SAMENVATTING LITERATUUR: NEDERLANDS FAILLISSEMENTSRECHT
Hoofdstuk 1 : De faillietverklaring
1.1. Wat is een faillissement?
Het faillissementsrecht gaat over de vraag wat er dient te gebeuren wanneer een (rechts)persoon niet
langer kan voldoen aan zijn of haar opeisbare verplichtingen. Het faillissement is enerzijds gericht op
het voorkomen van het ontstaan van steeds weer nieuwe schulden die onbetaald zullen blijven en
anderzijds op het zo veel mogelijk voldoen van de schulden die reeds zijn ontstaan en wel op een zo
ordentelijk mogelijke wijze.
Insolventierecht omvat het faillissementsrecht, surseance van betaling en de schuldsanering
natuurlijke personen en bijzondere insolventieprocedures.
Faillissement = het onvermogen om aan opeisbare schulden te voldoen. Art. 1 Fw: De schuldenaar
die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt hetzij op eigen aangifte, hetzij
op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement
verklaard.
1.2 Liquiditeitstest
Verplichtingen = alle opeisbare verplichtingen, niet slechts die tot betaling van een geldsom, maar ook
tot levering van goederen.
Een gebrek aan solvabiliteit = een in verhouding tot het totale vermogen hogere schuldenlast
Faillissement is niet afhankelijk van hoge schulden of veel bezittingen – het gaat om de mogelijkheid
tot betalen van de openstaande verplichtingen.
1.3 Toestand van te hebben opgehouden met betalen
Twee cumulatieve vereisten:
1) Er is sprake van meer dan één schuldeiser (het pluraliteitsvereiste), en
2) Er is sprake van ten minste één opeisbare schuld
Steunvordering = de vordering welke de vordering van de aanvrager ondersteund – kan alleen van
dienst zijn als het een voor verificatie vatbare vordering is.
Daarnaast moet de rechtbank onderzoeken of van de toestand ook daadwerkelijk sprake is ten tijde
van de uitspraak. Faillietverklaring is daarmee een declaratoire uitspraak: het bestaan van een
bepaalde, feitelijke toestand.
1.4 Procedure faillietverklaring
Bewijslast: faillissement van diens vorderingsrecht moet summierlijk blijven (art. 6 lid 3 Fw).
Procedure begint met een verzoekschrift (Art. 4 lid 1 Fw), dat kan worden ingediend door de
schuldenaar zelf, door een of meer schuldeisers (art. 1 lid 1 Fw) of door het Openbaar Ministerie om
redenen van openbaar belang (art. 1 lid 2 Fw). Het verzoek moet door een advocaat worden
ondertekend (Art. 5 lid 1 Fw). Het verzoekschrift of de aanvraag tot faillietverklaring wordt in de
raadkamer met de meeste spoed behandeld (art. 4 lid 1 Fw).
Surseance van betaling staat alleen open voor bedrijven (art. 214 lid 4 Fw).
Schuldsanering staat open voor natuurlijke personen (Art. 284 lid 1 Fw). Wordt schuldsanering
uitgesproken, dan vervalt het verzoek tot faillietverklaring. Schuldenaar kan binnen veertien dagen na
verzoek tot faillietverklaring een schuldsaneringsregeling aanvragen (art. 15c lid 1 Fw).
1.5 Rechtsmiddelen
Schuldenaar heeft 8 dagen de tijd om bij het gerechtshof in hoger beroep te komen van zijn
faillietverklaring indien hij bij gelegenheid van de behandeling van het verzoekschrift werd gehoord
(Art. 8 lid 1 Fw). Wanneer de schuldenaar niet werd gehoord, heeft hij veertien dagen na de dag van
de uitspraak de mogelijkheid tot verzet. De termijn kan worden verlengd tot een maand indien hij niet
binnen Europa bevond tijdens de uitspraak. Hoger beroep en verzet moeten worden ingediend door
een advocaat (Art. 5 lid 1 Fw).
Bij afwijzing van de aanvraag of aangifte tot faillietverklaring bestaat het recht van hoger beroep bij het
Hof gedurende 8 dagen na de dag van afwijzing (art. 9 lid 1 Fw). Tegen vernietiging door de
rechtbank van de faillietverklaring ten gevolge van verzet staat hoger beroep open bij het hof.
Het recht van verzet komt ook aan schuldeisers en elke belanghebbende toe (art. 10 lid 1 Fw).
Tegen het arrest van het Hof staat beroep in cassatie open voor de in art. 12 Fw genoemde partijen:
schuldenaar, schuldeiser, elke belanghebbende en het OM.
, Art. 13 Fw: Faillissement wordt vernietigd ten gevolge van hoger beroep of beroep in cassatie, de
handelingen van de curator die inmiddels zijn verricht blijven geldig mits die handelingen zijn verricht
voor bekendmaking van de vernietiging.
1.6 Bevoegde rechter: nationaal
Absoluut competente rechter = rechtbank.
Relatief competente rechter = de rechtbank van de woonplaats van de schuldenaar. (art. 2 Fw)
Natuurlijk persoon (als schuldenaar) = woonplaats waar hij zijn woonstede heeft of werkelijke verblijf
Rechtspersoon (als schuldenaar) = woonplaats waar hij zijn zetel heeft volgens statuten of reglement.
Bevindt de schuldenaar zich buiten Europa, dan rechtbank van laatste woonplaats bevoegd.
1.7 Internationale bevoegdheid
Distributie is attributie = relatieve competentie schept absolute competentie. De insolventieverordening
is van toepassing wanneer de schuldenaar het centrum van zijn voornaamste belangen in een EU
Lidstaat heeft. Er moet sprake zijn van een collectieve procedure berustend op het insolventie van de
schuldenaar waardoor deze geheel of gedeeltelijk het beheer en beschikking over zijn vermogen
verliest en waarbij een curator wordt aangesteld.
De rechter van de lidstaat waar de schuldenaar het centrum van zijn voornaamste belangen heeft, is
bevoegd het faillissement uit te spreken. Wordt vermoed samen te vallen met statutaire zetel tenzij
objectieve omstandigheden iets anders aantonen.
De insolventieprocedure wordt beheerst door het recht van de openende lidstaat. Uitzondering: als de
voor zakelijke rechten op goederen die aan een schuldenaar toebehoren maar zich in een andere
lidstaat bevinden. Hierop is het recht van die lidstaat van toepassing.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dderks01. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.