EXTERN RECHT
OUD-ROMEINSE PERIODE
Rome is primitief
753 vC: stichting van Rome volgens de legende (in realiteit waarschijnlijk ongeveer 100 jaar
later)
Rome evolueert van stadstaat tot heerser over Italië
MAAR nog steeds primitieve maatschappij!
Bv: pater familias is kleine dictator over volledige familia (groep van mensen die op
boerderij leeft + boerderij zelf met alle toebehoren) en heeft recht over leven en dood
Bv schuldeiser mag schuldenaar opsluiten en uiteindelijk verkopen
Instellingen
Koningstijd (tot 510 vC)
Alles is primitief -> dit wordt weerspiegeld in de instellingen
Koning staat aan het hoofd van Rome en heeft alle macht
• Enige rechter, enige wetgever, opperpriester, …
• Symbool van grote macht: fasces (van ‘fascisme’) = bijl (laten onthoofding) vastgebonden
in bundel stokken (laten slaan)
• Macht is niet zonder beperkingen: altijd rekening houden met pater familias die baas is
binnen zijn eigen familie
3 standen onder koning
• Patriciërs
• Toplaag
• Aristocratie van toenmalige Rome
• Oorspronkelijke grootgrondbezitters van Rome
• Plebejers
• Niet toplaag, maar ook niet afhankelijk van patriciërs
• Leven naast patriciërs: trouwen niet met elkaar, hebben eigen cultuur, eigen
militaire organisatie, …
• Cliëntes
• Wel afhankelijk van patriciërs
• In zwakke positie want bezitten geen grond of oefenen geen interessant beroep
uit
• Kunnen zich onder bescherming stellen van patriciër en doet hiervoor zaken in
ruil
• Extra categorie: slaven
• Mensen, maar voor Romeinen geen rechtssubjecten maar rechtsobjecten
(hebben dus geen rechten) -> daarom worden slaven ook niet echt meegeteld als
stand
Republiek (vanaf 510 vC)
Senaat in Rome Senaat bij ons
Minstens 40 jaar oud Meerderjarig
Enkel mannen Maximum 2/3 mannen
, Enkel rijken /
Voor het leven Voor 5 jaar
Benoemd Aangewezen of gecoöpteerd
Heeft de macht, beslist over het geld, staat Wordt als zinloos gezien?
centraal
Volksvergaderingen: comitia (patriciërs en plebejers) en concilium plebis (enkel plebejers)
Aanvankelijk enkel patriciërs, maar plebejers vechten voor meer politieke macht
Naarmate Rome groter wordt, verliezen de volksvergaderingen een deel van hun macht
Niet democratisch
o Magistraten beslissen wanneer volksvergaderingen bijeenkomen
o Systeem zit zo in elkaar dat rijken alles kunnen regelen
Magistraten
≠ rechters
= door volk verkozen overheidspersoon
Verdient niets en kost wel geld om campagne te voeren om herverkozen te worden ->
enkel weggelegd voor rijken
Vermijden dat magistraat machtiger wordt dan Senaat -> magistraat zetelt maar voor 1
jaar + collegialiteit
Verschillende soorten
o Priester: degene die religieuze bevoegdheden van koning overneemt
o Consul: degene die niet-religieuze macht van koning overneemt -> politieke en
militaire leiders van Rome
o Praetor: degene die juridische bevoegdheden van koning overnemen
o Censor: iemand die consul geweest is en nu toezicht moet houden op moraal
(conservatieve kracht in systeem)
o Aediel: verantwoordelijk voor recht op de markt
o Quaestor: staan in voor financiën
o Volkstribuun: plebejer die andere plebejers beschermt tegen macht van
patriciërs
o ...
Rechtsbronnen
Gewoonte = belangrijkste rechtsbron: men doet iets op een bepaalde manier, dus het moet zo
blijven (conservatief)
Wetgeving
Wet der XII Tafelen (450 vC)
o Tafel = bronzen tablet
o Patriciër en plebejer zijn in conflict -> dit komt voor recchter die altijd patriciër is
-> om misbruik te beperken worden wetten vastgeleged
Wetten van volksvergadering
o Comitia -> lex/leges
o Concilium plebis -> plebiscitum/plebiscita
Procedure
Pre-historische fase: eigenrichting
Vroegste fase: primitieve procedvorm
,Legis actio
Romein wil proces opstarten -> praetor bevindt zich op markt in Rome (er is geen
gerechtsgebouw) en bij hem kan je het proces opstarten -> buitenstaanders moeten
weten dat er een proces begint, en dit gebeurt door een ritueel dat opgevoerd wordt en
dat vastgelegd is door de wet of door de gewoonte
Begrip actio
o Ritueel/show die opgevoerd wordt om proces op te starten
o In andere procedures heeft deze term andere betekenissen!!!
Rechtsmiddel/toegang tot de rechter
Vordering, eis, datgene dat u vraagt aan de rechter
Praetor is geen jurist en heeft geen kennis van de materie -> gaat iemand anders
aanduiden om op te treden als rechter -> proces in 2 fasen
o Fase 1: praetor
o Fase 2: rechter
Zeer formalistisch: gebaren en woorden van ritueel moeten perfect zijn, anders is het
direct gedaan
o Bv hand bibbert, stotteren
Alleen Romeinen kunnen naar praetor stappen om proces op te starten
o Niet-Romeinen kunnen wel cliënt worden van patriciër die voor hen zal optreden
Geseculariseerde procedure: men doet voor bewijs geen beroep meer op godsoordelen,
maar rechter onderzoekt en oordeelt zelf -> vooruitgang tov primitieve proces
VOOR-KLASSIEKE PERIODE
Rome wordt een wereldrijk
Rome wordt wereldrijk rond de Middellandse zee -> gevolg: handen in macht van Senaat en
magistraten
Instellingen
Expansie -> gevolg aan aanpassing van instellingen
Praetor urbanus houdt zich bezig met geschillen tussen Romeinen onderling
Praetor peregrinus houdt zich ebzig met geschillen tussen Romeinen en vreemdelingen en
tussen vreemdelingen onderling
Provincie-gouverneur bestuurt in Romeinse provincies
Volksvergaderingen zijn niet meer mogelijk
Censor kan het grote wereldrijk niet meer controleren -> moraliteit gaat sterk achteruit
Rechtsbronnen
Gewoonte gaat achteruit
Gewoonterecht past goed bij een statische maatschappij, maar groeiend Rome is een
dynamische maatschappij
Oude gewoonte blijft wel bestaan, er komt gewoon geen/weinig nieuwe bij
Volksvergaderingen kunnen niet meer functioneren -> weinig nieuwe wetten
Geen nieuwe gewoonten en weinig nieuwe wetten -> praetor maakt recht = magistratenrecht
, Praetor zou gewoon wet/gewoonte moeten toepassen als iemand actio vraagt
o Actio in deze context = rechtsmiddel, toegang tot de rechter
o Praetor kan ook actio toestaan met exceptio: rechtsmiddel, maar met
uitzondering hierop door een andere wet of gewoonte (actio toestaan, maar
rekening houden met de uitzondering)
Praetor doet het niet zoals het zou moeten en gaat soms in tegen de wet of de gewoonte
o Weigert soms actio of exceptio, ook al staan ze in wet/gewoonte
Soms logisch: bv men vraagt de verkeerde actio waarvoor de praetor in
kwestie niet bevoegd is, het is duidelijk dat de verzoeker aan het liegen is
Kan ook zijn dat praetor de actio weigert omdat hij u niet leuk vindt -> zal
niet vaak gebeuren, want praetor moet jaarlijks verkozen worden
o Praetor gaat soms nieuwe actios of exceptios maken om zich populair te maken
bij de kiezers, en creëert dus nieuw recht
Voordelen
o Praetor kan zeer alert en snel reageren
Nadelen
o Volledige systeem is hierop gebaseerd, en de praetor kan dus wel gewoon doen
wat hij wil -> willekeur
Mate van zekerheid: praetor is magistraat en vaardigt in het begin van zijn ambtsperiode
altijd een edict uit (soort programmaverklaring/regeringsverklaring) waarin hij
aangeeft in welke gevallen hij een actio of exceptio zal verlenen, zodat je ongeveer weet
wat je mag verwachten
o Maar praetor is zelf niet gebonden door zijn edict, dus de mate van zekerheid is
nog altijd beperkt
Praetoren beginnen stilaan gewoon het edict van de voorganger over te nemen
Nieuw onderscheid in het recht:
o Reeds bestaande, traditionele recht dat gebaseerd is op wet/gewoonte = ius
civile
o Recht dat gemaakt is door de praetor = ius honorarium = praetoriaans recht
o Ius gentium = recht dat Romeinen gaan toepassen als je personen hebt die tot
verschillende volkeren behoren; versimpelde versie van ius civile
Romeinen beginnen te klagen over dat ius gentium eenvoudiger is dan ius civile -> ius
gentium begint op zijn beurt terug ius civile te beïnvloeden
Actiones ook te onderscheiden
o Actiones civiles
o Actiones honorariae
Actiones utiles = actiones naar analogie (bv woord ‘slaaf’ vervangen door
‘kind’)
Actiones ficticiae = actiones gebaseerd op fictie (uitgaan van fictie dat aan
vereiste voorwaarde is voldaan)
Actiones in factum = volledig nieuwe actio
Centraal element van Romeins recht: praetor helpt mensen alleen als ze bij hem komen
klagen over een probleem -> Romeinen zijn niet bezig met theorie
Praetor heeft hulp van de rechtsleer
o Krijgt advies over wat hij moet doen -> formeel gezien is het de praetor die nieuw
recht creëert, maar inhoudelijk gezien is dit tot stand gekomen door de juristen
die de praetor advies hebben gegeven
o Juristen maken rechtsleer = jurisprudentia
Jurisprudens ≠ onze advocaat
Advocaat pleit in de rechtbank en doet dit voor een bepaalde partij en is dus altijd
partijdig >< Romeinse jurisprudens pleit niet voor een bepaalde partij en is dus
neutraal/onpartijdig in het proces