Samenvatting van de lessen, de slides, de gastlessen en het handboek met aanvullend de oefeningen. Enkel de oefeningen van management accounting zijn niet aanwezig omdat de prof een goede verbetersleutel online heeft staan.
ACCOUNTING
MODULE 1: Algemeen Financieel Boekhouden
DEEL I: De Boekhoudkundige Verwerking van Vasta Activa (H7)
Vaste activa omvatten de bezittingen die de vennootschap duurzaam aanwendt voor de bedrijfsuitoefening
Financiële vaste activa (rekening 28)
zijn duurzame beleggingen in aandelen of in vastrentende effecten zoals obligaties van andere ondernemingen
Materiële vaste activa (rekening 22/27)
zijn tastbaar van aard; immatriële (en financiële) vaste activa zijn niet tastbaar van aard
- In bezit voor lange periode
- Ter ondersteuning productie en verkoop goederen en diensten
- Niet bestemd voor verkoop in kader normale bedrijfsactiviteit
- Bestemming beïnvloedt classificatie
o Vrachtwagen in transportbedrijf: vaste activa
o Vrachtwagen bij vrachtwagenproducent: voorraad
Waardering materiële vaste activa bij verwerving – aanschaffingswaarde
Aanschaffingsprijs = aankoopprijs + bijkomende kosten om het goed bedrijfsklaar te maken (transport,
installatie, import belastingen, …)
- Dt 2300 Machine
Ct 4400 Handelsschulden
Vervaardingsprijs
- Boeking in twee stappen, vb voor gebouw:
Dt 6xxx Kosten Dt 2210 Gebouwen
Ct 4xxx Schulden Ct 7200 Geproduceerde vaste activa
- Keuze tussen integrale of variabele kostprijsmethode
Inbrengwaarde = waarde inbreng in natura door aandeelhouder
Waardering materiële vaste activa na verwerving – aanschaffingswaarde aangepast door afschrijvingen
àVoldoet niet aan principe van de
overeenstemming (matching)
,Enkel materiële vaste activa met beperkte gebruiksduur worden afgeschreven
Vb gebouwen, machines (onderhevig aan slijtage en/of technische veroudering), niet: terreinen
Het bepalen van de afschrijvingskost vergt een aantal gegevens:
Afschrijfbare bedrag (AB): gedeelte van de aanschaffingswaarde dat gedurende de gebruiksduur van het goed
als kost wordt geboekt in de RR
- Aanschaffingswaarde – restwaarde (= het bedrag dat de vennootschap kan verkrijgen uit de verkoop van
het goed aan het einde van zijn gebruiksduur. Vb €30.000 (AW) - €5.000 (RW) = €25.000 (AB)
Waarschijnlijke gebruiksduur (n): aantal periodes waarover we het goed afschrijven
Afschrijvingen dienen op systematische wijze te gebeuren
Lineaire afschrijving: afschrijvingen gelijk in elke periode
Degressieve afschrijving: afschrijvingen afnemend, compensatie voor hogere kosten van onderhoud en
herstelling in latere periodes = double declining balance
,Fiscale aspecten rond afschrijvingen
- Fiscus staat enkel lineaire methode toe
- Degressieve afschrijvingsmethoden zorgen voor een sneller belastingsvoordeel
- Als bedrijfseconomische afschrijvingen > fiscaal toegestane afschrijvingen
o Vennootschap wordt belast volgens wat fiscaal is toegestaan
- Fiscus legt minimum afschrijfperiodes op
Immatriële vaste activa (rekening 21)
Identificeerbare ontastbare componenten die een duurzame waarde hebben voor de onderneming en gebruikt
worden voor de bedrijfsactiviteit.
Kosten van ontwikkeling (210)
Kosten van onderzoek – Kosten in verband met oorspronkelijk en planmatig onderzoekswerk waarvan de
onderneming verwacht dat het zal leiden tot nieuwe kennis die ze kan aanwenden voor producten,
productiemethodes, markttechnieken en dergerlijke.
Kosten van ontwikkeling – Kosten in verband met de daaropvolgende stap waarbij de industrieel of commercieel
bruikbare onderzoeksresultaten door de onderneming in gebruik zijn genomen.
Tot 2016: In de Belgische boekhoudwetgeving werd geen onderscheid gemaakt tussen kosten voor onderzoek
en kosten voor ontwikkeling en mochten beide geactiveerd worden op de balans.
Sinds 1 januari 2016: Onderzoekskosten kunnen niet meer geactiveerd worden en moeten als kosten worden
opgenomen gedurende de periode waarin zij zich voordoen.
- Aangezien het moeilijk is om de voordelen van kosten van onderzoek op een betrouwbare (eerlijke en
objectieve) manier te waarderen
- Aangezien het in sommige stadia van onderzoek nog niet zeker is dat sommige voordelen zullen worden
verkregen
Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken (211)
Patent/Octrooi: een door de overheid verstrekt monopolie op een bepaalde uitvinding of ontdekking. Wie een
octrooi heeft op een uitvinding is gerechtigd om als enige de uitvinding toe te passen. De octrooihouder kan
ieder ander verbieden de uitvinding na te maken, te verkopen of in te voeren.
Licenties: een overeenkomst waarbij de houder van een (industrieel) eigendomsrecht zich het recht ontzegt om
zijn erkend of feitelijk bestaand monopolierecht tegen de wederpartij in te roepen. De wederpartij krijgt aldus,
meestal tegen betaling, een vergunning tot het verrichten van handelingen die onder het monopolierecht vallen
Vb. Softwarelicenties/ Franchising zoals McDonalds
Auteursrecht (copyright): een licentieovereenkomst is het recht van de auteur van een boek, film, muziek,
software, … om te bepalen hoe, waar en wanneer zijn werk wordt gepubliceerd of vermenigvuldigd. Dit recht
ontstaat vanzelf bij het maken van zo’n merk.
Merken: Zijn alle benamingen, tekeningen, verpakkingen en andere tekens die dienen om de producten of
diensten van een onderneming te onderscheiden. De merkhouder kan het merk laten registreren hetgeen wil
zeggen dat hij als enige het mag gebruiken voor een bepaald handelsdoel.
Een transfer van een speler kan worden beschouwd als een overdracht van rechten of het tijdelijk verlenen van
rechten mbt een speler
, Goodwill (212)
Het surplus in de prijs dat wordt betaald voor de overname van een andere onderneming ten opzichte van de
reële marktwaarde van de actief – min de passiefbestanddelen.
Goodwill ontstaat wegens oa verwachte synergieën, competitief voordeel in de markt, schaalvoordelen,
toegenomen reputatie (merknaam), klantenbestand, …
• Extern aangekocht -> op balans tegen aanschaffingswaarde
• Zelf tot stand gebracht -> NIET op de balans
Waardering van immatriële vaste activa (rekening 21)
Aanschaffingswaarde: aanschaffings- en vervaardigingsprijs en inbrengwaarde
- De immatriële vaste activa dienen identificeerbaar te zijn en toekomstige economische voordelen op te
leveren
Immatriële vaste activa met een beperkte levensduur:
- Moeten worden afgeschreven over hun geschatte economische levensduur
- Kosten van ontwikkeling en goodwill moeten op maximaal 10 jaar worden afgeschreven
Immatriële vaste activa met een onbeperkte levensduur:
- Zijn onderhevig aan waardeverminderingen in geval van duurzame minderwaarde ten gevolge van
wijzigingen in de economische of technologische omstandigheden
Oprichtingskosten (rekening 20)
Mogen, maar moeten niet worden geactiveerd
Afschrijvingsduur ≤ 5 jaar (uitz. Kosten bij uitgifte leningen over looptijd)
Volledig afschrijven bij discontinuïteit
Leasing
Leasingnemer = bedrijfseconomische eigenaar, verkrijgt genot goed
- Geleasede goed tonen als bezitting
- Uit te voeren leasingaflossingen ten belope van het kapitaalgedeelte tonen als schuld
- Kosten bestaan uit interesten en afschrijvingen
Leasinggever = juridische eigenaar, wordt eigenaar goed
- Vordering ten belope van het kapitaalgedeelte tonen als bezit
Huurder = off-balancing
- Huurder loopt huurkosten op
Verhuurder
- Juridische en bedrijfseconomische eigenaar: toont goed als bezitting
Voorwaarden voor leasing:
- Som periodieke betalingen dekt: aanschaffingswaarde voor leasinggever én interesten
- Koopoptie moet ≤ 15% waarde goed zijn
Voorbeeld:
Aanschaffingswaarde auto bij leasinggever € 1.000
Leasingcontract afgesloten op 1/1/20x1 voor periode van 3 jaar
Leasingnemer krijgt koopoptie voor €100 bij einde contract
Leasingnemer moet jaarlijkse annuïteit betalen van €372 (interestvoet 10%)
Som periodieke betalingen dekt: aanschaffingswaarde én interesten -> 3x €372 = € 1.116 -> €900 + €216
Koopoptie is 10%
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur chiarakegels. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.