o cerebrovasculaire aantasting: TIA, CVA
o aantasting perifere vaten: claudicatio intermittens, gangreen zelfs met teen / voetamputatie
Micro-angiopathie
o = aantasting van de kleine bloedvaten, vooral van de ogen en de nieren
o diabetische retinopathie, zelfs tot blindheid - diabetische nefropathie
o diabetische neuropathie
Neuropathie
= aantasting van de zenuwbanen
o aantasting sensibele vezels: gevoelsstoornissen (warmte - koude), tintelingen, "slapende
benen"
o aantasting motorische vezels: verminderde spierfunctie
o aantasting autonome vezels: mogelijke vermindering van de blaasfunctie, darmproblemen,
impotentie
Verhoogde vatbaarheid voor infecties door:
o verhoogd glucosegehalte in bloed, weefselvocht, urine
o verminderde activiteit van granulocyten en monocyten
o doorbloedings- en gevoelsstoornissen, waardoor diabeten zich pas later bewust zijn van een
wonde (vb. voetwonde)
Bij ernstige infecties met koorts is, wegens het gevaar voor een hyperglycemische decompensatie een
hospitalisatie dikwijls aangewezen.
HOOFDSTUK GASTRO-ENTEROLOGIE
ONDERZOEKSMETHODEN
DE ANAMNESE
= een essentieel vertrekpunt op de weg naar een goede diagnosestellig
Luisteren en actieve vraagstelling
als vpk belangrijk om in volgende situaties te rapporteren:
o nieuw ontstane pijn
o verandering soort pijn
o onvoldoende reactie op medicatie
ABDOMINALE PIJN
Belangrijke functie als alarmsignaal
Zolang geen exacte diagnose voorzichtig bij het toedienen van pijnstillers
SOORT PIJN
Viscerale pijn
o Pijn van de organen zelf
o Niet nauwkeurig te lokaliseren door patiënt
Pariëtale of somatische pijn
o Peritoneum betrokken
o Zeer hevige pijn + goed te lokaliseren
Constante t.o.v. op- en afgaande pijn
33
, o Inflammatoir proces VS-spasmen van de gladde musculatuur van de gastro-ingestinale
organen
o Uitstralende of gerefereerde pijn
LOKALISATIE VAN DE PIJN
Locatie vaak weinig nauwkeurig
Hoogteniveau wel meestal juist
Slokdarm retrosternaal
Pancreas naar de rug
Ureterstenen naar de lies en testes
BEÏNVLOEDING VAN DE PIJN
Factoren
o Voedselinname
Gastritis pijn bij eten vooral van pikante zaken en bij drinken van koffie en alcohol
Galstenen vette maaltijden
Maagulcus verbetering van pijn bij het eten
o Stoelgang en flatus
Colonklachten
o Houding
Gastro-intestinale reflux bij bukken of platliggen
o Medicatie
Verbetering van pijn door alkalische middelen
Verbetering spasmolitica op motorische stoornissen van het colon
ANDERE KLACHTEN
nausea: gevoel van misselijkheid, vrij aspecifiek symptoom
braken: het plots overgeven van maag- of darminhoud door een krachtige samentrekking van de
buikspieren. Wijst niet noodzakelijk op een spijsverteringsstoornis
regurgitatie: het passief terugkeren van maaginhoud, meestal uitgelokt door houdingsverandering.
ructus: opboeren van lucht
dysfagie: slikstoornissen, moeilijk slikken
pyrosis: branderig gevoel in epigastrium of retrosternaal door reflux van maagzuur naar de slokdarm
borborygmata: rommelingen in de darmen
flatulentie: overdreven laten van windjes
diarree: om van diarree te kunnen spreken dienen zowel de frequentie van de stoelgang als de
consistentie abnormaal te zijn.
constipatie: harde, moeilijke stoelgang met een frequentie van ≤ 1 maal om de drie dagen.
hematemesis: braken van bloed. Helderrood bloed wijst in principe op een zeer recente bloeding of
een bloeding die nog niet gestopt is. Koffiegruisbraken wijst op een oude bloeding
melena: zwarte stoelgang wijst op verteerd bloed in de stoelgang en dus op een bloedingsletsel dat
relatief hoog gelegen is
rood bloedverlies per anum (RBPA): bloedverlies t.g.v. een letsel eerder distaal in het colon gelegen of
t.h.v. de anus.
HET KLINISCH ONDERZOEK
INSPECTIE
34
, Globale opzetting obesitas, ophoping van faeces of van lucht
Letten op gelokaliseerde opzettingen breukpoorten of hernia
Ongecompliceerde breuk week aanvoelend, indrukbaar
PERCUSSIE
bepalen van de levergrenzen: gedempte percussie tussen hol geluid van longen boven en darmen
onder
opzoeken van ascites : gedempt geluid van vocht in de flanken bij rug lig
vaststellen van gevulde blaas
opzoeken van vrije lucht in de buikholte door perforatie: geen leverdemping meer hoorbaar
AUSCULTATIE
Stethoscoop borrelende geluiden van de darmperistaltiek
Volledig afwezig darmparalyse
Na hevige kolieken/ rug trauma tijdelijke darmparalyse
Darmparalyse peritonitis
PALPATIE
Doel
o opzoeken van vergrote lever, milt, tumoren
o opzoeken van spierweerstand of défense : onvrijwillige, niet vrijwillig op te heffen spanning
van de buikspieren. Dit verschijnsel wijst in principe op peritoneale ontsteking of prikkeling.
Bvb. bij gevorderde appendicitis
o opzoeken van loslaatpijn : patiënt heeft vooral pijn bij het plots opheffen van de ingedrukte
hand
Inwendig toucher rectumtumoren of toestand van de prostaat
COURANTE RADIOLOGISCHE ONDERZOEKEN VAN HET GASTRO-INTESTINAAL STELSEL
RX-SLOKDARM-RX-SLIKFUNCTIE
Principe
o Drinken van Barium
o Altijd thorax en maag
o Dubbelcontrast door inname van natriumbicarbonaatkorrels
Voorbereiding
o Nuchter
o Bij kans op verslikking
Nooit Barium
Licht joodhoudend product
o Darm reinigen
Indicaties
o Slikstoornissen
o Hernia diafragmatica
o Slokdarmvarices
Onderzoek thv maag en duodenum en contra-indicaties
35
, o Meestal gecombineerde beeldopnamen slokdarm, maag, duodenum
o Contrastmiddelen
Barium
Lucht, gassen
Joodhoudende middelen
Dubbelcontrast
MAAGDUODENUMONDERZOEK
Principe
o Bariumpap met hoge densiteit om maagwand met laagje te bedekken
o Dubbelcontrast met lucht door korrels
Voorbereiding
o Nuchter
o Kans op maagperforatie joodhoudende contraststof
Indicaties
o Alle maagpathologiën
o Veel zuigelingen
DUNDARMTRANSIT
Principe
o Bariumpap, opname op geregelde tijdstippen om duodenumvulling te volgen
o Eenmaal voorbij het duodenum nog éénmaal bariumpap
Voorbereiding
o Nuchter
o Observatie ontlasting
COLONONDERZOEK
Voorbereiding
o Goede informatie
o Reiniging van de darmen
o Barium clysma
Voorbereiding met prepacol
Nuchter
Ontlastingslavement
o Gastrografine clysma
Nuchter
Coloninloop
o Rectale katheter
o Houding veranderen inloop bevorderen
ONDERZOEKEN THV GALWEGEN EN PANCREAS
ERCP- ENDOSCOPISCHE RETROGRADE CHOLANGIO-PANCREATICOGRAFIE
Principe
36