Samenvatting civielrechtelijk ingrijpen vanuit juridisch en pedagogisch perspectief. Alle hoorcolleges, gastcolleges, voorgeschreven literatuur, wetenschappelijke artikelen en werkgroepen zijn hierin verwerkt.
Civielrechtelijk ingrijpen vanuit juridisch en pedagogisch perspectief
Week 1: Inleiding vanuit juridisch en pedagogisch perspectief en risicovol ouderschap
Hoorcollege 1
Taak pedagoog = handelen in het belang van het kind
Gehechtheid
= de neiging om de nabijheid te zoeken van een specifieke persoon, met name bij angst, vermoeidheid of ziekte
o Genetische verankering
o Vergoot kans op overleving
o Bloedband geen voorwaarde
o Cirkel van veiligheid (veilige basis) nabijheid en exploratie
o Mary Ainsworth vreemde situatie procedure
Doel: onderzoeken van de balans tussen zoeken van nabijheid en exploratie
Veilige gehechtheid
o Al dan niet zichtbaar overstuur door scheiding met gehechtheidsfiguur
o Eenvoudige strategie: zoekt effectief contact (fysiek of over afstand) bij hereniging
o Binnen korte tijd gekalmeerd, gaat weer spelen
o Zowel nabijheid als exploratie gaat goed
Onveilige gehechtheid
Vermijdend
o Niet zichtbaar overstuur
o Minimaliseren: negeert terugkomst gehechtheidsfiguur
o Zoekt geen contact, tenzij laat in de episode of vanwege exploratie
o Nabijheid gaat niet goed, vooral bezig met exploreren
Ambivalent
o Voortdurend gepreoccupeerd met beschikbaarheid en aanwezigheid gehechtheidsfiguur
o Vaak zeer overstuur door scheiding (maximaliseren: zoekt actief of passief contact met veel huilen)
o Klampt zich vast aan gehechtheidsfiguur
o Exploratie gaat niet goed, vooral bezig met nabijheid
Gedesorganiseerd
o Geven heel tegenstrijdig gedrag
o Kinderen zijn heel angstig
o Gebrek aan strategie
Gehechtheidstheorie: waarom belangrijk?
o Ook kinderen in zeer problematische opvoedsituaties ontwikkelen gehechtheidsrelaties
o Mogelijkheid tot correctieve gehechtheidservaringen, het is nooit te laat
o Nadruk op sensitiviteit in opvoedinterventies
o Kinderen kunnen meerdere gehechtheidsrelaties ontwikkelen
o Gehechtheidstheorie is een belangrijk denkkader voor de praktijk van kinderbeschermingsmaatregelen
Sensitiviteit
o Gaat over het gedrag van de ouder
o Het accuraat observeren en interpreteren van signalen
o Het prompt en adequaat reageren op deze signalen
Insensitief
o Niet reageren op je kind, niet goed aanvoelen wat hij/zij nodig heeft, verkeerd interpreteren
o Mishandeling of verwaarlozing
Kindermishandeling
= elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die
de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid
staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de
minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.
o Fysieke mishandeling (het kind slaan, schoppen, fysiek pijn doen)
o Emotionele mishandeling (het uitschelden van een kind of zeggen dat het niets waard is)
o Seksueel misbruik (seksuele handelingen met het kind, maar ook het beschikbaar zijn voor porno)
o Fysieke verwaarlozing (bijv. onvoldoende eten krijgen)
, Civielrechtelijk ingrijpen vanuit juridisch en pedagogisch perspectief
o Emotionele verwaarlozing (onvoldoende aandacht en liefde geven)
Hoorcollege 2
Risicovol ouderschap
= ouderschap waarbij gevaar is voor schade of verlies in termen van (dreigend) fysiek of psychisch letsel of aantasting van
de integriteit, de waardigheid en het zelfrespect van het kind
o Verwijst naar de problemen die ouders zelf hebben of die betrekking hebben op de omgeving waarin ouders hun
kinderen opvoeden
o Deze problemen vormen een bedreiging voor de ontwikkeling van het kind
Risicotaxatie
Distaal = indirect gerelateerd aan ontwikkeling kind
Proximaal = direct gerelateerd aan ontwikkeling kind
Statisch = moeilijk veranderbaar (zijn vaak distaal)
Dynamisch = gevoelig voor interventie (zijn vaak proximaal)
Verschillende domeinen die een rol spelen bij risicovol ouderschap: Ouder, Gezin, Omgeving
Ouder
Van distaal/statische risicofactoren naar proximale/dynamische risicofactoren
o
Jonge leeftijd (tienerouders) Psychische problemen (bijv. depressie) Emotie-regulatie problemen (stress)
o
o
Verstandelijke beperking Verslaving Maladaptieve ouderschapscognities
o
o
Trauma in eigen jeugd Ontoereikende opvoedingscompetentie
Trauma in eigen jeugd (zoals verwaarlozing of andere vormen van kindermishandeling) de kans is groter dat het bij eigen
kinderen ook fout gaat (kindermishandeling)
o Minnesota Studie: breaking the cycle
Ruim 200 zwangere vrouwen, 30 jaar lang gevolgd (onder de armoedegrens, veel vrouwen hadden een
trauma in eigen jeugd)
30% positieve opvoedingsrelatie tussen moeder en kind
30% redenen voor zorg (risico’s gesignaleerd)
40% mishandeling/misbruik vastgesteld
o Ouders doen dit niet bewust, gebeurt vanzelf
Risicofactoren:
o Agressie
o Trauma in eigen jeugd
o Stress (emotie-regulatie)
o Verslavingsproblemen
o Psychische problemen
o Verstandelijke beperking
o Tienermoeder
o Hardhandige opvoeding/kindermishandeling
Voorspellers van mishandeling/verwaarlozing
o Trauma in jeugd
o Geschiedenis van antisociaal gedrag
o Geschiedenis van psychische problemen
o Hyperreactiviteit/boosheid ouder
o Gezinsconflicten
o Weinig gezinscohesie
o Stress
o Ouder ziet kind als probleem
o Lage zelfwaardering
, Civielrechtelijk ingrijpen vanuit juridisch en pedagogisch perspectief
Multi-level model kindermishandeling (Seng & Prinz
2008)
Gedrag kind = uitgangspunt
Gedrag van het kind roept een bepaalde cognitieve of
emotionele reactie op bij ouders die leidt tot hardhandig
gedrag/kindermishandeling
De reactie van de ouder heeft andersom ook effect op
hoe het kind zich zal gedragen
-> veel negatieve verwachtingen/reacties van de ouder ->
kind zal zich in een volgende situatie weer negatief gaan
gedragen
De cognitieve respons en de emotionele respons versterken elkaar
Kind-gerichte cognities = attributies, verklaringen voor gedrag van het kind
Ouder-gerichte cognities = cognities van ouders over zichzelf bijv. waargenomen controle, self-efficacy, zelfwaardering,
attributies
Parenting self-efficacy (PSE) – Bandura
= the expectation caregivers hold about their ability to parent successfully
o Gaat over de verwachtingen die ouders hebben ten aanzien van hun eigen capaciteiten als ouders
o Ook wel; opvoedvertrouwen: vertrouwen in je eigen competentie/vaardigheden als opvoeder
o Opvoedvertrouwen kun je meten met vragenlijsten (kan ook al prenataal)
o Mensen met een hoge self-efficacy zijn vaak succesvoller in allerlei taken (mensen hebben vertrouwen in zichzelf
en gaan daardoor vaker moeilijkere situaties aan)
o Mensen met een lagere self-efficacy gaan lastige situaties vaker uit de weg (omdat ze denken dat ze iets minder
goed kunnen) -> self-efficacy heeft dan geen kans om te groeien
o Niveau: de hoogte/laagte van self-efficacy
o Robuustheid: als je al een vrij robuuste self-efficacy hebt, dan kan je al tegen een stootje – als je aan fragiele self-
efficacy hebt, dan zorgt 1 negatieve ervaring vaak
voor veel negatieve effecten
o Prenataal + postnataal: gedurende de
zwangerschap en de periode daarna lijkt de
parenting self-efficacy te stijgen (vertrouwen in
zichzelf ging omhoog)
Dit geldt niet voor iedereen:
Angst en depressie symptonen van moeder
(lagere parenting self-efficacy)
Een sterkere mate van negatieve reactiviteit bij het kind (lagere parenting self-efficacy)
Traumatisch jeugdervaringen van moeders (lagere parenting self-efficacy)
Onderzoek met huilende baby’s (ouderschapstaak)
o Baby 1: makkelijk te troosten -> vrijwel geen verschil tussen moeders met een achtergrond in mishandeling en
moeders die dit niet hadden meegemaakt
o Baby 2: moeilijk te troosten -> wel een verschil tussen moeders met een achtergrond in mishandeling (raakte
onzeker: parenting self-efficacy daalde) en moeders die dit niet hadden meegemaakt
Verstoorde emotie-regulatie
Naast de cognitieve respons (self-efficacy) kan een uitdagende situatie ook een emotionele respons oproepen dit kan
negatieve verwachtingen ten aanzien van eigen functioneren versterken (hyperreactiviteit) vertrouwen in jezelf neemt
af
Moeder met onverwerkt trauma of verhoogd risico op misbruik/mishandeling:
o Beschrijven emoties sneller als overweldigend en beangstigend (hyperreactiviteit)
o Hebben meer problemen met herkennen en reageren op emoties van hun kinderen
, Civielrechtelijk ingrijpen vanuit juridisch en pedagogisch perspectief
o Emoties vaak ‘hoog positief’ of ‘hoog negatief’ (meer neutrale emoties van kind zijn niet te herkennen)
o Vooral moeite met ambigue
signalen
o Reageren fysiologisch sterker op
emotionele stimuli (verhoogde
hartslag, bloeddruk, verhoorde
sympathische activiteit, meer
activatie van angst circuits in
hersenen)
Opvoedvertrouwen
Opvoedingscompetenties, gedrag
kind, coping en welbevinden zorgen
voor een groter vertrouwen in de
opvoeding
Ouderschapsstress, angst/depressie en
trauma zorgen voor een lager vertrouwen in de opvoeding
Er bestaat een verband tussen parenting self-efficacy en opvoedgedrag (het vertrouwen wat je als ouder in jezelf hebt
hangt samen met je opvoedgedrag)
Er bestaat een verband tussen ouders met vermoeidheid/depressie en reactieve opvoeding (meer primair reageren op
negatief gedrag van kinderen). Deze relatie werd verklaard door een lage parenting self-efficacy.
Vermoeidheid/depressie -> onzekerheid -> reactieve disciplinering
Belang van self-efficacy & kennis
o Hess et al. (2004)
o Alleen in combinatie met kennis over ontwikkeling leidde hoge self-efficacy tot hogere mate van
opvoedcompetentie (sensitiviteit)
Kennis van de ontwikkeling van het kind
Kennis van preventieve en correctieve methoden om met ongewenst gedrag om te gaan
Weten wanneer je wat kunt gebruiken
Sensitiviteit
o Gaat over het gedrag van de ouder
o Het accuraat observeren en interpreteren van signalen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Julie00. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.