KUL 2021
Personeel en organisatie BLOK 1
Balans tussen:
Mens & Organisatie = Organizational behaviour (OB)
= “the study of factors that affect how individual and groups act in organizations and how
organizations respond to their environments” (George & Jones, 2005)
o Bestudeert mens, organisatie en gedrag van mensen in organisaties
o Houdt rekening met verschillende niveaus: individu, groep, organisatie, context
o Is multidisciplinair (gebruik van theorieën, bevindingen en methoden uit diverse
wetenschappen)
o Heeft de performantie van organisaties én het welzijn van mensen voor ogen
o Laat een grote diversiteit aan benaderingen en onderzoeksmethoden toe
o Doel: individuele behoeften en bedrijfsdoelen met elkaar verzoenen
Begrippen:
- Baan = er is een contract tss wn en organisatie
- Functie = wat je juist doet binnen een bedrijf, verzameling van taken die bij elkaar
horen (niet direct verbonden aan een persoon)
- Beroep = cluster van competenties/dingen die je moet kunnen
(een bewijs dat je een beroep kan = kwalificatie)
(competenties w erkent door bv een diploma
- Met ‘job’ bedoelen we soms baan, soms functie en soms beroep
- Opdracht = de missie, essentie van bestaan, wat het bedrijf eigenlijk wil doen
- Departement = afdeling, zorgt voor interne structuur. Iedereen w gegroepeerd
volgens functie. (voordeel: handig, nadeel: er ontstaan eilanden)
- Sociaal overleg = onderhandelingen tss wn’s en wg’s (in groep, soms met
vakbonden en wgo’s) doel: tot CAO’s komen (collectieve arbeidsovereenkomst)
(gebeurt in paritaire comités)
- Verantwoordelijkheid = wat je verwacht wordt te doen, als je dit niet doet heb je
een probleem (vb. leerkracht moet les geven)
- Bevoegdheid = wat je mag doen, veroorloofd vanuit je functie (vb. leerkracht heeft
de bevoegdheid om leerlingen te straffen)
1
,KUL 2021
Wat is een organisatie?
1) Sociale entiteit (bedrijf, fabriek, instelling, associatie, systeem, zaak…)
2) Proces van hoe iets georganiseerd is, doelgericht samenwerkingsverband
(management, planning, coaching, taakverdeling, leidinggeven, procedures…)
Essentiële elementen v/e organisatie (entiteit):
o 2 of meer mensen
o Intentie
o Interactie
o Transactie
o Coördinatie
o Continuïteit
o Open systeem
o Formeel (je moet het kunnen terugvinden, er is een naam, adres…)
Essentiële elementen v/e organisatie (het organiseren)
o Plannen
o Organiseren
o Leiden
o Controleren
Gedrag = elke activiteit v/e individu in interactie met de sociale en fysieke omgeving
- (On)bewust
- (Niet) intentioneel
- Intern/ extern
- (Niet) meetbaar
Alles dat bewegen (motoriek), denken (cognitie), voelen (emotie) en willen (motivatie) is.
Invloeden op gedrag:
OB onderzoekt de predictoren/voorspellers van gedrag.
Niveaus:
1) Individu
2) Relaties
3) Groepen
4) Organisatie
5) Maatschappij
Relatie tussen: (Berings, z.d.)
PERSOON-GEDRAG: vb. persoonlijkheid, geslacht, extraversie, IQ… arbeidsprestaties,
arbeidsverzuim, prestatie…
2
, KUL 2021
GROEP-GEDRAG: vb. mate van homogeniteit, autonomie, diversiteit… creativiteit,
communicatie, babbelen tijdens het werk…
ORGANISATIE-GEDRAG: vb. controlebeleid, organisatiecultuur, soort bedrijf… open
communicatie, samenwerking, welbevinden op het werk….
CONTEXT-GEDRAG: vb. economische conjunctuur, religie-cultuur, omgevingskenmerken,
werkloosheidsgraad… stiptheid, houding tov gezag…
(variabele = meetbare eigenschap/kenmerk v/e entiteit)
Model van Lewin:
Persoonskenmerken=A
Groepskenmerken= B
Organisatiekenmerken= C
Contextkenmerken= D
Gedrag= Y
A-D zijn verklarende variabelen, Y is de te verklaren variabele
Voorbeelden : onderzoeksvragen over de relatie tussen :
- A en Y: Bestaat er een verband tussen extraversie en stiptheid?
- B en Y: Is er een verband tussen grootte van het team en de mate van lummelen?
- C en Y: Wordt er in bedrijven met meer controle ook beter gepresteerd?
- D en Y: Gaan mensen in tijden van crisis minder morren over te presteren overuren?
Stappen in onderzoek:
(Berings, z.d.)
Welke onderzoeksvormen van onderzoek zijn er?
Onderzoeksvormen verschillen op basis van:
- Functie:
o Fundamenteel onderzoek: uitbreiden van de wetenschappelijke kennis
o Toegepast onderzoek: bestaande wetenschappelijke kennis wordt toegepast om
praktijkproblemen te analyseren en oplossen
o Actieonderzoek: onderzoeker observeert en interpreteert niet alleen, maar neemt
ook deel aan het proces, hierdoor vergroot het inzicht
3