Micro-economie 50% oefeningen, 50% theorie
Hoofdstuk 1- Inleiding in de micro-economie les 30 september 2022
We kijken vooral naar een gemengde economie, wat een combinatie is van
- Vrijemarkteconomie: de producenten hebben zelf de keuze om te produceren
- Centrale geleide economie: de staat heeft enkel de mogelijkheid om te produceren
MAAR dit heeft ook beperkingen (aandachtspunten):
Klimaatverandering
Verdeling van de welvaart
Hoe komt het dat dit wel goed gewerkt heeft?
We verklaren het succes met het kapitalistisch systeem.
- De ondernemingen werden belangrijkste eenheid van
productie
- Technologische vooruitgang, want als de concurrentie
toeneemt, moesten de ondernemingen innoveren
- Specialisatie van werktaken
We bekijken
- De verschillen tussen de landen
o Kwaliteit van instituties (corruptie, …)
o Grondstoffen
- De verschillen tussen de tijd
Interpretatie y-as; het referentiepunt wordt steeds maal 2 gedaan
Lineair; een stijging
Horizontaal; bijna nul
MAAR ER ZIJN OOK ARGUMENTEN TEGEN HET KAPITALISME
- Klimaatverandering/ vervuiling
= als economie zijn we maar een onderdeel van een
algemeen sociaal systeem
De consumenten vragen goederen aan de
producten, maar zij bieden arbeid, geld, … aan
Sinds de industriële revolutie is de opwarming
exponentieel toegenomen
Dit is dus overheidsinterventie nodig
Idem voor gezondheidscrisissen (Covid-19)
GEVAAR: de economische kost kan zeer hoog uitvallen
, - De ongelijkheid in gegroeid (tussen en binnen landen)
De Franse econoom Piketty heeft veel
De ongelijkheid is in de laatste 100 jaar afgenomen, maar hij is in de
laatste 50 jaar stabiel geworden en neemt dus niet langer af.
De ongelijkheid is dus niet enkel door het inkomen van het
vermogen, maar ook door het inkomen van arbeid
→ Als de interestvoet groter is dan de groei van de economie dan is er een concentratie op
het vermogen en visa versa
De verklaring hiervoor is nog niet gekend, maar kan bv.
o De toegankelijkheid van scholing, maar nog niet toegankelijk genoeg
o Productiviteit van een individu is moeilijk meetbaar
o Inpakt van de overheid
Ongelijkheid is noodzakelijk,
MAAR niet TE groot, want
▪ Het evolueert naar een systeem dat niet gericht is op democratie en metocratie (de
meest geschikte persoon voor de job)
▪ Sociale onvrede waardoor een repressie nodig is
Waarom is micro-economie handig?
Belangrijk voor het begrijpen van beslissingen binnen een onderneming vb. investeren
Belangrijk om te begrijpen wat de invloed is van de politieke beslissingen
o Beslissingen op vlak van gezondheid, scholing, …
o Hoe efficiënt zijn deze beslissingen
o Wat is het effect op ongelijkheid en armoede?
Uiteindelijk zal micro-economie lijden tot het beter begrijpen van beslissingen van bedrijven en overheden.
PAGINA 1
,Hoofdstuk 2 – Vraag en aanbod analyse
Dingene om over na te denken:
➢ Waarom zijn sommige goederen duurder tijdens de maanden van hoogste consumptie en andere
lager tijdens de maanden van de laagste consumptie?
➢ Hoe verklaren we dat prijzen van sommige goederen sterk verschillen in de tijd, naast de
toegenomen vraag?
➢ Wat zijn lange en korte termijn effecten van immigratie voor housing prices?
➢ Kan slecht nieuws voor landbouw (droogte, …) goed zijn voor boeren?
= dit heeft te maken met de elasticiteit van de vraagcurve
➢ Als verkoper, zou jij consumenten verkiezen met een elastische of inelastische vraag voor jouw
product?
= inelastisch, want je wilt geen prijsgevoelige consument
➢ Wat verklaart de ‘specualtieve bubbels’?
➢ Wat verklaart de hoge variatie in olieprijzen, prijzen op dee beurs, …?
• Olieprijzen
De prijs van de olie schommelt zeer hard, want
Het aanbod kan niet op korte termijn veranderen
Prijzen op de beurs
Dit kan verklaard worden door de wet van vraag en aanbod,
maar ook door de verwachting van de toekomstige vraag.
(goed en slecht nieuws heeft een zeer grootte invloed op de
vraag)
1.HERHALING: VRAAG, AANBOD, EVENWICHT EN ELASTICITEIT
1.1Vraag, aanbod en evenwicht
Het evenwicht komt tot stand daar waar vraag gelijk is aan aanbod
= klassieke voorbeeld
Een prijsverandering is een beweging langsheen een bepaalde curve
Een andere factoren die verandert: een verschuiving van de curve
Prijs ligt boven de evenwichtsprijs = aanbodoverschot, vraagtekort
Prijs ligt onder de evenwichtsprijs = Aanbodtekort, vraagoverschot
1.2Elasticiteit
= meet hoe consumenten en producenten reageren op de veranderingen in de marktcondities
PAGINA 2
,1.2.1Prijselasticiteit van de vraag
= meet hoe de gevraagde hoeveelheid veranderd, wanneer er een verandering is in de prijs.
= sensitief aan de richting (toenemen, afnemen) van de verandering
d= verschil
P = prijs
QD = gevraagde hoeveelheid
Om de sensitiviteit aan te passen → boogelasticiteit (the midpoint method)
Determinanten van de prijselasticiteit: Wanneer is nu de vraag naar een product
1. Beschikbaarheid van substituten elastischer:
2. Definitie van de markt - Zeer veel substituten beschikbaar
= de term dat je kleeft op de markt - Zeer kleine definitie van de markt
vb. audi A3 of auto’s - Luxegoed
3. Nodige producten vs. Luxegoederen - Een grotere tijdshorizon (= je krijgt
4. Tijdshorizon meer tijd om je gedrag aan te passen)
= hoelang is het geleden dat de prijs is veranderd UITZONDERING: duurzame
goederen
Soorten vraagelasticiteit ++++
Inelastische vraag: 𝜀𝑃𝐷 > -1
= de gevraagde hoeveelheid daalt minder dan proportioneel
Elastische vraag: 𝜀𝑃𝐷 < -1
= de gevraagde hoeveelheid daalt meer dan proportioneel
Twee extreme;
Perfect prijs inelastisch: 𝜀𝑃𝐷 = 0
= de gevraagde hoeveelheid veranderd niet op prijsveranderingen
= Verticale vraagcurve
Perfect prijselastisch: 𝜀𝑃𝐷 = 1
= de gevraagde hoeveelheid verandert extreem hard op prijsveranderingen
= Horizontale vraagcurve
!! een vraagcurve heeft meer dan 1 elasticiteiten
hoe vlakker de curve hoe elastischer
De impact van de elasticiteit op de winsten
Totale winst = prijs maal gevraagde hoeveelheid
TR = P * Q(P)
Het algemene effect van een prijsstijging
DUS de prijs van je goed doen stijgen kan een slecht idee zijn wanneer de vraag elastisch is
Als je een inelastische vraag hebt en de prijs stijgt, daalt de gevraagde hoeveelheid minder dan
proportioneel en gaat de totale winst dalen
PAGINA 3
, Als je een elastische vraag hebt en de prijs stijgt, daalt de gevraagde hoeveelheid meer dan
proportioneel en gaat de totale winst dalen (meer dan bij inelastische vraag)
Naar welke elasticiteit kijken we als consument?
- Iedereen past dezelfde prijsverandering door = de elasticiteit van de vraag
- Jij bent de enige die de prijs aanpast = individuele elasticiteit
1.2.2Inkomenselasticiteit van de vraag
= de relatieve verandering van de vraag wanneer het inkomen van de consument toeneemt
TYPOLOGIE
Inkomenselasticiteit Term Voorbeelden
>0 Normaal goed Eten, kleren, medicamenten, …
Tussen 0 en 1 Noodzakelijke goederen Melk, eieren, …
>1 Luxegoederen Sportauto’s, boten, …
<0 Inferieur goed Tweedehandsproducten,
openbaar vervoer, …
1.2.3Kruiselingse prijselasticiteit
= meet hoe de gevraagde hoeveelheid naar goed 1 veranderd, wanneer de prijs van goed 2 stijgt.
gemeten als de procentuele verandering van goed 1 gedeeld door de procentuele verandering van goed
2.
= bepaalt wanneer goederen complementen of substituten zijn
1.2.4Prijselasticiteit van het aanbod
= meet hoe de aangeboden hoeveelheid veranderd, wanneer de prijs stijgt
Determinanten;
1. De mogelijkheid om de hoeveelheid van een goed aan te passen
= op korte termijn kan men vaak de hoeveelheid niet aanpassen
2. Tijdshorizon
Uitzondering: sommige mineralen
2.BACK-OF-THE-ENVELOPE CALCULATIONS
= in realiteit hebben we vaak niet alle informatie over vraag-en aanbodcurve dus gaan we de berekeningen
vereenvoudigen zodat we deze nog steeds kunnen maken. Dit gebeurt in twee stappen:
1. Gebruik informatie van een waarneming en maak een schatting van de elasticiteit om zo de vraag-
en aanbodcurve opnieuw op te stellen
2. Gebruik de opnieuw opgestelde vraag- en aanbodcurve om het effect van de verandering voor te
stellen
We hebben voor deze berekeningen 3 elementen nodig:
- Slechts 1 waarneming
- De vorm van een vraag en aanbodcurve
- Een schatting van de prijselasticiteit
Waarom werkt deze methode?
Er is slecht een vraagfunctie die de voorgestelde functievorm heeft, dat overeenkomt met de
observatie en dat overeenkomt met de informatie over de prijselasticiteit
Idem voor aanbod
PAGINA 4
, Procedure voor de vraag Procedure voor het aanbod
= werkt ook voor andere vormen van de vraag- en aanbodcurve (niet lineair)
3.HET IDENTIFICATIE PROBLEEM LES 7 OKTOBER 2022
We kunnen niet leren uit alleen de observaties van prijzen en hoeveelheden van de vraag- en
aanbodfunctie
Aanbodcurve; Veranderingen in de marktvraag ten gevolge van veranderingen in andere
determinanten dan de vraag zijn nodig om de aanbodcurve te identificeren.
Vraagcurve; Veranderingen in het marktaanbod ten gevolgen van veranderingen in andere
determinanten dan de vraag zijn nodig om de vraagcurve te identificeren.
= Een verandering in aanbod, past ook de vraag aan.
Als andere factoren dan de prijs variëren, kunnen we vele meer doen.
Waarom kan de vraag verschuiven? Door vb. een
inkomensstijging van de consument.
Waarom kan het aanbod verschuiven? Door vb. een
stijging in olieprijzen voor de producent
Je hebt altijd 2 punten nodig;
- Origineel evenwichtspunt
- Nieuwe evenwichtspunt
Uit waarnemingen over prijzen en hoeveelheden valt niets te leren: er is meer informatie nodig over wat
vraag en/of aanbod verschoof
Als u zeker weet dat de vraag stabiel was, maar het aanbod veranderde in de loop van de tijd, dan
geven de waargenomen prijs-hoeveelheidcombinaties u de vraagfunctie
Als u zeker weet dat het aanbod stabiel was, maar de vraag veranderde in de loop van de tijd, dan
geven de waargenomen prijs-hoeveelheidcombinaties u de aanbodfunctie
4.DE INVLOED VAN VRAAG- EN AANBODSCHOKKEN OP HET EVENWICHT: COMPERATIEVE STATICA
Hoe berekenen we het effect van vraag- een aanbodschokken op de evenwichtsprijs en -hoeveelheid?
Voorbeelden;
- Wat is het effect van een hoger inkomen op het evenwicht?
- Wat is het effect van een prijsstijging van olie/ lonen op het evenwicht?
4.1Het effect van een inkomensstijging op het marktevenwicht
Vraag: QD = D(P,I) I = inkomen van de consument
Aanbod: QS = S(P,w) W = lonen
In het algemeen bekomen we het evenwicht door de vraag en het aanbod aan elkaar gelijk te stellen.
𝑄D=𝑄S⇒𝑃*=𝑃(𝐼,𝑤); 𝑄*=𝑄(𝐼,𝑤) P* en Q* = in het evenwicht
PAGINA 5