Dit document bevat de vragen en de antwoorden van het tentamen Inleiding Inkomstenbelasting DGA van maart 2017. Inleiding Inkomstenbelasting DGA is onderdeel van de bachelor en minor Fiscaal Recht.
Alvorens aan te vangen met de beantwoording, wordt aangeraden kennis te nemen van het volgende.
1. Vermeld op elk antwoordenvel uw volledige naam en collegekaartnummer, en geef aan of u het tentamen
aflegt in het kader van de bachelor dan wel de master.
2. Het tentamen bestaat uit 3 opgaven. Gebruik voor beantwoording van iedere opgave steeds een
nieuw antwoordvel!
3. Het resultaat geldt als voldoende bij 55 punten of meer. Maximaal wordt het cijfer 10 toegekend. In de
onderstaande tabel is de puntenverdeling aangegeven per opgave.
Puntenverdeling per opgave
Opgave 1 31
Opgave 2 36
Opgave 3 33
Totaal aantal punten 100
4. Toegestaan materiaal om tijdens het tentamen te raadplegen:
• niet-geannoteerde teksteditie van de Nederlandse belastingwetgeving (bijvoorbeeld Belastingwetten,
Kluwer, 2017);
• rekenmachine.
5. Beantwoord in correct en leesbaar Nederlands en vermeld zoveel mogelijk relevante wetsbepalingen en
jurisprudentie. Motiveer de beantwoording. Een beantwoording met simpel een ‘ja’ of een ‘nee’ is
onvoldoende.
6. Leg op uw tafel zichtbaar een geldige collegekaart en een geldig identiteitsbewijs neer.
7. Tenzij anders vermeld, zijn alle genoemde personen c.q. lichamen feitelijk in Nederland woonachtig c.q.
gevestigd.
8. U kunt de beantwoording inleveren en vertrekken één uur na aanvang van het tentamen.
9. De nabespreking van het tentamen vindt plaats op donderdag 4 mei 2017 van 9:30 uur tot 10:30 uur in
zaal 001A, Vendelstraat 8 te Amsterdam. Dit is tevens de enige inzagemogelijkheid. Het is geen vrije
inloop. Indien u de nabespreking/inzagemogelijkheid wilt bijwonen, dient u aanwezig te zijn vanaf 9:30
uur.
Succes met het tentamen!
1
, Opgave 1 (31 punten)
Deze opgave begint met twee stellingen inzake het subject voor het aanmerkelijk belang.
Stelling 1: Een natuurlijk persoon met een ‘economisch’ belang van 5% of meer in een vennootschap is altijd
aanmerkelijkbelanghouder.
Stelling 2: Artikel 4.7 lid 2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 moet zo worden uitgelegd dat alle aandelen, die
zich uitsluitend onderscheiden door een verschil in zeggenschap, tot dezelfde soort behoren.
a. Bepaal of u het eens dan wel oneens bent met de eerste stelling en onderbouw uw standpunt (5 punten).
b. Bepaal of u het eens dan wel oneens bent met de tweede stelling en onderbouw uw standpunt (5 punten).
Het vervolg van deze opgave bestaat uit een casus.
Mevrouw Cremer heeft in 2010 La Crème BV opgericht, waarin een onderneming in cosmetica wordt gedreven. De
verkrijgingsprijs van de aandelen bedraagt € 50.000. De zaken gaan ieder jaar beter en in 2016 besluit mevrouw
Cremer een langgekoesterde wens te realiseren, namelijk om in Parijs te gaan wonen. Op 1 januari 2017
emigreert ze van Nederland naar Frankrijk. De waarde in het economisch verkeer van de aandelen in La Crème BV
bedraagt dan € 850.000. Niet lang daarna, op 1 april 2017, wordt ook de feitelijke leiding van La Crème BV naar
Parijs verplaatst. De waarde van de aandelen is dan gestegen naar € 890.000.
c. Analyseer de casus en beschrijf welke aanmerkelijkbelanggevolgen de verplaatsing van de feitelijke leiding
heeft voor mevrouw Cremer. Betrek bij de beantwoording ook de relevante bepalingen uit de
Invorderingswet 1990 (11 punten).
In de herfst van 2017 overlijdt mevrouw Cremer plotseling. Op dat moment is de waarde in het economisch
verkeer van de aandelen in La Crème BV € 800.000. Die waarde is voor een bedrag van € 775.000 toe te rekenen
aan ondernemingsvermogen en voor € 25.000 aan beleggingsvermogen. Mevrouw Cremer heeft haar in
Amsterdam woonachtige neef Philip tot haar enig erfgenaam benoemd.
d. Veronderstel dat mevrouw Cremer de Nederlandse nationaliteit had en dat Philip daarom erfbelasting in
Nederland is verschuldigd over de door hem geërfde aandelen in La Crème BV o.g.v. art. 3 lid 1
Successiewet 1956. In Frankrijk is hij in beginsel ook erfbelasting verschuldigd, maar dat gegeven kunt u
negeren. Bereken hoeveel erfbelasting Philip in Nederland over de aandelen moet betalen onder verwijzing
naar de relevante wetsartikelen. Een eventuele inkomstenbelastinglatentie en de reguliere vrijstelling van
artikel 32 lid 1 onderdeel f SW 1956 kunt u hierbij buiten aanmerking laten (10 punten).
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Jordyf18. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.