HOOFDSTUK 1: UITGANGSPUNTEN
ONTSTAAN VAN PSYSCHISCHE PROBLEMEN
Biopsychosociaal model: samengaan van
• Biologische factoren: erfelijkheid, fysieke conditie, infectie, slaappatroon, voedingsfactoren,
medicatie- en druggebruik,…
• Psychologische factoren: persoonlijkheid, karakter, life-events (= ingrijpende levensgebeurtenissen),
overtuigingen of gedachten,…
• Sociale factoren: gezin, partner, buurt, school, vriendenkring,…
Het model duidt op een wisselwerking / samenspel tussen:
• Bestaande psychische kwetsbaarheid
• (extra) stressfactoren
• Beschermende factoren
Het is een dynamisch proces dat continu in beweging is.
Onevenwicht tussen een reeds verzwakte draagbalk en
draaglast: balk barst.
HET VERSCHIL UITLEGGEN TUSSEN CATEGORIAAL EN DIMENSTI ONEEL DENKEN OVER
DIAGNOSTIEK EN PATHOLOGIE.
,Categoriaal:
• Duidelijke taal: ja of neen
• Duidelijk voor de omgeving zoals de huisarts, psycholoog, familie...
• Kan leiden tot medicatiegebruik (wanneer geraken we er vanaf?)
• Niet de voorkeur
• Zwart-wit denken
• Focust zich op de aandoening en hangt los van de context en de ZO
• Kan meer leiden tot medicatiegebruik
• Reducerend = niet ingaan op krachten of talenten
Dimensioneel
• Voorkeur
• Geen vast antwoord
• Meer ruimte voor context, variatie, ontwikkeling
• Houdt rekening met de mogelijkheden van de persoon
• Gedrag wordt op een continuüm geplaats
o → wordt als extreem variant van algemene persoonlijkheidskenemerken beschouwd
DE KEUZE VOOR HET DIMENSIONELE DENKEN IN DE GGZ BEARGUMENTEREN.
Wij willen dimensioneel werken want:
• Kruisje kan verschuiven, iedere dag kan verschillen
• Het bied geen vast antwoord
• Sterktes en krachten kunnen zich vormen om zo sterk te staan per dag
• Iedereen kan meer dingen ontwikkelen dan dat je voordien had
• Meer ruimte voor ontwikkeling,...
DE WAARDE VAN DSM – 5 KOPPELEN AAN HET CATEGORIAAL EN DIMENSIONEEL
DENKEN.
DSM-5 = Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
Er zijn 10 criteria, vanaf dat iemand er 5 heeft kan je spreken van een depressie.
• Zeer groot gewicht en met een relatieve waarde
• Stigmatisering → altijd teruggegrepen als het even niet goed gaat
o “Ik word herleid tot mijn ziekte en hoe ik alles beleef wordt eigenlijk vaak vergeten.”
• Comorbiditeit
o = verschillende diagnoses worden snel aangewezen
o Meerdere kwetsbaarheden
De diagnose is niet interessant als dit ertoe leidt dat mensen worden herleid tot hun ziekte.
DE WAARDE VAN DE RELATIONELE VISIE OP VERPLEEGKUNDE KOPPELEN AAN HET
DOMEIN GGZ.
“Dat iemand een depressie heeft dat is belangrijk, maar hoe iemand depressief is, is interessanter en veel
waardevoller.”
Zorg op maat is belangrijk, alsook dat we relationeel werken.
• Persoonsgericht en belevingsgericht werken
o Doelen opstellen
o Motieven om te willen oplossen
o Waarden en angsten
o Mogelijkheden en beperkingen
Pas als je binnen een relatie met een persoon spreekt kan je zorg op maat bieden, anders lukt dit niet.
,DE DEFINITIE VAN GGZ -VERPLEEGKUNDE VOLGENS VAN MEIJEL TOELICHTEN.
Een generieke verpleegkundige met extra talenten op vlak van:
• Voeling met belevingswereld van elke unieke zorgontvanger
• Inzicht in je eigen interpersoonlijke vaardigheden
• Verandering in partnership
• Nauwe samenwerking met zorgontvanger, context en in een multidisciplinair team
In de geestelijke gezondheidszorg is het belangrijk dat de zorgverlener een goede voeling krijgt met de
leefwereld van elke zorgontvanger. Dit zal moeilijk zijn maar je kan daarin groeien. De relationele vaardigheden
zijn hier extra belangrijk!
Je moet ook inzicht hebben in je eigen interpersoonlijke vaardigheden.
, HOOFDSTUK 2: STEMMING
WAT ZIJN BASISEMOTIES EN CULTUREEL BEPAALDE EMOTIES ?
BASISEMOTIES
Basisemoties komen in iedere cultuur voor. Ze zijn aangeboren en universeel. Ze zijn te herkennen in de
gezichtsuitdrukkingen.
We hebben 7 basisemoties:
1. Kwaadheid ≠ agressie
2. Vreugde
3. Verdriet ≠ depressie
4. Angst
5. Walging
6. Verwondering
7. Minachting
Deze kunnen automatisch geactiveerd worden en hebben allemaal een functie.
• Angst → beschermen en alarm: fight / flight / freeze
• Kwaadheid → verdedigen: van het dierbare en kwetsbare – geeft kracht
• Verdriet → reinigen: ontladen – zuiveren – opluchten - loslaten
• Vreugde → vitaliseren: verbinding met anderen
CULTUUR BEPAALDE EMOTIES
Deze zijn niet universeel en niet aangeboren. Ze zijn afhankelijk van de plaats waar je opgroeit, de cultuur
waarin je opgroeit.
Wij kunnen dus emoties voelen die voor andere mensen niet voelbaar zijn.
• Emotie ‘een wild varken zijn’: Goeroemboera-stam in Nieuw-Guinea
• Emotie ‘amaai’: Japan, een soort welbehagen gevoel door de volledige aanvaarding van een andere
persoon
BESRPREEK HET VERSCHIL TUSSEN EMOTIE EN STEMMING. EN WAT IS DAN EEN
STEMMINGSSTOORNIS ?
VERSCHIL EMOTIE EN STEMMING