M&G2 2022 – 2023
Mens en Gezondheid 2
*DSM 5 kennen, zodat je ze kan herkennen in een casus
1. Historiek, psychotherapeutische stromingen en
classificatiesystemen
donderdag 22 september 2022 Werkcollege 1 + 2
HOOFDSTUK 1: I NTRODUCTIE
1.1 Inleiding
Psychopathologie = een deelgebied van psychiatrie en klinische psychologie. Hierbij ligt de focus op
afwijkende emoties, gedachten en gedrag. Met aandacht voor de oorzaken en de behandeling.
→ Symptoom: uiting van onderliggend probleem.
→ Syndroom: verzameling van symptomen.
→ Comorbiditeit: samengaan van verschillende syndromen, stoornissen komen vaak samen
voor, zoals een angststoornis en depressie.
1.1.1 Wat is afwijkend gedrag?
Psychisch stoornis = het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat wordt
gekenmerkt door onder andere een storing in het functioneren en lijden.
1.1.2 Historiek – (niet zo) lang geleden
In 1973 wordt de diagnose ‘homoseksualiteit’ door de Amerikaanse vereniging voor
psychologen (APA) officieel geschrapt vd lijst met psychiatrische stoornissen.
1.2 Hoe noemen en definiëren we afwijkend gedrag?
1.2.1 Criteria voor afwijkend gedrag
Criteria om te beoordelen of emoties, gedachten en gedrag afwijkend zijn.
• Uitzonderlijk gedrag: zoals het horen van stemmen of dingen horen die er niet zijn en dingen
zien die er niet zijn.
• Sociaal afwijkend: de normen van een samenleving bepalen welke vormen van gedrag
acceptabel zijn in een bepaalde context. Dit is afhankelijk van een cultuur.
• Foute perceptie of interpretatie van de realiteit: als iemand last heeft van wanen,
waanbeelden zoals bij een eetstoornis.
• Aanzienlijk emotioneel lijden vd persoon: als je mensen of dingen kwijtraakt die je dierbaar
zijn, zou de afwezigheid van een emotionele reactie afwijkend zijn.
• Ongepast of contraproductief gedrag: gedrag dat geen bevrediging maar onprettige
gevoelens oproept, vinden we afwijkend. Een gedrag dat ons beperkt in ons vermogen om
bepaalde rollen te vervullen. Zoals niet naar het werk kunnen gaan zonder alcohol te
drinken.
• Gevaar: gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen, wanneer we
een gevaar zijn voor onszelf.
1
, M&G2 2022 – 2023
Wat met conformisme: meedoen met de groep, mee agressief zijn ook al zou je dat anders niet doen.
HOOFDSTUK 2: VISIES OP AFWIJKEND GEDRAG EN BEHANDELMETHODEN
Biologische processen worden beïnvloed door psychologische en sociale processen en omgekeerd.
1.3 Het biologische perspectief
Biologisch perspectief: er zijn enkele succesvolle medicijnen voor psychische aandoeningen ontdekt.
Het functioneren vh zenuwstelsel heeft een belangrijke rol id. ontwikkeling van afwijkend gedrag.
➔ Model: biologische en medisch model
➔ Focus: biologische grondslagen van afwijkend gedrag
Behandeling volgens het biologisch perspectief: focus op farmaceutische/neurologische ingrepen als
reactie op symptoom/syndroom.
Voordeel: steuntje bij een behandeling, het kan helpen om je eerste stappen te zetten op het
cognitieve niveau.
Nadelen:
• Te simplistisch
• Er zijn stoornissen waar we nog geen biologisch verklaring voor hebben, hier wordt geen
rekening mee gehouden
2
, M&G2 2022 – 2023
1.4 Het psychologisch perspectief
Psychologisch perspectief: kijkt naar de innerlijke processen van de mens als verklaring voor
psychopathologie. Hier zijn verschillende theorieën bijhorend.
➔ Psychodynamische modellen: onbewuste conflicten en motieven als oorzaken van afwijkend
gedrag
➔ Leermodellen: de invloed van leerervaringen op de ontwikkeling van afwijkend gedrag
➔ Humanistische modellen: hindernissen op de weg naar zelfbewustzijn en zelfacceptatie
➔ Cognitieve modellen: verkeerd denken als oorzaak van afwijkend gedrag
Voordelen:
• Er wordt rekening gehouden met de gevoelens en het gedrag van de mens
• Het psychosomatische stuk wordt meegenomen
Nadeel: er is weinig of geen aandacht voor socioculturele of biologische processen. Het is
tijdsintensief en kost veel geld om naar de therapeut te gaan.
1.5 Het sociaal-cultureel perspectief
Sociaal-cultureel perspectief: focus ligt hier op de omgeving (directe omgeving en cultuur). Ze zoeken
de oorzaken van afwijkend gedrag eerder in fouten vd maatschappij dan id. persoon.
Psychopathologie als gevolg van niet gepast reageren van omgeving/niet passen in de cultuur/…
➔ Focus: de rol die maatschappelijke fenomenen als armoede, racisme en langdurige
werkloosheid spelen ih. ontstaan van afwijkend gedrag.
Voordeel: naar context kijken
Nadeel: heel complex, door de verschillende subculturen en systemen
1.6 Het biopsychosociaal perspectief
Biopsychosociaal perspectief: een samenval van de drie voorgaande. Elk perspectief
draagt zijn eigen steentje bij aan onze kennis, maar geen enkel model biedt een
compleet beeld. Dit model is een samenspel van meerdere factoren (bio, soc-cul, psy)
id. ontwikkeling van afwijkende gedragspatronen centraal staat.
→ Wordt het meeste gebruikt
➔ Focus: interacties tussen biologische, psy en soc-cul factoren id. ontwikkeling van
afwijkend gedrag
Voordeel: het is een geheel systeem
Nadelen:
• Tijdsintensief
• De verscheidenheid aan behandelingen maakt het moeilijker
1.6.1 Diathese-stressmodel, hoe ontstaat een psychisch stoornis
Diathese-stressmodel: psychische stoornissen ontstaan door een combinatie van, of interactie
tussen, een diathese en stress. Of de stoornis daadwerkelijk ontwikkelt, is afhankelijk van de soort en
ernst vd stressoren die de betrokkene in zijn of haar leven ervaart.
Diathese: kwetsbaarheid of aanleg voor een bepaalde stoornis, genetisch van aard.
3
, M&G2 2022 – 2023
Ingrijpende gebeurtenissen
die kunnen bijdragen aan de
ontwikkeling van een
psychische stoornis zijn
onder meer complicaties bij
de geboorte, een trauma of
ernstige ziekte id. kindertijd,
seksueel misbruikt, …
Vb. de vader van Liam heeft een verslaving. Hierdoor is Liam ook kwetsbaar om een verslaving te
ontwikkelen. EEN AANLEG IS MEESTAL GEËRFD.
1.6.2 Wat gaan we eraan doen?
Psychotherapie: een gestructureerde vorm van behandeling die berust op één of meerdere kaders
waarbij één of meer interacties met de cliënt plaatsvinden.
• Gestructureerd: niet at random iets gaan doen, noch improviseren, er is een duidelijke weg
die afgelegd wordt. Afwijken is mogelijk.
• Kaders: therapieën worden steeds gebaseerd op reeds bestaande kennis of inzichten.
• Interactie: een therapie gebeurt steeds met de cliënt en therapeut in één kamer, een mailtje
sturen met ‘doe eens dit’ helpt dus niet!
1.7 Soorten psychotherapie
1.7.1 Psychoanalyse en psychodynamische therapie
Freud en Breuer: klassieke psychoanalyse, kan jaren duren. Hierbij moet de cliënt zijn verhaal doen.
Psychologische problemen worden aangestuurd door onbewuste motieven en conflicten, die zijn
terug te voeren op de kindertijd. Deze conflicten hangen samen met onze primitieve seksuele en
agressieve instincten en de behoefte om deze impulsen uit ons bewustzijn te weren.
• Focus op het onbewuste en dromen • Orale, anale, … fase
• Hypnose • Als er iets misloopt in de ontwikkeling
• Ego (scheidsrechter), superego kan een psychopathologie aanwezig
(moraal), id (emotie) zijn
• Focus op seksuele
Jung en Adler: gedrag bepaald door het libido, maar in de geloofszin.
Winnicott, Bion, Bowlby: Belangrijk voor de hechting, zoals een liefdevolle interactie met de baby
zorgt hiervoor. Dit zorgt dat wij een beeld vormen.
• Vroege kindertijd
• Hechting
Nu – Psychodynamische therapie: de dynamische relaties tussen bewuste motivatie en onbewuste
motivatie. Zij doen niet meer zo lange therapieën. Hierbij is het meer een dialoog, waarbij de
therapeut meer vragen zal stellen.
4