Psychodiagnostiek bij kinderen en jongeren 1D
Theoritische basis
1. Inleiding
Diagnostiek
o Hele proces van aanmelding tot conclusie vb. diagnose, advies, beslissingen…
o Wat is er aan de hand met dit kind?
o Zin en onzin van ‘labelen’?
Pro Contra
Recht op faciliteiten Hokjes denken
Ervaringen uitwisselen Zorgt voor ziektebeeld
Opluchting Lager zelfbeeld
Middel om juiste behandeling te zoeken Alles koppelen aan diagnose
Kan dingen verhelderen
o Begeleiding: alle methodieken om een kind te ondersteunen
2. Wat is diagnostiek?
Hypothesen opstellen over wat er aan de hand is en toetsen door onderzoek
Diagnose is GEEN doel op zich
o Obv. deze informatie nagaan hoe we dit kind best gaan begeleiden
= handelingsgerichte diagnostiek (=diagnose die aanknopingspunten oplevert voor behandeling,
begeleiding, aanpak)
Niet enkel tekorten maar ook sterktes
o Aandacht voor het kind achter het label
3. Soorten diagnostiek
Verschillen indelingen mogelijk
o Onderkennende vs verklarende vs handelingsgerichte diagnostiek
o Screening vs diagnostisch onderzoek vs assessment
In praktijk moeilijk te onderscheiden: grenzen zijn vaag, lopen door elkaar of in elkaar over
Indeling is afhankelijk van stoornis die geanalyseerd wordt
3.1. Eerste indeling
o Onderkennende diagnostiek
OF (categoriaal) classificerende diagnostiek
Wat is er met dit kind aan de hand?
Aan de hand van screening en diagnostisch onderzoek
1
,Psychodiagnostiek bij kinderen en jongeren 1D
Resultaat: (formele) onderkennende diagnose vb. ADHD of dyslexie bij de OS: beschrijvend (NIET
verklarend) van aard
o Verklarende diagnostiek
OF etiologische diagnostiek
Wat is de oorzaak van dit probleem? Waarom heeft dit kind stoornis x?
Resultaat: verklarende diagnose
op het genetische, neurobiologische of neuropsychologische analyseniveau
Bij OS:
heel moeilijke kwestie
weinig nut => relevanter is de vraag wat er aan de hand is (onderkennende diagnose)
om dan te gaan bepalen op welke manier daar het best mee kan worden omgegaan
(handelingsgerichte diagnose; zie verder)
Breder: “wat zijn de beïnvloedende factoren die een rol spelen in het functioneren van dit kind?”
Opstellen van een “integratief beeld” (i.e. hypothesen over de samenhang tussen alle
ondersteunende en belemmerende factoren)
ICF model en stoornisspecifieke theoretische modellen als hulpmiddel
Zie handelingsgerichte diagnostiek
o Handelingsgerichte diagnostiek
OF indicerende diagnostiek
Hoe kunnen we dit kind het best begeleiden?
Doel: opstellen van een individueel functioneringsprofiel, het in kaart brengen van de
ondersteuningsnoden en een individuele aanpak op maat van het specifieke kind
Op basis van:
Weten wat er aan de hand is en wat er moet worden veranderd (via onderkennende en
eventueel verklarende diagnostiek)
Informatie over andere factoren binnen kind en over omgevingsfactoren, waarbij men
zowel focust op risicofactoren als op protectieve factoren en mogelijkheden (sterkte-
zwakteanalyse; zie ook assessment)
Resultaat: indicerende diagnose
Lijst met aanbevelingen voor meest gepaste ondersteuning, behandeling en/of
materiële hulpmiddelen voor het kind en zijn omgeving
o Bij de ontwikkelingsstoornissen?
Bij diagnostiek van ontwikkelingsstoornissen wordt bij voorkeur een handelingsgericht
diagnostisch traject doorlopen, waarbij onderkennende diagnose (en in sommige gevallen
aanvullend een verklarende diagnose) een belangrijke plaats inneemt
3.2. Tweede indeling
o Screening
Is er verhoogd risico op stoornis x?
Wanneer?
OF: voorafgaand van diagnostisch onderzoek, in grote groep
(preventie vb. kind&gezin, LVS op school)
OF: tijdens 1e fase van onderkennende diagnostiek, individueel
2
,Psychodiagnostiek bij kinderen en jongeren 1D
Voordelen?
Redelijk snel en eenvoudig af te nemen
Aanwijzing voor verder diagnostische onderzoek
Richting voor hypothesen
Maakt vroeg detectie mogelijk
o Diagnostisch onderzoek
Heeft dit kind stoornis x?
Wanneer?
Bij onderkennende/ classificerende diagnostiek wanneer specifieke hypothesen worden
getoetst
Resultaat: formele onderkennende diagnose (vb. via criteria DSM-5)
o Assessment
Sterkte-zwakteprofiel: wat zijn de sterke en zwakke kanten van dit kind?
Belang: aanknopingspunten voor het opstellen van behandelingsplan
Zwakke punten: waaraan men kan werken
Sterke punten: waarop men kan steunen
Wanneer?
Tijdens de screening en diagnostisch onderzoek + eventueel bijkomend specifieker
onderzoek
OOK omgevingsfactoren
Zo compleet mogelijk beeld = nodig voor meest optimale handelingsplan
4. Diagnostische instrumenten
Soorten
o Vragenlijst
o Klinisch interview ongestructureerd – semi-gestructureerd – gestructureerd
o Observatie(schaal)
o Testprocedure: IQ test - neuropsychologische test - …
Doel
o Screening
o Diagnostisch onderzoek
o Assessment
4.1. Screeningsinstrumenten
o Doel: screenen voor bepaalde problematiek(en)
o Soorten instrumenten (bij OS: vaak vragenlijsten)
Brede: inventariseren van uiteenlopende probleemgedragingen vb. ASEBA vragenlijsten
Specifieke: gericht op beperkt aantal probleemgedragingen vb. VvGK
o Onderkennende diagnose pas mogelijk na bijkomend diagnostisch onderzoek (met diagnostische
instrumenten)
3
, Psychodiagnostiek bij kinderen en jongeren 1D
4.2. Diagnostische instrumenten tijdens onderzoek
o Doel: hypothesen toetsen tijdens het diagnostisch onderzoek om eventueel onderkennende diagnose te
stellen
o Soorten instrumenten: tests, observatieschalen en interviews die specifiek werden ontwikkeld voor het
onderzoeken van een bepaalde stoornis
o Tijdsintensief
o Keuze:
Kindfactoren vb. leeftijd, anderstaligheid, gekende problemen
Psychometrische kwaliteiten
4.3. Assessmentinstrumenten
o Doel: brede assessment (sterkte-zwakteanalyse)
o Soorten instrumenten: vragenlijsten, interviews, observaties, tests
Verschil met screenings- en diagnostische instrumenten: NIET voor stellen onderkennende
diagnose maar aanvullende info voor opstellen (be)handelingsplan
Afhankelijk van de gestelde diagnostische hypothese
o Info verzamelen over
De omgeving
Kind op diverse ontwikkelingsdomeinen
Intelligentie- of ontwikkelingsonderzoek: bij voorkeur bij vermoeden OS
Neuropsychologisch functioneren → neuropsychologische tests
o GEEN nut voor stellen diagnose
o Wel nuttige informatie voor behandelplan
o Dus NIET op zichzelf afgenomen maar deel van groter onderzoeksproces
4.4. Aantal voorbeelden van de algemene instrumenten
o Screeningsinstrumenten
ASEBA vragenlijsten
Child Behavior CheckList (CBCL)
Teacher’s Report Form (TRF)
Youth Self Report (YSR)
Strenghts and Difficulties Questionnaire (SDQ)
o Diagnostisch instrument
Diagnostic Interview Schedule for Children (DISC)
o Assessmentinstrumenten
Neuropsychologisch testmateriaal
4.4.1. ASEBA (CBCL)
In kaart brengen van gedrags- en emotionele problemen
CBCL
= Gedragsvragenlijst voor kinderen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur zinaswijngedouw. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.