Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Pathologie (1217GENRVK) €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Pathologie (1217GENRVK)

 12 vues  0 fois vendu

Samenvatting Pathologie (1217GENRVK) 2e bachelor Martin Lammens

Aperçu 4 sur 38  pages

  • 21 décembre 2022
  • 38
  • 2020/2021
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (17)
avatar-seller
adamsmarie
Martin Lammens 2020 – 2021 2e Bachelor



Pathologie
Hoofdstuk 1: Inleiding
Pathologie houdt zich bezig met de ziekte als biologisch verschijnsel waarbij 2 aspecten
centraal staan: de structurele cellullaire verandering en het begrip van het mechanisme van
de ziekelijke verstoring van moleculaire en cellullaire processen.
Men kan ziektegroepen indelen op basis van de pathofysiologische grondslag:
- Degeneratieve veranderingen
- Erfelijke en verworven genetische ziekten
- Ontsteking
- Immuunpathologische veranderingen
- Circulatiestoornissen
- Groeistoornissen en nieuwvormingen
- Stofwisselingsziekten
Deze zullen in de hoofdstukken aan bod komen.



Hoofdstuk 2: Ziekte en pathologie
Volgens WHO is gezondheid een staat van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn en niet
alleen de afwezigheid van ziekte of zwakte.
Een ziekte is een toestand waarbij een afwijking van het lichaam een verlies van de normale
gezondheid veroorzaakt. De loutere aanwezigheid van een afwijking is onvoldoende om een
ziekte te veronderstellen, tenzij de afwijking gepaard gaat met een slechte gezondheid. Het
kan wel een vroege ontwikkeling bij het ontstaan van een ziekte betekenen.
FSHD: facio-scapulo-humerale dystrofie
Aantasting van het gezicht, het schouderblad en de bovenarm. Hierdoor zullen ernstige
communicatieproblemen optreden. Deze ziekte wordt gekenmerkt door zwakte van de
gelaatsspieren, gehoorverlies en spraakmoeilijkheden. De faciale zwakte leidt vaak tot
miscommunicatie omdat men niet de gewenste gezichtsuitdrukking kan geven. Een
belangrijk kenmerk is ook de ‘tent’-vormige mond, alsook een uitstekende scapula (door
zwakte van de spieren) en een zeer uitgesproken lumbale hyperlordose. Ook zal de
bovenarm dunner zijn dan de onderarm.
 De voornaamste tekens en symptomen zijn:
o Verminderde of afwezige gezichtsexpressie
o Gevleugeld schouderblad (scapular winging)
o Moeilijkheden met armen boven het hoofd te heffen
o Overmatige buiging van de lage rug (lumbale hyperlordose)
o Moeilijkheden de voeten te heffen (foot drop)
o Moeilijk stappen
o Vermoeidheid




1

,Martin Lammens 2020 – 2021 2e Bachelor




 De minder frequente tekens en symptomen zijn:
o Gehoorstoornissen
o Zachte of onduidelijke spraak
o Pijn
o Zichtproblemen
o Ademhalingsmoeilijkheden
o Hartproblemen
 Erfelijkheid
o Genetische ziekte
o Dominant erfelijk
 Meerdere leden in fam
 Jongens en meisjes
 Vader en moeder kan doorgeven
 Kind kan de eerste zijn in fam bij een nieuwe mutatie
 Expressie van ziekte sterk wisselend
o Genetische mechanisme is complex, nog niet helemaal begrepen
 Behandeling
o Niet specifiek
o Indien nodig rolstoel (laattijdig)
o Bij pijn: adequate pijnmedicatie
 We kunnen de ziekte op verschillende manieren benaderen (deze dubbele
benadering moet je op alle ziekten kunnen toepassen)
o Strikt descriptief (medisch); “chromosoom 4”
o Strikte behandeling
 Benadering van functioneren met functiebeperkingen binnen
maatschappij: communicatie, sociaal functioneren
 Benadering van patiënt, familie, sociale omgeving
Wat is gezondheid? Wat is de norm? Dat hangt af van leeftijd, geslacht, ….
Atheroomplaque/atrosclerose = slagadervernauwing (vaak door te veel te eten) => ziekte
Wat overigens belangrijk is bij ziekte is ‘wat is maatschappelijk aanvaardbaar?’ (vb. ADHD)
en ‘wat is maatschappelijk wenselijk?’ (schoonheidsideaal: anorexia of dikke billen)
Dyslexie is geen ziekte, maar als het optreedt na een beroerte wordt het wel beschouwd als
een ziekteverschijnsel
Bril = prothese
Begrippen: (ziektekenmerken)
- Etiologie: oorzaak van de ziekte
- Pathogenese: ziektemechanisme
- Pathologische en klinische verschijnselen: structurele en functionele kenmerken van
de ziekte
- Complicaties en restletsels: de secundaire, systemische en laattijdige effecten van de
ziekte
- Prognose: verwachte verloop van de ziekte in termen van genezing, herval of afloop
- Epidemiologie: de incidentie, prevalentie of populatiedistributie van de ziekte
Cirrose= lever verschrompelt en krijgt bubbeltjes

2

,Martin Lammens 2020 – 2021 2e Bachelor


Elke ziekte kunnen uitleggen volgens: etiologie => pathogenese => morfologisch en
functioneel beeld => complicaties (38:20)
Benigne = goedaardig, maligne = kwaadaardig
-itis: ontsteking, -oma: tumor
Gebruik van eponiemen: ziekte van bechterew => genoemd naar de ontdekker ervan
Syndroom: groep ziektetekens of symptomen of een combinatie van letsels noodzakelijk om
een ziekte te definiëren
Congenitaal: van bij de geboorte
Iatrogene ziektes: ziektes die veroorzaakt worden door een therapeutische/medische ingreep
PORTFOLIO MAKEN: RED FLAGS VAN ZAKEN DIE JE ZELF MEEMAAKT? DIE JE
TEGENKOMT IN DE STUDIE OF DIE JE TEGENKOMT IN DE LITERATUUR (KRANTEN,
TIJDSCHRIFTEN, TV, RADIO) => niet verplicht maar wel aangeraden
Sommige oorzaken zijn sterk voorspelbaar voor een aandoening (vb. je slaat met een hamer
op je hand). Bij andere ziekten is de uitkomst sterk afhankelijk van de factoren bij de patiënt
(leeftijd, roken). Sommige ziekten zijn een predispositie voor andere, of sommige mensen
hebben een predispositie voor een bepaalde ziekte (een ziekte leidt sowieso tot een andere).
Bij sommige aandoeningen is er een permissief effect (een ziekte geeft aanleiding tot een
andere).
Infecties kunnen een oorzaak zijn van ziekten. Er zijn verschillende infectieuze agentia:
bacteriën, virussen, gisten en schimmels, parasieten, prionen. Infecties zijn een belangrijke
oorzaak van ziekte in alle leeftijden en landen. De overdracht kan verticaal (moeder op kind),
horizontaal of vanuit dieren (zoönose) zijn. De specifieke ziektekarakteristieken worden
bepaald door factoren van de infectieuze agentia en eigenschappen van de
lichaamsrespons.

Hoofdstuk 3: Groei, differentiatie en morfogenese
Deficiëntie van het myostatine gen bij de mens: denk aan runderen met veel spieren. Baby
wordt dus geboren met veel spieren en deze ontwikkelen zich ook snel verder. Deze
deficiëntie kan ook voorkomen bij ratten en honden. Het resulteert in slechte verhoudingen
van spiergroepen (kuiten die breder zijn dan bovenbenen). Dit heeft te maken met groei.
Groei van de cellen gebeurt op verschillende manieren: cellen die zich vermenigvuldigen,
individuele cellen die groter worden, cellen die groter worden doordat er meer materiaal
tussenkomt, cellen waarbij een gecombineerd patroon (=alles tegelijk) voorkomt. Deze cellen
differentiëren zich ook. Proliferatie is vermenigvuldiging, differentiëren is een bepaalde
functie krijgen, apoptose is geprogrammeerde celdood.
Verder gebeurt er dan regeneratie (=hernieuwen) en replicatie om beschadigde of dode
cellen te vervangen. Verschillende celtypes tonen verschillende regeneratieve
mogelijkheden: labiele cellen => zeer hoge regeneratieve capaciteit en hoge turn over
(huidcellen), stabiele cellen => goede regeneratieve capaciteiten en lage turn over
(levercellen), permanente cellen => geen of zeer weinig regeneratieve capaciteiten
(neuronen, spiercellen).
Dystrofisch spierweefsel: spiervezels zijn niet meer goed te herkennen, maar hiertussen zit
te veel vet en bindweefsel, ook zijn niet alle kernen roze, maar zitten er ook blauwe tussen.
Bij myopatisch spierweefsel zijn de vezels wel nog goed te herkennen maar is er een

3

, Martin Lammens 2020 – 2021 2e Bachelor


wisselende grootte van de vezels en van de vorm, de kernen liggen niet perifeer. Bij
neurogeen spierweefsel valt op dat alle kleine vezels in de rechter onderhoek liggen en zien
we groepjes van kleine atrofische vezels. (zie filmpje 13 min voor foto’s)
Bij dystrofisch spierweefsel is de regeneratie van spiervezels beperkt. Bij de ziekte van
Duchenne necroseren (gaan stuk) de spiervezels telkens opnieuw en is er enige regeneratie
maar uiteindelijk niet meer => fibrose. Dit verklaart de kuitspieren die groter zijn dan de
quadriceps: niet zozeer meer spieren, maar meer tussenstof tussen de spieren.
Als de rustfase in de celdeling niet doorgaat, gaat de cel aan apoptose doen. Bij apoptose
gaan individuele cellen zichzelf verwijderen in fysiologische groeicontrole en bij ziekte. Het
wordt geactiveerd of voorkomen door verschillende intracellulaire en extracellulaire stimuli.
Verminderde apoptose kan bijdragen tot cel accumulatie bij neoplasie (kanker). Toegenomen
apoptose kan leiden tot overmatig cel verlies (atrofie). Zie ppt of filmpje (22 min) voor verschil
tussen apoptose en necrose. Apoptose hebben we nodig bij de vorming van vingers en
tenen, anders blijven ze aan elkaar vasthangen (syndactylie).
Differentiatie is het proces waarbij een cel een duidelijke gespecialiseerde functie ontwikkelt
die niet in de moedercel aanwezig was. Bij de ontwikkeling van een embryo zijn
verschillende populaties cellen nodig met verschillende fenotypes op de juiste plaats. Dit
wordt geleid door genetische en epi genetische (kenmerken uit de omgeving) informatie en
gemoduleerd door paracriene en endocriene factoren en externe factoren. Stamcellen zijn
moedercellen die verder kunnen repliceren en in verschillende types dochtercellen kunnen
differentiëren: een bevruchte eicel kan in alle mogelijke cellen differentiëren zowel van foetus
als placenta, embryonale stamcellen kunnen in bijna alle mogelijke cellen differentiëren. De
meeste weefsels hebben stamcellen die in enkele of 1 celtype kunnen differentiëren. Er kan
ook transdifferentiatie komen, dit komt voor bij stamcellen uit het beenmerg en zij kunnen
dus reprogrammeren en van functie veranderen.
Er zijn verschillende afwijkingen in de groei. Enerzijds toename van de groei: hypertrofie (cel
wordt individueel groter), hyperplasie (cellen vermenigvuldigen zich meer dan normaal),
implantanten (kunstmatig). Gecombineerde hyperplasie en hypertrofie komt voor bij de
ontwikkeling van een kind, borsten en baarmoeder. Anderzijds vermindering van de groei:
atrofie, hypoplasie.
De ziekte die in het begin van het hoofdstuk besproken werd (deficiëntie van myostatine)
komt doordat myostatine enerzijds verhindert dat myoblasten tot mature spiercellen
differentiëren: mutatie van myostatine leidt dan tot hyperplasie, anderzijds inhibeert het Akt
(een kinase dat spier hypertrofie induceert): mutatie van myostatine leidt dan tot hypertrofie.
Bij deze ziekte is er dus een combinatie van hyperplasie en hypertrofie.
Voorbeeld van hyperplasie is gynecomastie (borstvorming bij de man). Van hypertrofie een
pathologisch groot hart en van gecombineerd hyperplasie en hypertrofie de myostatine
deficiëntie.
Bij weefselherstel kunnen we ook hyperplasie zien. Ingroei van vasculaire endotheliale cellen
(capillairen): angiogenese. Er is ook ingroei van myofibroblasten: vormen matrix proteïne om
litteken te verstevigen, soms overmatige omvorming tot fibroblasen: vorming van overmatige
littekens na verbranding bijvoorbeeld met gewrichtscontractuur tot gevolg.
Atrofie is de pathologisch verminderde grootte van een orgaan of cel. Orgaanatrofie kan door
vermindering van celgrootte, verlies van cellen of door beide. Fysiologische atrofie is atrofie
van de uterus na de menopauze.



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur adamsmarie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99
  • (0)
  Ajouter