS DAAD
3.1 DE OUDERS
3.2 WERKGEVERS
3.3 LEERKRACHTEN EN AMBACHTSLUI
4. DEAANSPRAKELIJKHEID VOOR ZAKEN
4.1 DIEREN
4.2 GEBOUWEN
4.3 ZAKEN
4
,5. BIJZONDERE TOEPASSING: BEROEPSGEHEIM
5
, RECHT
DEEL 1: INLEIDING TOT HET RECHT
H1: INLEIDING
1. DEFINITIE
Recht = het geheel der regels die op een bepaald tijdstip, in een bepaalde gemeenschap gelden en op
haar gezag zijn vastgesteld
Definitie bestaat uit 4 elementen:
1. geheel der regels
2. op een bepaald tijdstip
3. in een bepaalde gemeenschap
4. op haar gezag vastgesteld: dwingend karakter
2. KENMERKEN VAN HET RECHT
2.1. HET RECHT IS EEN GEHEEL VAN REGELS, REGELINGEN EN INSTELLINGEN
Er zijn een tal van regels voor individuen 5 soorten bepalingen:
1. Gebodsbepalingen: je moet iets doen
opkomstplicht: je moet komen naar het stembureau, maar je bent niet verplicht om te
stemmen op iemand
leerplicht: vanaf een bepaalde leeftijd zijn kinderen verplicht om te leren
→ enkel LEERplicht, geen SCHOOLplicht
aangifte van geboorte: binnen de 3 dagen na de geboorte van de baby, aangifte doen
bij de gemeente waar het kind geboren is
dienstplicht: verplichting tot het tijdelijk vervullen van werkzaamheden binnen de
krijgsmacht
→ België: dienstplicht opgeschort: kan terug ingevoerd worden bij oorlogsdreiging
belastingplicht: iedereen is verplicht belastingen te betalen > bestaat uit aangifte- en
betalingsplicht
2. Verbodsbepalingen: je mag iets niet doen
verbod op bigamie: verboden om meer dan één huwelijk af te sluiten
oneerlijke handelspraktijken: je mag geen bedrieglijke informatie geven of verspreiden
bv. je mag geen product rechtstreeks adverteren aan kinderen
strafrecht: het strafwetboek staat vol verbodsbepalingen
3. Verlofbepalingen: je mag kiezen of je de regels gebruikt
index van woninghuur: de huurprijs vastmaken aan de evolutie van de welvaart = stijgt
de index, dan stijgt de huur, idem dito voor als de index daalt
→ index van woninghuur is van toepassing op elke woninghuur, tenzij het contract
expliciet zegt van niet
huwelijksrecht: het opstellen van een huwelijkscontract
→ wanneer er geen huwelijkscontract wordt opgesteld val je automatisch terug op
stelsel van gemeenschappelijke aanwinsten
4. Technische regels: leggen plichten op met oog op uniformiteit
dagvaarding, identiteitskaart en akten van burgerlijke staat: hoe moet iets eruit zien,
zodat alles dezelfde informatie bevat?
5. Individuele beslissingen: regels met geen algemene draagwijdte
vonnissen of arresten, bouwvergunningen en benoemingen → regels gelden enkel voor
de personen waarop ze betrekking hebben
2.2. HET RECHT VARIEERT IN TIJD EN PLAATS
6
,Recht en regels zijn een instrument in handen van machthebbers om ons in een bepaalde richting te
sturen om de samenleving op een bepaalde manier te ordenen, volgens hun inzichten
bv. premies van zonnepanelen, isolatienormen, elektrische wagens (afstraffen van benzine- en
dieselwagens)
1789: Franse Revolutie = ijkpunt: moment dat er gebroken en afgerekend werd met de middeleeuwen
(zaten vol geweld, standenmaatschappij)
→ middeleeuwen: adel had alle macht
→ mensen in een lagere stand werden als slaven behandeld
→ bevolking wou met Franse Revolutie komaf maken met alle privileges van de adel
Er ontstaan nieuwe waarden:
“Liberté, égalité et fraternité!”
(vrijheid, gelijkheid en broederschap)
2.2.1. LIBERTÉ
Liberalisme = streven naar zoveel mogelijk vrijheid van het individu
PARTIJEN:
Open VLD
Spirit
LDD
MR
Vlott
VERTEGENWOORDIGERS:
Federale regering: uitvoerende macht van België
· Alexander De Croo
o Premier van België
o Open VLD
· Vincent van Quickenborne
o Minister van Justitie Alexander De Vincent van Sophie Wilmès
o Open VLD Croo Quickenborne
· Sophie Wilmès
o Minister van Buitenlandse Zaken
o MR
Vlaamse regering
· Bart Somers
o Viceminister-president
o Open VLD
· Lydia Peeters Bart Somers Lydia Peeters
o Vlaams Minister van Mobiliteit en Openbare Werken
o Open VLD
GESCHIEDENIS
1831: hoofdstuk Rechten en Vrijheden toegevoegd in Grondwet
→ baanbrekend: België was eerste land (op het Europese vaste land dat dit deed
→ individu beschermen tegen de overheid
→ decennia lang was er grote onderdrukking: vrijheid was de perfecte reactie op die onderdrukking
7
, Liberalen zijn sindsdien altijd mee aan zet geweest: hebben principe van belastingverlaging
vooropgesteld → willen dat de burger zoveel mogelijk zijn zaken zelf kan regelen (goed voor de
sterken in de samenleving, minder voor de zwakken
2.2.2. FRATERNITÉ
Christen Democratie = christelijke opvattingen, oog voor gemeenschapszin en naastenliefde
Fraternité of broederschap
→ eerder omschreven als solidariteit/naastenliefde
→ meer religieus getint
PARTIJEN
CD&V
cdH
→ zusterpartijen hebben niet zo goede band: CD&V is iets meer rechts, cdH is iets meer links
VERTEGENWOORDIGERS
Federale regering
· Vincent Van Peteghem
o Minister van Financiën, belast met Coördinatie van Fraude
o CD&V
· Annelies Verlinden Vincent Van Annelies Verlinden Sammy Mahdi
Peteghem
o Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele
Hervormingen en Democratische Vernieuwing
o CD&V
· Sammy Mahdi
o Staatssecretaris voor Asiel en Migratie
o CD&V
Vlaamse regering
· Hilde Crevits
o Viceminister-president van de Vlaamse Regering,
Vlaams Minister voor Economie, Innovatie, Werk,
Sociale economie en Landbouw
Hilde Crevits Wouter Beke Benjamin Dalle
o CD&V
· Wouter Beke
o Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
o CD&V
· Benjamin Dalle
o Minister voor Brussel, Jeugd en Media
o CD&V
GESCHIEDENIS
Onze samenleving is doordrongen van christendemocratische gedachtengoed
bv. verbod op bigamie (komt uit christelijke leer)
→ onze volledige samenleving is hierop gebaseerd
Kantelpunt in 1990 met abortuskwestie men wou toen abortus uit de strafwetten halen
→ Koning Boudewijn weigerde de abortuswet te ondertekenen, hoewel hij grondwettelijk verplicht was
→ CD&V heeft toen koningshuis gered door artikel Als de koning niet instaat is te regering, kan de
regering tijdelijk overnemen
8
, Kindergeld is altijd het christendemocratisch stokpaardje geweest
→ vroeger: hoe meer christelijke kinderen, hoe meer we op wereldvlak kunnen domineren
2.2.3. ÉGALITÉ
Socialisme = ieder moet dezelfde mogelijkheden krijgen
Communisme = iedereen moet helemaal gelijk behandeld worden
PARTIJEN
Vooruit
PS
Spirit
PVDA
PTB
VERTEGENWOORDIGERS
Federale regering
· Frank Vandenbroucke
o Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken
o Vooruit
· Meryame Kitir
o Minister van Ontwikkelingssamenwerking
o Vooruit
· Pierre-Yves Dermange
o Vicepremier en Minister van Werk
o PS
· Karine Lalieux
o Minister van Pensioen en Maatschappelijke Integratie
o PS
· Ludivine Dedonder
o Minister van Defensie
o PS
· Thomas Dermine
o Staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen
o PS
Frank Vandenbroucke Meryame Kitir Pierre-Yves Dermange Karine Lalieux Ludivine Dedonder Thomas Dermine
GESCHIEDENIS
Oorsprong: Karl Marx > tijd van Daens
Na Industriële Revolutie: veel armoede
→ arbeiders verrichten zwaar/gevaarlijk werk: situatie was onhoudbaar
9