College aantekeningen Nederlandse Geschiedenis 2022/2023
42 vues 5 fois vendu
Cours
Vaderlandse Geschiedenis
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Book
Geschiedenis van Nederland
De aantekeningen van het hoorcollege Nederlandse Geschiedenis van de universiteit Leiden. Dit zijn de aantekeningen die horen bij semester 1, blok 2 en omvatten de periode van 1815 tot 2001. Het hoorcollege is gegeven op basis van het boek Geschiedenis van Nederland: Van de opstand tot heden. Dit i...
Hoorcollege aantekeningen Het Koninkrijk (OAGS-H1NLKON-17) Geschiedenis van Nederland
Samenvatting Nederlandse geschiedenis deeltentamen 1
Tout pour ce livre (6)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Geschiedenis
Vaderlandse Geschiedenis
Tous les documents sur ce sujet (18)
Vendeur
S'abonner
GeschiedenisAantekeningen
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoorcollege 1:
De wording van de constitutionele monarchie 1813 - 1848
Het ontstaan en functioneren van de monarchie:
Na het verslaan van de Fransen ontstaat er een machtsvacuüm
onder Carel Gijsbert van Hogendorp. Er moest een nieuw
bestuur komen dat de onafhankelijkheid van het vaderland zou
garanderen. Dit kon alleen onder een monarchie dus ging hij
op zoek naar de laatste overgebleven Oranje. De oranje familie
heeft dynastieke belangen, vallen niet altijd samen met de
belangen van Nederland. De Engelse ondersteunen Willem en
hij lobbyt zo dat de grote mogendheden hem steunen in het
samenvoegen van de Nederlanden als bufferstaat tegen
Frankrijk. Men is bang dat Frankrijk weer even machtig zal
worden als eerst
De elite in het Zuiden zijn niet even enthousiast als Willem I, de nieuwe dreiging van
Napoleon maakt de elite echter bevattelijker voor een gezamenlijk beheer onder Willem I.
De mythe van Waterloo helpt hierbij. De zoon van Willem I, Willem II, raakt gewond bij
Waterloo maar verslaat als aanvoerder de Fransen, de overwinning wordt afgebeeld als een
samenwerking tussen zuid en noord. Van Hogendorp heeft constitutie voorbereid in de
Franse tijd, op verzoek van de Zuid-Nederlanden wordt het in 1815 aangepast, er komen
twee kamers. De 1e kamer wordt gekozen door de koning, de 2e kamer wordt indirect
gekozen door de gebieden. Kiesmannen kiezen in eigen provincie leden van de Provinciale
Staten en die kiezen leden voor de tweede kamer. Willem I is geen verlicht despoot, hij kan
niet helemaal zijn gang gaan. Eens per tien jaar moet de begroting goedgekeurd worden
door de tweede kamer. De koning regeert via koninklijke besluiten, niemand op de koning na
heeft hier iets over te zeggen. Er zijn wel ministers maar deze zijn dienaren van de koning
en verantwoording verschuldigd aan hem. Het parlement is geen politiek lichaam. De
debatcultuur komt ten einde, men wil absoluut geen politieke onenigheid meer na de
oorlogen van Napoleon, in plaats daarvan komt de “Cultus van het dierbare vaderland”. Dit
is het ideaal dat iedereen hetzelfde dacht. De koning zorgt voor zijn onderdanen,
onderdanen moeten gehoorzaam zijn aan de koning. Dit is aan de hand van het ideale
gezins modaal, de vader zorgt voor het gezin maar verwacht gehoorzaamheid. Nederland
werd als beter dan andere landen afgeschilderd. We zouden het juiste midden tussen alle
andere landen zijn. Bij de terugkeer van Willem I brengt Van Hogendorp een proclamatie uit.
Hierin werd bekend gemaakt dat alles goed zou komen, het land zou weer rijk worden, oude
tijden zouden terugkeren en Oranje zou heersen. De tegenstelling tussen Oranje en
Staatsgezinden viel weg en de tegenstellingen tussen partijen ook.
De Oranjes keren terug, wel een groot verschil. Hij komt niet terug als stadhouder maar als
koning, een staatsvorm waar in Nederland weinig ervaring mee is. Nederland is dus een
koninkrijk. Alle partijschap zijn dus opgehouden maar als er toch nog ergens onenigheid was
stond de koning daarboven. Er ontstaat een eenheidsstaat. Het particularisme verdwijnt,
gewesten minder privileges en de Franse invloed blijft dus zichtbaar. Staten Generaal was in
de republiek een samenwerkingsverband voor gewesten, in de monarchie is het een
vertegenwoordiging van het gehele volk. Er komt een nationale wetgeving, een nationaal
belastingstelsel en de schulden worden samengevoegd tot een nationale schuld. Het
,belangrijkst is nog wel dat alle burgers staatsburgers van de staat worden. De constitutie is
een fundamenteel nieuw verschijnsel. Tot slot, en misschien wel het belangrijkst, worden het
Noorden en het Zuiden samengevoegd.
Willem I ziet zichzelf nadrukkelijk als een landsvader en zo wil hij zichzelf ook graag laten
zien, hij is de man die het beste weet en het beste voorheeft met de natie. Dit blijkt uit het
feit dat hij veel en lang werkt. Ook houdt hij eens per week audiëntie voor onderdanen.
Beslissingen neemt hij graag zelf, hij denkt dat hij zelf het beste weet wat goed is voor de
natie. Daarnaast is hij de dragen van een erf charisma van de Oranjes. Willem I doet geen
moeite om populair te worden, hij probeert daarentegen de natie zo sterk mogelijk te maken.
Hij heeft hierbij twee hoofddoelen. Enerzijds probeert hij de modernisering en de stimulering
van de economie te bevorderen, anderzijds is de eenwording van het koninkrijk erg
belangrijk voor hem.
Het economische beleid van Willem I wordt goed omschreven door de termen “Koning
Koopman” en de “Kanalen Koning”. De infrastructuur wordt enorm verbeterd, vooral kanalen
zijn erg belangrijk omdat deze erg winstgevend blijken te zijn. Het stimuleert de handel en
maakt turfwinning mogelijk. De eerste was het Noord-Hollands Kanaal, gegraven tussen
1820 en 1824. Ook wordt er een industrialisatiepolitiek doorgevoerd. Deze insdustrie is
vooral aanwezig in het zuiden van het Verenigd-Koninkrijk. Verder voert hij een
handelspolitiek. Hij gaat uit van een driehoek tussen de handel van het oude noorden, de
producten van Nederlands-Indië en de zuidelijke industrie. Hierdoor lijkt de droom over de
gouden eeuw weer binnen handbereik. Een van de belangrijkste middelen hierbij is de
Nederlandsche Bank, met een Fonds van Nationale Nijverheid, waarmee de industrialisering
van de Zuidelijke-Nederlanden werd betaald.
Verder richt Willem I zich op de eenwording van het koninkrijk. Om de eenheid te stimuleren
en de invloed van Frankrijk terug te dringen werd een gezamenlijke taal doorgevoerd, het
Nederlands. Dit werd in sommige delen de enige toegestane politieke taal wat tot kwaad
bloed bij de Vlaamse elite leidde. De elite sprak immers Frans, zo werd er in de tweede
kamer ook alleen maar Frans gesproken. Ook voerde hij een nieuw onderwijsbeleid door.
Willem zag de kerk als een opvoedingsinstituut. Het liefst wilde hij een kerk waarin de
protestanten en katholieken samen konden zijn maar dit kon niet. De katholieken vormden in
het Verenigd-Koninkrijk 75% van de totale bevolking. Willem verplicht nieuwe priesters een
tijd lang een opleiding te volgen in Leuven, onder toezicht van de staat. Katholieken hebben
hun eigen visie op middelbaar onderwijs en ook hier probeert Willem I macht over te krijgen.
Zijn poging om hierdoor tot eenheid te komen leidde alleen maar tot meer verdeeldheid.
De pogingen van Willem stuitten dus op weerstand, vooral door hoe hij autoritair geregeerd.
Men irriteert zich aan het ondoorzichtige web van instituties. Hij regeert over de Nederlandse
economie alsof het zijn eigen onderneming is. In 1819 moet er voor het eerst een begroting
worden goedgekeurd, er is voor het eerst een beetje rumour. 10 jaar later komt er
daadwerkelijk kritiek, er ontstaat liberale kritiek met liberale wensen in zowel het noorden als
in het zuiden. Ze willen dat de macht deels verschuift naar de kamer en dat de ministers niet
meer verantwoording verschuldigd zijn aan de koning maar aan de kamer. Het parlement
zou dus meer inzicht willen krijgen in wat de ministers doen met het geld. Door de weigering
van de koning over dit inzicht wordt de begroting afgekeurd, dit leidt tot concessies. In het
zuiden is een eigen liberale stroming. Deze stroming is heel erg tegen het autoritaire beleid
, van de koning en dan speciaal tegen zijn beleid ten opzichte van de taaldwang. Verder
willen de katholieke een scheiding tussen kerk en staat, ze willen minder bemoeienis van de
koning. Tot slot voelden ze zich overheerst door de Noorderlingen. In het zuiden werd 50%
van de totale belasting opgehaald, tegelijk werd 20% van het totale budget in het zuiden
uitgegeven. Zuidelijke liberalen en zuidelijke katholieke hadden niks gemeen, behalve
onvrede richting de koning, zo ontstond een monsterverbond tussen de katholieken en
liberalen. Men ging zich in de tweede kamer uitspreken tegen de koning en er werden
petities gestart, dit gebeurde in de gehele zuidelijke bevolking. Ook in het noorden is kritiek
van liberalen, ook zij willen meer inzicht in de financiën. Het nationalisme ontstaat tijdens dit
conflict, Belgen en Nederlanders krijgen hun eigen identiteit gedurende het conflict.
Julirevolutie in Parijs → Opstandigheid armen → Wijfelend en verwarrend optreden vorst en
prinsen.
Het leger ging naar Brussel om de orde te herstellen, de koning legt geen plan voor aan de
Staten-Generaal. Willem II stelt zich beschikbaar aan de Belgen als vorst van de
Zuidelijke-Nederlanden.
Tot 1838 Volhardingspolitiek, Willem laat actief en duur leger bij de grens staan
De economische positie van Nederland werd verzwakt door het staande leger, de staat is in
1839-1840 op de rand van bankroet. Noordelijke liberalen waren bang geworden kritiek te
hebben. In de Franse periode is de Nederlandse staatsschuld opgelopen van 4 miljoen naar
1,8 miljard. Deze staatsschuld van 1810 zou worden afbetaald in 300 jaar, in 1814 is die nog
maar 575 miljoen. In 1830 is de staatsschuld al weer gegroeid naar 900 miljoen in na 10 jaar
volhardingspolitiek, in 1840, is de staatsschuld 2,25 miljard. Bij de nieuwe begroting zou de
helft van de begroting naar het betalen van rente gaan. Nederland legt zich neer bij de
onafhankelijkheid van België, men moet een nieuwe grondwet maken en weet hier aan toe
te voegen dat de begroting elke twee jaar moet worden goedgekeurd, de kamer krijgt inzage
in de financiën en er komt strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid. Willem vindt
deze veranderingen niet leuk, hij begint te pruilen, dus hij gaat opnieuw trouwen. Hij kiest
voor Hariette uit België, tevens een katholiek, maar hij krijgt geen toestemming. Hierop
besluit hij af te treden. Willem II, zijn zoon, is zijn opvolger. In vergelijking met Willem I werkt
hij een stuk minder hard en is hij minder structueel. Willem II is theatraal en wil zichzelf
graag laten zien, hij heeft de neiging om in te gaan op adviezen en raadgevingen van
mensen die hij het laatst had gehoord, hij is een stuk minder serieus. Willem II had geen
politieke mening, hij was in tegenstelling van zijn vader wel van mening dat een koning
populair moest zijn. De jaren 40 waren jaren van malaise. Mensen hadden honger door
aardappelziekte en men was niet tevreden, men was het tevens een sover dat er een nieuw
staatsbestel moest komen. In 1840 waren er 3 politieke stromingen. Er waren
conservatieven, mensen die zoveel mogelijk hetzelfde wilden houden, moderaten, mensen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur GeschiedenisAantekeningen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.