Veevervanging: het vervangen van de uitgestoten of uitgevallen dieren
Fokkerij: als mens er bewust voor zorgen dat de volgende generatie beter wordt dan de
huidige generatie (genetische vooruitgang)
‘’Voor zorgen dat’’: selectie van koemoeders, selectie van stiervaders, juiste combinatie koe en stier
‘’Beter’’: zwakke punten van de huidige veestapel verbeteren
‘’Nieuwe generatie’’: vruchtbaarheid, voortplanting
Afkalven: het begin van een nieuwe lactatie (nu)
Geboorte: een nieuwe generatie (toekomst)
Fokplan van de veehouder:
1. Veevervanging
2. Start fokkerij
3. Fokdoel vaststellen (wat is je eindresultaat en bedrijfsvoering en welke kenmerken wil je
voor de toekomst verbeteren)
4. Selectie van koeien (koemoeders)
5. Selectie van stieren (koevaders)
6. Combinatie koe en stier
7. Vooruitgang verhogen en kruisen
Een vervangingspercentage van ca. 4 – 8 stuks jongvee per 10 melkkoeien is wenselijk. Uitvallende
koeien moeten vervangen worden (vervangingspercentage). Het vervangingspercentage op
Nederlandse bedrijven is zo’n 20% - 40%.
Vervangingspercentage: hoeveel procent van de veestapel is een vaars?
Het laten opfokken van het jongvee kost ca. €2.080 per dier. Soms kan ervoor worden gekozen om
extra jongvee aan te houden, om diverse redenen:
- Steeds voldoende hoogdrachtige pinken (buffer voor extra uitgevallen koeien)
- Bedrijf gesloten houden
- Koeien passen bij de bedrijfsvoering
Wat kun je doen met extra jongvee?
- Verkoop van drachtige pinken
- Extra vervanging
Bij fokkerij is het belangrijk dat de verzorging goed is. Als de aanleg niet goed is, kan de verzorging
weinig doen. Zonder passende verzorging kan goede aanleg niet tot uiting komen. Fokkerij is een
lange termijn investering (per generatie 1% - 2% verbetering). Verzorging is op korte termijn
allesbepalend.
Goed functionerende veestapel: Koeien x Bedrijfsvoering x Leefomgeving
Erfelijkheidsgraad: geeft aan hoeveel van een dier bepaald wordt, door erfelijke
eigenschappen die het dier van de ouders heeft meegekregen. De erfelijkheidsgraad is het
deel van de verschillen in functioneren wat is bepaald door de genetische aanleg.
Erfelijkheidsgraad (h2)
- Getal tussen 0 en 1
- Een erfelijkheidsgraad van bijv. 0,03 betekent dat slechts 3% van de verschillen tussen koeien
door erfelijke aanleg verklaard kan worden. De overige 97% wordt bepaald door
omgevingsfactoren.
Kenmerk h2 Kenmerk h2 Kenmerk h2
Kg vet 0,49 Conditiescore 0,30 TKT 0,14
Kg melk 0,47 Melksnelheid 0,23 Geboortegewicht 0,10
Kg lactose 0,45 Interval afk. – 1e ins. 0,18 Geboorteverloop 0,07
Kg eiwit 0,42 Afkalfgemak 0,07
Draagtijd 0,39 NR56 dagen 0,05
Celgetal 0,37 Levensvatbaar 0,01
, Les 3 Selectie koeien
Erfelijkheidsleer: eigenschappen zijn erfelijk, waarbij de helft van de erfelijke aanleg komt
van de vader en de helft van de moeder.
DNA: erfelijke eigenschappen zijn beschreven in een code. In elke cel in je lichaam ligt een
kern en in die kern ligt DNA opgeslagen. DNA is opgedeeld in stukjes.
Chromosomen: dragers van een deel van het erfelijk materiaal (stukjes DNA) van een
organisme in de celkern. Een koe heeft 30 chromosoomparen in de celkern en 60
chromosomen.
Gen: een gen is een stukje DNA van een chromosoom dat een kenmerk beïnvloedt. Elke
chromosoom in elke lichaamscel komt twee keer voor, dus genen komen ook twee keer
voor, maar deze zijn niet altijd gelijk.
Allelen: verschillende versies van hetzelfde gen.
Dominant allel: hoofdletter
Recessief allel: kleine letter
Homozygoot: zelfde versie van het allel (twee hoofdletters of twee kleine letters)
Heterozygoot: verschillende versies van het allel (hoofdletter en kleine letter)
Fenotype (wat je ziet) = genotype + omgeving/milieu.
De genetische aanleg stelt grenzen, maar door invloeden van buitenaf kan het zijn dat deze grenzen
niet worden bereikt.
Oefening 1:
Haarkleur koe: letter Z
Zwartbont dominant Z
Roodbont recessief z
Zwartbonte koe (ZZ) x roodbonte stier (zz) =
(Roodbonte koeien hebben altijd zz, omdat zwartbont (met een grote Z) overheersend is).
Stier z z
Koe
↓
Z Zz Zz
Z Zz zz
Uit deze tabel worden de nakomelingen altijd zwartbont, omdat in alle vier de combinaties een grote
Z zit.
Oefening 2:
Haarkleur geitje: letter H
Witbont dominant H
Zwartbont recessief h
Bok h h
Geitje
↓
H Hh Hh
h Hh Hh
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jorikevandoorn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.