Examen:
Schriftelijk, 3 open vragen.
Redeneren, vragen over heel de cursus combineren.
Theoretische vraag (op 5, 6, 7 punten).
Theoretische, juridische vraag (op 5, 6, 7 punten).
Toepassingsvraag: inleven in een situatie, geef een advies op het vlak van een bepaald
thema, maar vanuit het standpunt van mensenrechten (op 8, 9, 10 punten). Vraag bestaat
meestal uit 2 onderdelen (theoretisch en juridisch).
Cursus: vertrekken vanuit de pp en teksten hierover eens lezen (ze zijn uitgebreider dan pp).
Inleiding: situering van
criminologie in een
mensenrechtenperspectief
Bij schendingen van mensenrechten gaat het vaak over mensen:
Cambodja Pol Pot:
‐ Leider van een communistische partij.
‐ Heel veel Cambodjanen zijn vermoord.
2 Afrikaanse veldheren uit Congo (Joseph Kony) en Oeganda:
‐ Leider van The Lord Resistance Army: rebellen die de macht willen krijgen in
Oeganda ze gingen soldaten rekruteren. Rebellen zijn voortvluchtig.
‐ Thomas Lubanga, die in het oosten van Congo grootschalige schendingen van
mensenrechten heeft uitgevoerd (rekruteren van kindsoldaten). Hij is de eerste die
door een internationaal strafhof veroordeeld is.
Slobodan Milosevic, president van Servië (uit de Balkan):
‐ Hij probeerde het ex-Joegoslavië verder te zetten.
‐ Hij is ook verschenen voor het internationaal tribunaal: hij heeft er een paar jaar
terechtgestaan, gestorven in zijn cel vooraleer de rechtbank zijn eindvordering kon
doen. Kans is groot dat hij veroordeeld zou geweest zijn als intellectuele dader.
Hitler:
‐ Eén van de grootschalige mensenrechtenschenders.
‐ Heeft zelfmoord gepleegd na WO II.
In de huidige samenleving sijpelen veel zaken uit eerdere regimes door.
Bv. rassenscheiding in Zuid-Afrika: zwarten mochten zich niet mengen onder de blanken.
Schendingen van de mensenrechten in België: in de Brusselse gevangenissen (artikel van 2020)
Gevangenen hadden door Corona geen contact met de buitenwereld, moesten op cel blijven,
kleine cellen, overbevolking, …
Internationaal observatorium vond dat hiertegen moest geprotesteerd worden. Dit kwam
ook voor in arresthuizen, omdat men bv. niet met een advocaat kon overleggen, maar in een
arresthuis ben je nog onschuldig tot het tegendeel is bewezen.
Vormen van toezicht:
Op nationaal niveau:
‐ CTRG (Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen).
1
, ‐ Commissie van toezicht Leuven-centraal: men gaat naar de gevangenissen, contact
met de gevangenen, wat gebeurt er?, zijn er evoluties, problemen? Men maakt
rapporten en dan kan men eventueel naar een hoger niveau gaan.
Op internationaal vlak, regionale organisatie: Council of Europe (Raad van Europa):
‐ Internationaal orgaan, bestaande uit 47 lidstaten.
‐ Na WO II opgericht.
‐ Doel: mensenrechten bevorderen, rechtstaat verstevigen en verankeren in de
nationale rechtsorders.
Mondiale organisatie: VN
‐ Comité tegen foltering en mishandeling: OPCAT (= Optional Protocol Against Torture)
Ze bezoeken gevangenissen, spreken met gevangenen, …
Gelaagdheid in de vormen van toezicht.
VZW De Huizen:
Vinden dat de rechten van de gedetineerden beter beschermd zouden zijn als ze in huizen
zitten.
Kleinschalige detentie (met 10-20 gedetineerden) zodat de re-integratie naar de samenleving
beter zou verlopen.
Politie ook vaak verbonden met mensenrechten:
Beelden van een politieman die zich schuldig zou gemaakt hebben aan disproportioneel
geweld (hij wou persoon oppakken en zou hem te hardhandig hebben aangepakt).
Zaak Chovanec in de luchthaven in Charleroi: Chovanec gedroeg zich volgens aanwezigen wat
raar, werd uit vliegtuig gehaald, politie heeft hem hardhandig aangepakt, hij bloedt omdat hij
zichzelf had verwond, politie ging op hem zitten, is naar het ziekenhuis gebracht, lag in coma
en enkele dagen overleden. Is hij gestorven door het optreden van de politie of kwam het
door zijn eigen verwondingen? Welke rechten spelen een rol?
‐ Recht op hulpverlening: had hij niet vroeger de aangepaste hulp moeten krijgen?
Medicatie, psycholoog, …
‐ Recht op leven: welke stappen zijn er overgeslagen om deze persoon toch in leven te
kunnen houden?
‐ Recht op een eerlijk proces voor de politiemensen.
‐ Recht op vrije meningsuiting:
Politievrouw die Hitlergroet doet ze wou gewoon aangeven dat persoon
Duits sprak, dus deed ze de Hitlergroet.
Vrije meningsuiting is niet absoluut, kan beperkt worden.
Recht op privéleven:
Sfeer van de luchthaven, toegangspaaltjes waar je instapkaart moet scannen. Er hangen
camera’s op deze plaatsen:
‐ Politie zegt dat ze de camera’s nodig hebben want ze willen weten wie er rondhangt
zonder het vliegtuig te nemen (n.a.v. de aanslagen in de luchthaven).
‐ Reactieve (beelden bekijken) en proactieve functie (mensen zullen zich meer gedeisd
houden).
‐ Schendt dit de privacy? Je kan niet zomaar overal camera’s ophangen want je kan
weten wie met wie op vakantie gaat, waarheen ze gaan, … privéleven van mensen
wordt ingeperkt omdat er informatie wordt verzameld die niet gelinkt is aan
terrorisme camera’s zijn uiteindelijk weggehaald.
GDPR: recht moet sterk beschermd worden.
Corona-alert app: contactopsporing.
Fb: veel gegevens van mensen. Overschrijdt het de mensenrechten?
2
,Human Rights: gelijkheid, vrijheid, vrede, waardigheid, rechtstaat, voorspoedigheid, gerechtigheid.
Actua: 2 journalisten (Rusland en Filipijnen) kregen de Nobelprijs van 2021 voor hun vrije
meningsuiting en vrijheid van pers. Deze vrijheden zijn extra van belang voor omstandigheden die
moeilijk liggen. In beide landen ligt de democratie onder vuur.
Module 1. Oorsprong en
ontwikkeling van fundamentele
rechten
1. Beknopt historisch overzicht
1.1 Plichten en rechten
Hammurabi (ca. 1780 v.C.):
Codex met rechten voor burgers die zelfs de Koning niet kon aanpassen want in steen gegrift.
Steen wordt als één van de eerste sporen gezien van mensenrechten, ligt nu in het Louvre.
Er stonden rechten op voor burgers, handelaars, boeren, …
Wat staat er allemaal op de steen?
‐ Procesrechtelijke principes: wie iemand anders onterecht van moord beschuldigt,
gaat zwaar bestraft worden, want de aanklager wordt zelf ter dood gebracht. Wie
iemand anders beschuldigt en dit kan bewijzen, kan een financiële beloning krijgen.
‐ Meineed (bewust liegen voor een rechtbank) wordt bestraft met de dood.
‐ Ook rechters konden bestraft worden: als een rechter achteraf tot de conclusie
kwam dat zijn uitspraak niet geldig was, moest hij een geldboete betalen.
‐ Soldaten hadden rechten en plichten om zich in te zetten voor het vaderland.
‐ Boeren werden aangemoedigd om het land goed te bewerken: landbouw was
essentieel voor het land (voedsel voor het volk). Moest de oogst vernietigd worden
door natuurrampen, kon de eigenaar geld krijgen om dit op te lossen.
‐ Mannen waren de pater familias, hadden de bovenhand. Vrouwen werden niet
gezien als objecten, maar hadden ook bepaalde rechten: ze konden zaken kopen,
verkopen, ruilen, leningen verstrekken, …
‐ Slaven hadden ook bepaalde rechten.
Hammurabi: heerser uit Mesopotamië (1792-1750 v.C.) Koning van Babylonië.
‐ Waarom deed hij dit? Hij heeft zijn eigen propaganda goed verzorgd, omdat hij zich
geliefd wilde maken bij het volk (na lange periode van verspreidheid in het land) om
stabiliteit te creëren.
Griekenland en Rome:
Athene (500-300 v.C.):
‐ Burgerrechten en politieke rechten voor burgers (niet voor slaven en vrouwen).
• Enkel mannen hadden dus rechten.
• Krijgsgevangenen werden automatisch slaven er waren meer slaven dan
burgers. Ze waren lijfeigenen van een familie.
‐ Democratie: geen directe democratie, maar via parlementen, raden, regeringen.
‐ Ze kwamen regelmatig samen om te praten over verschillende zaken die de stad
aanbelangen: regeringsvorm, voedsel, …
Ulpianus (3e eeuw):
3
, ‐ Het statelijk recht (ius civile) kent rechten toe aan Romeinse burgers (niet aan
slaven en vrouwen) en het volkenrecht (ius gentium) aan niet-burgers (barbaren).
‐ Daarnaast biedt het natuurrecht (ius naturale) bepaalde rechten aan alle menselijke
wezens: recht om zich te bewegen, recht om handel te drijven, ...
• Slaven behoorden niet tot de menselijke wezens, vrouwen wel.
Middeleeuwen:
Magna Carta (1215) start van de mensenrechten:
‐ Koning ging op kruistocht en liet de top van het land achter hij stelt zijn broer aan.
Koning wordt gedood op de weg naar Jeruzalem dus zijn broer neemt het rijk over.
Hij wil oorlog voeren omdat hij het gebied wil uitbreiden.
‐ Hij gaat belastingen heffen, maar edelen komen in opstand want ze wilden dit niet
omdat de burgers het niet langer konden betalen ze komen tot een contract
(Magna Carta) waarin ze de Koning dwingen om de tekst de ondertekenen. Dit
verdrag moest de burgers en edelen beschermen.
‐ “No taxation without representation”: geen belastingen betalen of verhogen indien
burgers er niet mee over kunnen beslissen principe wordt sterk naar voor
gebracht.
‐ Wat staat er in? Verschillende problemen:
• Handelaars moeten het recht hebben om op een veilige manier in en uit
Engeland te bewegen om handel te drijven.
• Weduwen konden op geen enkele manier belet worden om te hertrouwen,
ze mochten niet onder dwang gezet worden (art. 7). Na de dood van hun
man, konden ze erven van hun man.
• Diegenen die als rechters, procureurs, politiehoofden of
gerechtsdeurwaarders worden benoemd, moesten het recht kennen en
moesten het recht naleven (art. 45).
Thomas van Aquino (ca. 1270):
‐ Plichten van de gelovige in een theocratische samenleving en rechten om dat geloof
vorm te geven (geen rechten voor slaven).
‐ Een gelovige moet alle rechten die hij heeft uitoefenen in functie van het grotere
goddelijke goed hij ziet de rechten meer als plichten.
‐ Een theocratische samenleving legt de nadruk op de plichten.
‐ Slaven hebben volgens hem geen rechten, ze zijn een inferieur ras .
1.2 Van natuurrecht tot natuurlijke rechten: 17e en 18e eeuw
Renaissance:
Britse Bill of Rights (1689):
Kwam tot stand nadat er in England een revolutie had plaatsgevonden: ging over de
opvolging van de monarchie. De nieuwe monarch is van Nederlandse oorsprong. Voor de
edelen was dit het startschot om eigen macht en invloed te versterken.
Start van de parlementaire democratie: vertegenwoordigers van de edelen laten nadenken
over de staatzaken. Ze moesten dan wel iets waarborgen voor de burgers: ontwikkeling van
vrijheid van meningsuiting.
Locke:
Menselijke rede impliceert natuurlijke rechten: rechten zijn inherent aan het menszijn. Hij
maakt geen onderscheid tussen burgers/niet burgers, tussen slaven of mannen/vrouwen.
Sommige rechten behoorden tot de “natuurstaat” en daarom aan alle mensen (leven –
vrijheid – eigendom).
4