Dit is een samenvatting van bedrijfseconomie P1. Dit houdt in dat het over hoofdstukken 1 tem 4 gaat. Het is geschikt voor AFI1-FVE1-KMO1-SCM1-MAR1-REP1.
Alvast veel succes met je examen!;)
Primaire behoeften (= fysiologische/levensnoodzakelijke) – ‘needs’:
Vb. eten, drinken, slapen, kleding
Secundaire behoeften – ‘wants’:
Vb. onderwijs, cultuur, sport, luxenproducten
Materiële behoeften:
Vb. honger → brood, zin om te lezen → boek
Immateriële behoeften:
Vb. juridisch advies, verzekeringscontract
Keuzeprobleem
Schaars / economische goederen
= er is genoeg maar moest het gratis zijn niet – vb. chocopotten
Vrije goederen
= er is genoeg ook al is het gratis – vb. zee
Distributieproblemen = verdelingsprobleem van goederen over de samenleving
Stabilisatieproblemen = hoe je aan een goed beheer van schaarse middelen
doet door je beschikbare middelen optimaal aan te wenden
3. Welvaart VS welzijn
Welvaart → maatstaf: Bruto Binnenlands Product (nu: +/- 500miljoen)
= beschikken over schaarse middelen om behoeften te kunnen voldoen
Welzijn
= mate waarin behoeften worden bevredigd zonder economische wetenschap
vb. vriendschap, welbevinden
4. Micro VS macro
Micro
= Gedrag en beslissingen van individuele economische agenten (huishoudens, bedrijven, de
overheid...) Vb. markten, prijzen, hoeveelheden → specifiek
Macro
= Economische grootheden van een gehele markt (een gewest, een land, een werelddeel, ...)
Vb. economische groei, intresten, wisselkoersen → algemeen
Bedrijfseconomie P1 Helena Van Rompaey 1 van 28
, 01| CONSUMENTEN
2. Nut !niet meetbaar
2.1 Totaal nut en marginaal nut
Eerste wet van Gossen → “het eerste stuk is lekker maar teveel is teveel”
2.2 Nut rangschikken: het preferentieschema
Kardinaal nut = niet meetbaar!
Ordinaal nut = wel nut van G&D rangschikken / vergelijken
Indifferentiekromme/curve = goederencombinaties die consument eenzelfde nut geeft →
onverschillig
Preferentieschema = hierin worden indifferentiecurven voorgesteld
2.3 Eigenschappen van indifferentiekrommen → punten nut
1. Altijd dalend
→ als het stijgt is het niet rationeel.
2. Snijden elkaar niet
→ zou wel kunnen als het van andere mensen zijn OF andere leeftijd maar nu gaat het
niet want je hebt 2 verschillende meningen op 1 ogenblik en das onmogelijk.
3. Bolle kant naar de oorsprong
→ illustreert de eerste wet van Gossen: het grensnut v/e eenheid v/e goed neemt toe als
je minder van dat goed hebt.
Bedrijfseconomie P1 Helena Van Rompaey 2 van 28
, 4. Elk consument heeft een eigen preferentieschema
→ omdat ze andere voorkeuren hebben
5. Indifferentiecurven hebben een hoger nut, naarmate ze verder v/d oorsprong liggen
6. Elk consument kiest een combinatie op een zo hoog mogelijke indiffirentiecurve
= maximale behoeftebevrediging
3. Het budget en de prijzen
3.1 De budgetrechte → uiterste punten
3.3 Budgetrechte- en inkomensveranderingen
Nominale inkomenswijziging = geld dat je krijgt
Reële inkomenswijziging = wat ik kan doen met dat geld i/h echte leven,
vb. volgende maand is je loon 10.000€ maar de prijzen in het leven zijn ook duurder
Koopkracht = hoeveel de consument goederen en diensten kan kopen (afhankelijk van
nominale en reële inkomens)
3.4 Budgetrechte en prijswijzigingen
→ reële inkomenswijziging
Reële inkomensstijging = als prijzen minder stijgen dan de nominale inkomensstijging, dan
stijgt zijn koopkracht
Bedrijfseconomie P1 Helena Van Rompaey 3 van 28
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur helenavanrompaey. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.