“...ongeacht de hulpvraag van een cliënt kunnen er vier gemeenschappelijke kenmerken worden
onderscheiden...”. Omschrijf de vier kenmerken en voorzie van een voorbeeld.
1. Een hulpvraag komt altijd voort uit een subjectieve beleving
Uitgangspunt hulp: wijze waarop een cliënt(systeem) de situatie beleeft
Elk van de cliënten zal de situatie anders beleven
De werkelijkheid is dan ook niet ‘objectief’ - er is geen sprake van één waarheid – maar de
werkelijkheid bestaat uit de uiteenlopende belevingen van de cliënten
Vb: een jongere die thuis of uit instelling wegloopt, wordt meestal gekenmerkt door een
groot optimisme. Deze situatie zal door veel anderen als risicovol worden ervaren. Zolang
de betrokkene zelf de situatie niet als probleemvol beleeft is er geen sprake van een
hulpvraag
2. Een hulpvraag is altijd contextgebonden
Een hulpvraag komt voort uit een context, dwz wordt geïnterpreteerd vanuit eigen visie op
de maatschappelijke werkelijkheid. Ieder probleem of onderwerp kan in diverse contexten
worden geplaatst en ziet er dan telkens weer anders uit.
Vb: Jan wordt bedreigd met werkloosheid. Hij kan zich zorgen maken over zijn gezin, hij
kan zich slachtoffer voelen van de machtsverhoudingen tussen werkgever en werknemer,
hij kan zich slachtoffer van maatschappelijke en technische ontwikkelingen..
3. Een hulpvraag is altijd procesgericht, dwz vraagt om verandering
Een sociaal-agoog kan niet altijd ‘kant-en-klare- oplossingen' verschaffen (productgericht)
Het neemt tijd in beslag (een proces) om samen met de cliënt een weg af te leggen van een
uitgangssituatie (‘een probleem’) naar een meerwaardesituatie (‘een oplossing’)
Vb: De hulpverlening in een multi-probleem-gezin neemt tijd in beslag, er moet een proces
worden afgelegd
4. Een hulpvraag is vrijwel altijd multidimensioneel
Een probleemsituatie is meestal multidimensioneel en wordt ook op deze wijze beleefd en
geïnterpreteerd.
Vb: financieel, emotioneel, relationeel, rationeel...
“Sociaal werk: op de brug tussen mens en samenleving (intermediair). Omschrijf drie
aangrijpingspunten voor interventies en voorzie van een voorbeeld.
1) Rechten, verantwoordelijkheden en verwachtingen van individuen
Rechten: mensenrechten, recht op onderwijs, UVRM, recht op vrije mening...
Verantwoordelijkheden: werken voor studie, aanwezigheid, correcte informatie
Verwachtingen: diploma halen, werk vinden met diploma, correcte informatie krijgen
1
, 2) Eisen en verwachtingen vanuit de samenleving
Bijdrage leveren, regels, gedrag
De samenleving verwacht van ons dat men als autobestuurder steeds rechts zal rijden
3) Spanning/conflict tussen individu/groep en de sociale omgeving
Onbekende situaties kunnen zorgen voor spanning, dit is onbemind. Zo kan men wanneer
men in een zwembad werkt, en er komt een groep vluchtelingen zwemmen, dan kan er
spanning ontstaan. De sociaal werker zal de mensen in groep samenbrengen, om samen de
situatie te bespreken. Er zijn steeds groepen in de maatschappij die pro of contra zijn,
omtrent politieke beslissingen.
Welke vier kerntaken ‘sociaal werk’ kunnen we onderscheiden?
Omschrijf en voorzie van een voorbeeld.
1) Diensten van sociaal-juridische en/of sociaal-agogische aard aan personen, groepen en
organisaties
Voorbeeld: je ondersteunt personen die financiële problemen hebben door hun
bescherming en raad te geven, je kan ook werken binnen integrale jeugdhulp: CKG, CAW,
of je werkt op een sociale dienst van de rechtbank, school..
2) Beleidstaken van organisaties
Voorbeeld: beleidstaak opmaken in het OCMW omtrent kansarmen
3) Signaalgever van maatschappelijke problemen
Voorbeeld: een SW kan signaal geven dat er problemen zijn in rusthuizen: verpleging die
niet naar de ouderen wil luisteren,..
4) Belangenbehartiger van personen en groepen
Voorbeeld: straathoekwerkers: spelen een rol bij hangjongeren om hen weer op het rechte
pad te krijgen én luistert naar de jongeren.
Welke vijf waarden en principes sturen ons professioneel handelen?
Omschrijf en voorzie van een voorbeeld.
1) Sociale rechtvaardigheid
Oude werknemers zijn de dupe, familienaam als huurder
2) Democratie
Inspraak + beslissing + participatie
3) Respect voor de eigenheid van iedere mens
2
, Uniciteit, stereotypering
4) Erkenning van de waardigheid en gelijkwaardigheid van alle mensen
Blijf aardig en houdt hem in zijn waarde en waardigheid)
5) Mensenrechten + kinderrechten
Wat zijn de drie kerndoelstellingen van het maatschappelijk werk?
1) Mensen tot hun recht laten komen
Mensen moeten zich kunnen ontplooien en daarvoor alle kansen krijgen
2) Mensen aan hun recht(en) laten komen
Mensen moeten krijgen waar ze recht op hebben en worden daarvoor aangesproken op
hun burgerzin en verantwoordelijkheid
3) Bouwen aan sociale systemen
Doelstelling is mensen opnieuw tot actieve en erkende deelnemers in het samenleven met
elkaar
Sociaal werkers hebben aandacht voor ‘multi-dimensionaliteit’ en
‘multi-aspectualiteit’? Omschrijf en voorzie van een voorbeeld.
Multi-dimensionaliteit:
De veelheid en de verscheidenheid van de levensdomeinen van het cliëntsysteem
Multi-aspectualiteit:
De veelheid en de verscheidenheid van de aspecten van elk van deze levensdomeinen en in elk
van de levensfasen
“Sociaal werkers handelen”. Omschrijf de drie samenstellende elementen en voorzie van een
voorbeeld.
1) Vertrekpunt handelen: persoonlijke en sociale belevingswereld en betekenisgeving van het
cliëntsysteem
Je ziet wat je geleerd hebt te zien en je hoort wat je geleerd hebt te horen: selectieve
perceptie -> als je wilt handelen dan moet je afstemmen op de belevingswereld op een
empathische manier
2) Empowerment
De cliënt helpen ontplooien
3
, 3) Evenwicht in afstand en nabijheid
Koude nabijheid en warme afstandelijkheid: afstand houden om objectief te blijven, de
grote emoties is niet vreemd aan ons.
Puur juridische problemen -> zakelijk houden.
“Sociaal werkers reflecteren”. Omschrijf de twee samenstellende elementen en voorzie van een
voorbeeld.
1) Voortdurende kritische reflectie met het oog op een kwaliteitsvolle aanpak
2) Reflectie op:
De clientsituatie: inzoomen op de cliënt, verbeterd of niet?
Het beroepsmatig optreden van de hulpverlener: heb ik goed opgetreden? Waar kan
het beter?
De bredere maatschappelijke context
“Sociaal werkers werken methodisch”. Omschrijf de vier samenstellende elementen en voorzie
van een voorbeeld
1) Systematisch handelen
Via een bepaald systeem
2) Procesmatig handelen
Agogisch proces het gebeurt stap voor stap,
Voorbeeld bij druggebruiker: eerst stoppen met dealen en alleen nog kopen voor eigen
gebruik.
3) Doelgericht handelen
Het kompas, je moet weten waar je naartoe gaat en wat je wil oplossen, SAMEN met je cliënt
bepaal je waarom je samen zit en wat je wil bereiken. (SMART-principe)
4) Zorgvuldig handelen
Wij nemen de problemen niet over van de cliënt maar ondersteunen het probleem. Handel
zorgvuldig met respect: tempo, pijn, keuzes, falen..
Sidenote: being kind is harder than being smart.
SMART = Specifiek + Meetbaar + Aanwijsbaar + Realistisch + Tijdsgebonden
Vb: een laaggeschoolde cliënt heeft hulp nodig in verband met financiën, maar ook heeft die
persoon geen werk en komt hij/zij nooit buiten. Er is dus geen sociale kring
4