Wereldoriënterende ontwikkeling 2.1
Hoofdstuk 1: Natuureducatie
Natuurbeleving
= Een ontmoeting met de natuur waarbij de natuur waarde en betekenis voor je krijgt. In die ontmoeting ervaar
je positieve gevoelens. Er ontstaat een ‘relatie’, een verbondenheid met de natuur.
Het gaat niet enkel over de (positieve) gevoelens, het heeft alles te maken met de betekenis die de natuur voor
je heeft als je ermee geconfronteerd wordt:
» Materiële waarde (bv. voedsel)
» Immateriële waarde (bv. blijdschap, verwondering, ontspanning, gevoel van eenheid en
verbondenheid met de natuur)
» Esthetische waarde (bv. van een mooi landschap)
Positieve ervaringen ontstaan als kinderen/volwassenen zich op hun gemak voelen tijdens de kennismaking. Als
de eerste ontmoeting met de natuur niet fijn verloopt, kunnen negatieve gevoelens lang blijven doorweken.
Hoe beleven kinderen de natuur?
Een natuurlijke omgeving nodigt jonge kinderen uit tot activiteiten: in bomen klimmen, kampen bouwen, met
modder en aarde spelen,…
De natuur heeft voor kinderen vooral de waarde van een uitnodigende natuur: Kinderen hechten waarde aan
de natuur in de mate dat ze kunnen spelen en ravotten, of er iets te beleven en ontdekken valt,…
Onder de overkoepelende voorwaarde ‘een uitnodigende natuur’ zijn nog enkele voorwaarden:
» Uitdagende natuur
Het beleven van intense exploratie en spannende aspecten van de natuur.
» Gebruiksnatuur
Speelnatuur, eetnatuur, natuur als leverancier van grondstoffen om mee te spelen.
» Integrerende natuur
Een natuur die uitnodigt tot meer willen weten tot spieden en speuren.
» Esthetische natuur
Dit gaat over de schoonheidsbeleving van kinderen en is bij jonge kinderen nog over concrete zaken;
een mooie steen, een mooi dier, kleurrijke bloemen,… landschapsschoon gaan kls nog voorbij.
» Recreatieve natuur
De natuur heeft hier als doel uitstapjes, als decor voor ontspanningsactiviteiten.
, Natuur- en milieueducatie (NME)
NME = natuur- en milieueducatie.
Natuureducatie
= Ontwikkelen van belangstelling voor planten en dieren en voor natuurbescherming
Milieueducatie
= Legt de nadruk op de bewustwording i. v. m. milieuproblemen zoals water- en luchtverontreiniging en
milieuzorg.
Het doel hiervan is gedragsverandering: met meer zorg met de natuur omgaan, je inzetten voor een schoner
milieu.
Natuureducatie
Natuureducatie heeft als bedoeling om invloed uit te oefenen op het denken en handelen van mensen, zodat zij
zich op vrijwillige basis kiezen voor natuurzorg in hun eigen omgeving.
Vroeger dacht men dat het overbrengen van kennis de drijfveer was voor het gedrag van kinderen en andere
mensen. Tegenwoordig is duidelijk dat er veel meer nodig is.
Een houding van zorg, respect en verantwoordelijkheid ten opzichte van de levende en levenloze natuur
ontwikkelt zich vanuit natuurbeleving.
→ Natuurbeleving is één van de fundamenten voor natuur- en milieueducatie.
De doelstellingen van een natuureducatief aanbod worden voorgesteld via het model: ‘hoofd, hart en handen’.
» Hoofd: kennis en inzichten (bv. hoe vangen we een kikker?)
» Hart: relatie opbouwen, waarden en respect (bv. we zetten de kikker terug, daar hoort hij thuis)
» Handen: doen, hanteren (bv. We vangen de kikker om deze te bestuderen)
Natuureducatie in de praktijk
= Alle activiteiten waarin kleuters vanuit hun eigen belevingswereld met natuur kunnen omgaan kun je
beschouwen als natuureducatieve activiteiten.
1. Aanbod rond dieren, planten, tuinieren, in de klas, levend hoekje, schooltuin
2. Natuurexploratie
3. Spelen in de natuur
4. Natuurzorg
→ Je kan kleuters voor een stukje natuur laten zorgen (zorgt voor hoge betrokkenheid). Dit kan zijn: planten
water geven, het bosje schoon houden,… Maar ook: je respectvol gedragen in de natuur, dieren met rust
laten,…
Spelen in de natuur
De natuur waar kinderen de ruimte hebben om de natuur echt te beleven, bestaat bijna niet meer.
Waarom gebeurt het niet meer?
» Minder speelplekken door bebouwing/landbouw
» Verkeer
» Sociale onveiligheid
, » Kijkgroen
» Weinig avontuur
→ Gevolg: kinderen zitten in de auto, voor de tv, voor een computerscherm,… Ze hebben een
overgeorganiseerd leven en hebben te weinig beweging.
Initiatieven
» Speelbossen
» Natuurspeeltuinen en avontuurlijke verwilderde speelplekken in parken
» Natuurspeelplaatsen op scholen
Voordelen van spelen in de natuur
» Vergroten van motorische vaardigheden
» Ze leren omgaan met risico’s en hun eigen bekwaamheid beter inschatten
» Ze leren omgaan met onvoorzienbare omstandigheden
» Natuur doet beroep op hun creativiteit en fantasie
» Ontwikkeling van sociale vaardigheden
Hoofdstuk 2: Natuurexploratie
= Hierbij ga je één plak exploreren. Bijvoorbeeld de vijver, een boom,…
Welke activiteiten?
» Tocht of wandeling
» Uitgezet natuurpad
Wat bedoelen we met ‘natuur’?
Als we het hebben over natuurexploratie met kleuters denken we aan een natuurrijke omgeving. Dergelijke
natuur vind je in bossen, parken, natuureducatieve centra, “wilde” tuinen, strand, langs een beek,…
→ Natuurreservaten zijn minder geschikt met jonge kinderen, omwille van de beperkte toegankelijkheid en
omdat plukken en vrije exploratie meestal niet toegelaten zijn.
Een belevingstocht in de natuur
Waarom naar buiten gaan met kinderen?
» Jonge kinderen zijn geboeid door de natuur.
» De natuur biedt de kinderen schitterend speelmateriaal.
De natuur wordt vaak in de klas gebracht. Nochtans kan je een aantal doelen van wereldoriëntatie en
natuureducatie realiseren in een klaslokaal omdat het onmogelijk is of niet wenselijk is voor bepaalde
organismen.
Met activiteiten buiten de klas kan je het volgende bereiken:
» Ze geven de kinderen een totaalbeeld van de natuur, het milieu om ons heen.
, » Uitstapjes versterken de relatie kind – omgeving.
Ze moeten leren verantwoord om te gaan met hun omgeving. Alleen als kinderen zich betrokken
voelen en iets beleven, kan hun relatie met de omgeving/natuur zich verdiepen.
Aandachtspunten bij natuurexploratie met kleuters
» Kleuters ontdekken al spelend de wereld
o Kleuters zijn van nature nieuwsgierig → probeer dit te prikkelen
o De tocht moet speels zijn → voorzie ruimte voor speelse opdrachten en spelletjes met
natuurmaterialen.
o Kleuters beleven natuur met hun hele lijf, rennen en ravotten.
» Kleuters zijn zintuigelijk en concreet ingesteld
o Kleuters ontdekt met meerdere zintuigen → alleen kijken is niet genoeg.
o Er moet dus echt materiaal zijn
» De kleuters kunnen zich goed inleven
o Kleuters beschikken over de gave om te kunnen spelen en fantaseren.
» Kleuters meten de wereld aan zichzelf
o Kleuters meten met hun eigen lichaam, met eigen handelingen (bv. door over een grasveld te
lopen krijgen ze een gevoel over de grootte ervan).
» Kleuters zijn gevoelig voor sfeer en stemming
o Kleuters houden van fantasie, sprookjessfeer,liedjes, versjes,…
» Kleuters zijn verzamelaars
o De kleuters houden van zoeken en verzamelen, met deze materialen kan je ook opdrachten
uitvoeren, knutselen,…
» Kleuters hebben behoefte aan afwisseling
Het terrein
Bij de keuze van een terrein moet je met een aantal zaken rekening houden, denk maar aan:
» De mogelijkheden:
o Soorten begroeiing
o Variatie in het landschap
» Toegankelijkheid:
o Zijn er paden?
o Hoe is de bodem?
o Is het kindvriendelijk?
» Veiligheid:
o Is er een wilde weg in de buurt? (zo ja, plan hier geen activiteiten!)
o Is het voldoende overzichtelijk? Kan je de kleuters goed in het oog houden?
o Zijn er diepe vijvers?