Zeer uitgebreide samenvatting van de hoofdstukken van goederenrecht, behandeld door prof. Sagaert, KUL.
Bestaande uit zakelijke en persoonlijke rechten, roerende en onroerende goederen, (mede-)eigendom, onverdeeldheid, eigendomsverkrijging, erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfpacht, opstal, aa...
Goederen- en bijzondere
overeenkomsten
DEEL 1 – ALGEMENE BEGRIPPEN VAN HET
VERMOGENSRECHT
H1 – Vermogensrechten: persoonlijke en zakelijke
rechten
§1. Inleiding
Vermogensrechten Persoonlijke rechten
Zakelijke rechten
Intellectuele rechten
Invoering nieuwe boek 3: treedt in werking op 1 september 2021
OBW = van toepassing op handelingen gesteld voor september 2021
PERSOONLIJKE RECHTEN ZAKELIJKE RECHTEN
Gn attributen v. zakelijke rechten Attributen v. zakelijke rechten
Verjaring na 10 jaar (art. 2262bis OBW) Verjaring na 30 jaar (art. 2262 OBW)
UITZ. Vordering wegens buitencontractuele AH
Rechtsvordering voor rechter v. woonplaats Rechtsvordering voor rechter v. plaats waar
verweerder (art. 624, 1° Ger.W.) goed gelegen is (art. 629 Ger.W.)
Gn bekendmaking - SV op naam : erkenning door, kennisgeving
>< ZR : hebben grotere tegenwerpelijkheid aan SA (art. 1690 OBW)
= absolute gelding - Roerende ZR : bezit (art. 2279 OBW, 3.24 BW)
- Onroerende ZR : hypothecaire publiciteit (oud
art. 1 Hyp.W., art. 3.30 BW)
§2. De klassieke leer: een scherpe tweedeling
- Persoonlijke rechten:
- Geeft iemand aanspraak op een bepaalde gedraging vanwege een andere persoon
- Betrekking op diensten verleend door SA
RV tussen 2 rechtssubjecten
- MAAR kritiek:
- Persoonlijke rechten hebben ook betrekking op goederen
Bv. - Goed uitlenen: ontlener verkrijgt PR op dat goed
- Huurrecht
- Eenzijdige verkoopbelofte
- Versterkt door dematerialisering v. goederenrecht
= ZR steeds vaker betrekking op onlichamelijke goederen
Dus ook op PR
1
, - Zakelijke rechten:
- Verlenen een rechtstreeks heerschappij over een goed
- M.b.t. goederen
RV tussen een rechtssubject en een rechtsobject
- MAAR kritiek :
- Zakelijke rechten doen rechtsverhoudingen ontstaan tss. personen
Bv. - Erfdienstbaarheid
- Tussen vruchtgebruiker – blote eigenaar
- Juridische band tss. mede-eigenaars
- Juridische band tss. erfpachter/opstalhouder – grondeigenaar
§3. De leer van het personalisme
- ‘Subjectivering’ v. ZR
Ook ZR w. meer gedefinieerd in termen v. subject-subjectverhouding
= Planiol
- Rechtsverhouding kan enkel bestaan tss. rechtssubjecten
Zowel ZR als PR creëren een rechtsband tss. 2 rechtssubjecten
= ZR doet ook een verbintenisrechtelijke band ontstaan
- Persoonlijk recht: doet verbintenis ontstaan ten laste v. 1 bepaalde persoon
= Relatief recht
- MAAR kritiek:
- Ook PR hebben gevolgen in de verhouding tot 3e (nt enkel tot 2 rechtssubjecten)
- 3e moeten zich onthouden v. inbreuken op PR waarvan ze kennis hebben
Bij schending: 3e-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk (art. 1382 OBW)
= tegenstelbaarheid v. vorderingsrechten aan 3 e
- Zakelijk recht: doet verbintenis ontstaan ten laste v. iedereen
= Absoluut recht
- Tegenwerpelijk aan 3e door publiciteit:
- Roerende goederen: bezit
Verkrijging te goeder trouw a non domino mogelijk (art. 3.28 BW)
- Onroerende goederen: hypothecaire publiciteit
Onmogelijke verkrijging te goeder trouw a non domino
- Schuldvorderingen: kennisgeving
- Verkrijger v/e ZR handelt in principe met kennis v. zaken, is ‘te kwader trouw’
§4. De leer van het neopersonalisme, Ginossar: het onderscheid tussen
eigendom en beperkte vermogensrechten (kwalitatieve verbintenissen)
- Eigendom = - Het meest verheven recht, overstijgt indeling tussen ZR en PR
- Elk vermogensrechtelijk toebehoren, elke onttrekking v/e goed aan de
collectiviteit
- Persoonlijke rechten: beantwoordt een persoonlijke verbintenis aan
- Gehouden ten persoonlijke titel (art. 1165 OBW)
- Relativiteit PR: gaan enkel over op alg. rechtsopvolgers + rechtsopvolgers onder alg. titel
2
, - SA v. PR: gehouden als titularis van zijn vermogen
- Zakelijke rechten: beantwoordt een kwalitatieve verbintenis aan
- Verbintenis v. eigenaar goed om beperkingen op recht te eerbiedigen, is aangegaan
qualitate qua (Als eigenaar v/h goed waarop zakelijk recht betrekking heeft)
- Bundeling v. bevoegdheden die door eigenaar eerbiedigd moeten w. omwille v. zijn
hoedanigheid v. eigenaar
- Rechtsopvolger onder bijz. titel verkrijgt de hoedanigheid v. SA omdat hij hoedanigheid
eigenaar overneemt
- SA staat in voor verbintenis met een goed
- Kritiek: op de uitbreiding v. eigendomsrecht tot alle vermogensrechten
§5. De keuze van de wetgever: het “numerus clausus-beginsel” als formeel
afbakeningsmechanisme
1. Het numerus clausus-beginsel bij zakelijke rechten
- = Vermogensrechten kunnen ZR zijn voor zover dit door wet erkend wordt. Nt toegelaten dat
partijen nieuwe, onbenoemde ZR tot stand brengen
Arrest Blieck
- Grondslag: art. 3.3 BW = 4 categorieën …
1. Eigendomsrecht
2. Mede-eigendom
3. Zakelijke gebruiksrechten:
- Geven titularis een gebruiks- en genotsrecht m.b.t. een goed
- Bv. Erfdienstbaarheden, recht v. vruchtgebruik (art. 3.138, lid 2 BW), recht v.
erfpacht, recht v. opstal
4. Zakelijke zekerheden:
- Om nakoming v. schuldvordering te voldoen
= verlenen titularis enkel recht om als 1 e uitbetaald te w. uit opbrengst v/h goed
waarop ze betrekking hebben
- Bv. Retentierecht, pand, hypotheek
- 2 dimensies:
- Externe dimensie: Gn andere ZR vestigen dan deze die door wetgever benoemd zijn
(art. 3.3 BW)
- Interne dimensie: Partijen moeten wezenskenmerken v. betrokken ZR eerbiedigen
(art. 3.1 BW)
- Eigendom als accessoir zakelijk zekerheidsrecht:
- Doel: schuldvordering waarborgen
- 2 vormen v. fiduciaire eigendom tot zekerheid:
- Overdracht v. eigendom tot zekerheid
3
, (= fiduciaire eigendomsoverdracht tot zekerheid)
- Voorbehouden eigendom tot zekerheid (art. 69 Pandwet)
(= eigendomsvoorbehoud, leasing)
- Wilsautonomie:
- Kernelementen v. ZR w. beperkt tot definities waardoor de wilsautonomie binnen de
bestaande boxen v. ZR ruime bewegingsvrijheid heeft (art. 3.1 BW)
- Vormgegeven aan afkeer v/h feodale regime:
1. Het ondeelbare eigendomsbegrip v. art. 3.50 BW (oud art. 544 BW)
2. Het negatieve karakter v/d erfdienstbaarheden
2. Wilsautonomie bij persoonlijke rechten
- Numerus clausus >< wilsautonomie in het verbintenissenrecht
- Wilsautonomie: contractpartijen zijn vrij om inhoud v. PR zelf te bepalen zolang ze nt
ingaan tegen de openbare orde, goede zeden of dwingend recht
- Gevolg:
1. Benoemde contracten
- Uitdrukkelijk + vrij uitvoerig in BW geregeld
- Suppletief recht
- Bv. Huur, koop, lening + overeenkomsten tot overdracht, vestiging v. ZR
2. Onbenoemd contract
- Gn wettelijke regeling + gegroeid uit de praktijk
- Bv. Factoring, franchising, licentieovereenkomst
- Onderworpen aan alg. verbintenissenrecht van Boek 5 BW
Wettelijke bepaling v. benoemde contracten kunnen als analogieregel
toegepast w. op vergelijkbare onbenoemde contracten
3. Gemengd contract
= Een onbenoemd contract, bestaande uit meerdere benoemde contracten
Elementen v. meerdere benoemde contracten die op zichzelf een jur. eenheid
uitmaken
- Bv. Reiscontract tss. reisbureau – toerist
- Absorptietheorie, “sponsbenadering”: regels v. meest dominante contracttype v.
toepassing
- In het nieuwe verbintenissenrecht: aan een cumul of ‘distributieve toepassing’ v.
regels onderwerpen ( art. 5.67, lid 1 BW)
Indien partijen in eenzelfde contract meerdere operaties opnemen die het
voorwerp hadden kunnen zijn v. afzonderlijke contracten, is elke operatie in
beginsel aan de eigen regels onderworpen
Absorptietheorie is toch v. toepassing wnr. een contract in bijkomstige orde
bedingen omvat die behoren tot een categorie die verschilt v. degene
waartoe het contract in hoofdorde behoort
Volledige contract wordt dan aan regime v. hoofdbeding onderworpen
Voorbehoud op cumulatie- en absorptietheorie: indien partijen zijn overeen-
gekomen om het contract aan een sui generis-regeling te onderwerpen
Contractsvrijheid wel ingeperkt door dwingend recht, openbare orde
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JuDu. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.