Bloedsomloop
H1 Arteriële vaatpathologie
- Occlusief lijden:
o Atheromateus (95%!, door CV risicofactoren)
o Niet atheromateus
o Perifeer
o Visceraal
o Extra craniaal
o Acuut
o Chronisch (stilletjes aan vernauwingen ontstaan, kan stabiel zijn of evolueren
(gunstig of niet)
- Aneurysmatisch lijden
- Dissectie
Atherosclerose is systeemziekte! Ook al beperkt tot lokaal probleem? Bevraag actief symptomen in
ALLE vaatterritoira: hart, OL, halsslagaders, nierslagaders/digestieve arteries want SYSTEEMZIEKTE
+ op termijn RF indekken (want kan nu opgelost worden, maar willen ook op langere termijn
tegenhouden)
RF: roken, obesitas, sedentaire levensstijl, leeftijd (in regel oude pt met mogelijks veel comorb),
geslacht, genen, diabetes, hypertensie, stress, hoge cholesterol
1. KO
Moet volgens schema gebeuren en uitgebreid:
- Inspectie
o Trofische stoornissen: droge huid, doffe, gele nagels, minder beharing (kan alleen
nuttig zijn indien asymmetrisch), traag helende wonden
o Kleurverandering huid: alleen opvallend indien ernstige ischemie (cijfers NK)
Indien er is: bleke kleur in
liggende houding en vooral
bij been omhoog
(elevatietest): leeglopen
venen; hoe erger
insufficiëntie? Sneller
ontkleuring en trager vullen
Afhangende positie:
reactieve hyperemie door extreme vasodilatatie andere bloedvaten
- Palpatie
o Perifere pulsaties: aanwezigheid + kwaliteit! Vergelijk beide ledematen, start vanaf
aorta. Ook al perifere pulsaties? SLUIT ARTERIËLE INSUFF NIET UIT kan nog
voldoende bevloeid worden door collateralen
Herhalen na inspanning: dan verdwijnt het
o Huidtemperatuur
Met handrug vergelijk beide, voeten moeten voldoende onbedekt
hebben geweest in warme omgeving. Verschil? Belangrijk vaatlijden
, MAAR! Onbetrouwbaar: chronische ischemie? Continu vasodilatatie
Hot knee: inflammatie, maar ook ischemie lichaam past zich aan:
collateralen vormen meer bloedvaten warmte
- Auscultatie: gans systeem. Geruis door turbulentie distaal van stenose. Neemt toe in
intensiteit na inspanning; geruis verdwijnt na volledige occlusie <-> fysiologisch bij heel
soepele vaten (jonge mensen)
2. Technische onderzoeken
Diagnose: dopplerdrukmeting voor en na inspanning + teendrukken, transcutane PO2 meting
Therapeutische planning: duplex, angioMR, angioCT, arteriografie
2.1. Doppler onderzoek
Kristal zendt ultrageluidsignaal uit met frequentie via probe door huid naar bloedvat. Straalt botst
daar op stromende RBC en teruggekaatst frequentie verandert: afhankelijk van stroomsnelheid
weergegeven op grafiek: normaal trifasisch. Stenose? Bifasisch of zelf monofasisch.
Signaal = bloedstroom snelheid RBC: flowsnelheid en flowspectrum stenosegraad bepalen
Senor = systolische bloeddruk meten
- Enkel arm index (EAI): meten bloeddruk thv a brachialis (hoogste nemen) beide armen en
enkelarteries beide benen
Normaal >1. Bij vaatlijden: drukval na stenose
lagere EAI: 0,5-0,9: matig tot gemiddeld; 0-0,5:
ernstig!
Wel in tijd vergelijken, want is op dat moment van systolische bloeddruk JUIST OP DAT MOMENT
+ kan in rust normaal zijn, maar na inspanning gedaald!
SWS bij enkeldruk <70mmHg: ernstige ischemie
MAAR!!! EAI kan vals verhoogd zijn bij ernstige verkalking: bloedvaten niet meer comprimeerbaar
door manchette + obstructie 1 vd parallele slagaders? Geen drukdaling + geïsoleerde obstructie
voetslagaders ook geen daling enkeldruk
2.2. Looptest
Duidelijke anamnese, maar toch normaal KO? Wss compensatie door collateralen. Wandelen? Kan
niet voldoende leveren bloeddrukval EAI zal dalen
Looptest = bepaalde afstand proberen afleggen. Pijnvrije loopafstand en maximale loopafstand
bepalen. Voor en na EAI meten en vergelijken.
2.3. Meting transcutane zuurstofspanning (tcPO2)
Zuurstofspanning aan huid gemeten huidischemie? Gebruikt voor bepalen amputatieniveau of
leefbaarheid huid rond ulcus. Zegt pas iets indien rustpijn of huidletsels. Normaal 55mmHg
Neuropathie? Dit niet gedaald, want is zenuwen die zijn aangetast!
2.4. Echodoppler of duplex
= echo + doppler
Echo: bloedvat identificeren, wanddikte meten, vaatletsels opsporen, doppler richten (anatomie)
Doppler: snelheid RBC meten + stenosegraad afgeluid uit analyse flowsnelheid en spectrum
(hemodynamisch)
2
, 2.5. CT angio
Vaatlumen + vaatwand visualisatie ook aneurysma’s bekijken. Ook info over weefsels en organen
rondom bloedvaten
2.6. MR angio
3D beeld van arteries. Info over lumen arteries, minder over wand.
2.7. Intra-arteriële katheterangiografie
Via percutane punctie in arterie contraststof met katheter intra-arterieel ingespoten om arteries te
visualiseren. Soms terwijl ook endovasculaire therapeutische act gedaan. Ook subtractiemethode
gedaan: botstructuren weg enkel vaatboom duidelijk. Voor totaalbeeld te krijgen vaak voor
behandeling (alle angiografies)
Verwikkelingen: hematoom thv punctieplaats met noodzaak tot transfusie, pseudo-aneurysma met
noodzaak tot chirurgische behandeling, fistel, trombose en embolie.
3. Soorten arteriële insufficiëntie
3.1.Chronische arteriële insufficiëntie OL
= perifeer arterieel vaatlijden (PAV), meestal door atherosclerose (NIET ATHEROMATEUZE
OORZAKEN ZIJN ZELDZAAM)
a. Prevalentie:
- Volgens klachten: vanaf fontaine IIa
- Volgens daling EAI: veel meer mensen!!!
Prevalentie stijgt met leeftijd. Vrouwen<mannen: mogelijks beschermende effect hormonen. Roken
en diabetes> hypertensie en hyperlipidemie invloed deze beïnvloeden voor preventie + vermijden
progressie.
Sowieso hogere mortaliteit want ook vaak hersen- en hartbloedvaten aangetast. Neemt evenredig
toe met ernst vaatlijden
Vooral atherosclerose waar endotheel beschadigd is: mechanisch (zeer hoge schuifkrachten (bv
perifeer door hoge drukken), of lage druk maar veel turbulentie thv splitsingen) of chemisch.
Evolutie: meerderheid klachten zelflimiterend (vrij stabiel verloop of verbeteren). 20-25%: klachten
toenemen interventie. 2% evolutie naar kritische ischemie interventie amputatie vermijden
b. Symptomen
Ernst afhankelijk van bepaalde factoren:
- Lokalisatie letsels (wordt wat bepaald door RF:
o Roken: typisch aorta iliacaal en femoraal
o Ouderdom: onderbeen pathologie
o Diabetes: onderbeen
- Ernst aanwezige stenose
- Aanwezigheid en uitgebreidheid collaterale circulatie (kan heel verschillend zijn binnen pt)
- Aantal aangetaste niveaus
- Activiteitsgraad pt: niet veel inspanning doen? Je kan al vergevorderd lijden hebben voor pt
klachten heeft
3
, 4 stadia onderverdeeld (stadia van Fontaine)
- Asymptomatisch vaatlijden: I
o Toevallige vondst, redelijk wat reserve
o Stenosen thv slagaders enkel symptomen indien stenose (bij inspanning)
hemodynamisch signifcant worden
o Uitgebreide collaterale circulatie
o Vooral oudere personen met vrij sedentair leven (voelen niets want gaan ook geen
inspanning leveren)
o Verdere progressie tegengaan, geen invasieve behandeling
- Claudicatio intermittens: II (bij inspanning)
o Stenose meer uitgesproken bij spierarbeid bloedvoorziening onvoldoende om
aan verhoogde nood te voorzien ischemie en acidose thv spieren
o Klachten
Onaangenaam gevoel in spiergroep (ALTIJD ZELFDE BINNEN 1 PT)
Pijn, spanning, kramp, zwakheid
Na constante hoeveelheid spierarbeid
Sneller bij bergop gaan of zich haasten (traag wandelen? Pas bij
verdere afstand)
Dwingt tot stoppen
Uitzondering: walk through fenomeen wat trager wandelen:
zuurstofniveau past aan, kan toch blijven door wandelen
Rust doet klachten verdwijnen: zuurstofnood daalt terug (ook zonder te
gaan zitten/liggen) = etalagebenen
Localisatie pijn afhankelijk localisatie letsel
Hoge claudicatio (bil, dij)
Lage claudicatio (kuit)
Voet
o IIA: >250m (niet invaliderend)
o IIB: <250m kunnen wandelen
o Of volgens rutherford: 1, 2 en 3 mild, matig en ernstig (vanaf 2: daling enkel arm
index)
- Ischemische rustpijn: III
o Bloedvoorziening zodanig in gedrang ook in rust ischemie
o Paresthesieën en stekende pijnen in acrale delen
Vooral ’s nachts: zwaartekracht door staan valt weg en bloeddruk wat lager
Kan worden verlicht door pijn uit bed te hangen, rondlopen, rechtop
slapen
MAAR voortdurend afhangen? Oedeem voet weefselperfusie
negatief beïnvloeden (hypostatisch oedeem)
Rustpijn: ook in zittende houding (ergere vorm dan nachtelijke pijn)
o Nachtelijke spierkrampen? Frequent bij chronische ischemie MAAR GEEN uiting
ischemie rustpijn
o <-> ischemische neuropathie: niet beïnvloed door houding of inspanning of tijdstip,
koudegevoel, branderig, heel hardnekkig; kunnen wel gevolg zijn van uitgesproken
episodes ischemie = postischemische neuropathie
4