Vak Recht
Week 2 hoorcollege
Onderwerpen:
- Wat is recht
- Rechtsbronnen
- Indeling van recht
Betekenis van (wat is recht):
Het geheel van overheidsregels dat in de samenleving geldt. Het doel van recht is het ordenen van
de samenleving en het zorgen voor een rechtvaardige oplossing bij conflicten.
Rechtsbronnen:
- Wet
- Jurisprudentie
- Gewoonte
- Verdragen
Extra uitleg over de rechtsbronnen:
De wet:
- Een wet is een algemeen geldende schreven regel die is geschreven door iemand die daar
recht op heeft of te wel een (Orgaan van de overheid).
- Wet in formele zin: wie heeft die wet gemaakt? Altijd door de regering en de state generale
samen. Dat zijn de eerste en tweede kamer samen. Deze wetten gelden ook in het algemeen
en voor iedereen. Bijvoorbeeld de grondwet.
- Wet in materiële zin: is algemeen bindend voorschrift (algemene regel) dat geld voor
iedereen, deze wetten kunnen gemaakt worden door verschillende overheidsorganen, zoals
regering, minister, of provincie of gemeente. Dus binnen een bepaald gebied.
- Grondwet: arbeidswetgeven werken wij mee tijdens de lessen. Een basis wet is dat wij
allemaal gelijk behandeld moeten worden.
- Formele zin kan wel materiële zin zijn maar andersom niet.
- De verkeerswet is een wet informele zin en in materiële zin.
Regering en eerste en tweede kamer samen maken wetten, zoals de grondwet.
Grondrechten:
- Klassieke grondrechten: bieden burgers vrijheid tegenover de overheid, tegen macht
ingrijpen.
- Sociale grondrechten: leggen de overheid, of te wel taken op, ten behoeve van de burgers.
- Voorbeelden van klassieke grondrechten: vrijheid van godsdienst en levensovertuiging,
vrijheid van meningsuiting, recht van vereniging en kiesrecht.
- Voorbeelden van sociale grondrechten: bevordering werkgelegenheid, vrijheid van
onderwijs, bevordering volksgezondheid en recht op bijstand/ sociale zekerheid.
- GW-afkorting is voor grondwet.
, - De klassieke grondrechten gaan vooral over het beschermen van de burger en de sociale
grondrechten gaan meer over de ontwikkeling van de burger.
- Klassieke grondrechten hebben zowel een verticale en horizontale werking, en sociale
grondrechten hebben alleen een verticale werking.
- Een verticale werking is een werking tussen burger en overheid.
- Horizontale werking is een werking tussen burger en burger.
- Klassieke grondrechten eisen veel terughoudendheid van de overheid.
- De sociale grondrechten zijn vooral een opdracht of een taak van de overheid.
Internationale grondenrechten in verdragen, ook wel mensen rechten genoemd.
Verdragen:
Je hebt er 2:
- Internationale verdragen
- Europese wetgeving
Een verdrag is een bindende en schriftelijke regeling, die tussen staten onderling en staten volken
en rechten organisatie is gesloten.
Je hebt 3 verdragsbepalingen:
1. Verplichtingen tussen staten onderling, afspraken tussen staten. Politiesamenwerkingen met
meerdere landen.
2. Verplichten om de nationale wet aan te passen (bijv. Europese richtlijnen).
3. Rechtstreeks werkende bepalingen (bijv. Europese verordeningen). Dit is altijd van kracht
tussen de landen in Europa die dit hebben ondertekend.
Een EU-richtlijn is een regel die wel in elk land moet gelden, alleen moet elk land die zelf in hun wet
opnemen en zo op eigen manier de wet maken. Bijvoorbeeld elk land moeten ouders
ouderschapsverlof krijgen als ze een kindje krijgen, maar in het ene land krijgt de vader 2 weken
verlof en in het andere land bijvoorbeeld 5 weken. Dit moet binnen zoveel jaar gebeuren en de
regeling aanpassen.
Jurisprudentie:
- Geheel van rechterlijke uitspraken, rechtersrecht, die moet de wet toepassen.
- Ontwikkeld zich voortdurend. Er zijn continue nieuwe rechtszaken, en nieuwe situaties.
- Belang borgen rechtszekerheid.
De gewoonte:
- Bestendig gebruik, on afgebroken en sinds lange tijd als regel wordt ervaren
- Als rechtsnorm ervaren, door alle betrokken de regel wordt ervaren.
- Voorbeeld: het vertrouwen van het geld tussen het kabinet en de kamers. Als het kabinet of
een minister geen vertrouwen toekend moet die opstappen. Dit staat nergens in de boeken
alleen wordt wel gehanteerd.
- Er zijn niet veel van zulke regels van het gewoonterecht.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Marijedewit. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.