RELIGIE, ZINGEVING EN
LEVENSBESCHOUWING
ZINGEVING
WETENSCHAP, BETEKENIS, LEEFWERELD
Edmund Husserl (1859-1938) was een filosoof van joodse origine. Hij dacht veel na over de band tussen
wetenschap en het leven.
Hij vertrekt van het begrip ‘leefwereld’ = de wereld waarin wij leven. De wereld waarin wij leven is gevuld met
allerlei objecten, maar eigenlijk zijn dit geen objecten maar betekenisvolle dingen (bv.: computer). Alle dingen
rondom ons verwijzen naar betekenisvolle dingen. Deze leefwereld is ook intersubjectief = relationeel, we
leven met verschillende mensen. Ook persoonlijk: zelfs onpersoonlijke dingen verwijzen naar iets persoonlijks
(koffie je kan koffie gaan drinken met iemand anders).
Wetenschap vertrekt vanuit de leefwereld, vanuit een betekenisvol gegeven. De wetenschap maakt abstractie
van de betekenisvolle leefwereld, ze zet de betekenis die de dingen rondom ons hebben tussen haakjes en gaat
dingen bekijken als objecten, van op een zekere afstand. De wetenschappelijke blik is een tijdelijke opschorting
van de betekenisvolle leefwereld.
Belangrijke vraag: de relatie van de wetenschap tot de leefwereld. Eeen meer ‘wetenschappelijke’ leefwereld
of een autonome leefwereld (een eigen redelijkheid).
Redelijkheid en rationaliteit.
DE ‘ZINGEVENDE’, ‘COGNITIEVE’ EN ‘MANIPULATIEVE’ INTERESSES VAN DE MENS
De drie interesses van de mens: cognitieve, manipulatieve en zingevende interesse.
- Cognitief: de interesse in kennis, wetenschappelijke kennis.
- Manipulatief: klinkt slecht, maar wil hier iets heel neutraal zeggen: hoe kan ik de wereld naar mijn hand
zetten, hoe kan ik verkrijgen wat ik nodig heb (‘mag ik even uw balpen lenen’). Technologie is de meest
succesvolle uitvoering.
- Zingevend: het verlangen naar een zinvol, betekenisvol leven, het verlangen naar betekenisvolle dingen
De drie interesses overlappen in handelingen die het karakter hebben van alle drie de interesses. Een gesprek is
betekenisvol, zingevend. Het lijkt te gaan om kennis maar het gaat eerder om zin geven dat men bij elkaar is.
Het gesprek is zinvol en niet zo zeer de informatie die uitgewisseld wordt.
ZINGEVEND EN COGNITIEF
Stelling 1: Er zijn activiteiten in ons leven die lijken te gaan over een ‘cognitieve interesse’, maar die eigenlijk
fundamenteel over zingeving gaan. Heel veel dingen hebben een ritueel karakter (het weer), de
kennisuitwisseling die plaatsvindt is nihil.
,Stelling 2: Op het domein van de zingeving bestaat er redelijkheid en onredelijkheid. Wat ‘redelijk’ en
‘onredelijk’ is, is echter niet hetzelfde als wat vanuit cognitief oogpunt ‘rationeel’ en ‘irrationeel’ is.
Stelling 3: Wetenschappelijke (cognitieve) bevindingen, zijn vaak slechts van relatief belang voor de zingevende
relaties in de leefwereld.
- Voorbeeld 1 – Liefde en chemie: ‘aantrekkingskracht heeft te maken met feromonen die je uitscheidt:
kleine moleculen die op hormonen lijken. Ze brengen boodschappen over binnen het lichaam, maar ook
boodschappen van daarbuiten; van soort op soort. Daarmee zorgen ze voor seksuele communicatie tussen
mensen.’ Dit is irrelevant in onze leefwereld.
- Voorbeeld 2 – straf: ‘heel ons strafrecht moet afgeschaft worden, mensen die misdrijven plegen moeten
beschouwd worden als mensen die gerepareerd moeten worden.’ Zij gaan er van uit dat onze leefwereld,
waarin betekenis centraal staat, volledig bepaald moet worden door de cognitieve interesse. Zoiets doen
wij nooit. Straf is de manier waarop we zin proberen geven aan het feit dat mensen iets fout doen. Straf is
een soort ritueel.
ZINGEVEND EN MANIPULATIEF
Stelling 1: er zijn zaken in ons leven die lijken te gaan over de ‘manipulatieve interesse’, maar die eigenlijk
fundamenteel gaan over zingeving (en die niet kunnen bereikt worden door manipulatief handelen).
Bijvoorbeeld: geluk en erkenning. We denken in termen van het hebben van behoeften.
- Voorbeeld 1 – zoeken naar geluk: geluksmachine voor het bereiken van optimaal geluk? Deze toont
beelden van dingen die we belangrijk vinden. Al deze dingen zijn dingen buiten ons (kinderen die perfect
zijn zoals we ze willen), geluk hangt samen met geluk hebben. Geluk is een voetbalwedstrijd winnen omdat
je die ook niet had kunnen winnen. Het overvalt ons. Geluk is alleen maar geluk omdat het ook niet had
kunnen gebeuren.
- Voorbeeld 2 – zoeken naar erkenning en waardering: erkenning is niets waard als het gemanipuleerd is.
Erkenning is alleen maar waardevol omdat het ook niet had kunnen zijn.
Stelling 2: de focus op de manipulatieve interesse kan uiteindelijk de zingevende dimensie aantasten. Bv.
vriendschappen moeten betekenisvol zijn op zich, los van de manipulatieve interesse.
CONCLUSIE: ZINGEVING EN DE ANDERE INTERESSES
De zingevende interesse heeft altijd te maken met een ‘mysterie’. Het onderscheid tussen een mysterie en een
probleem: een probleem moet opgelost worden maar een mysterie is iets waarover men verwonderd is.
Zingeving heeft te maken met perplexiteit (verwondering, verbijstering, verontwaardiging.
Betrokkenheid vs. afstandelijkheid. De zingevende interesse heeft te maken met betrokkenheid. Heeft te
maken met geraakt worden door de dingen, gevoelig zijn voor bepaalde waardevolle zaken, eerder dan met
nuchtere kennis.
Afhankelijk vs. controle. In een vriendschap is het geluk afhankelijk van de andere persoon. Het heeft te maken
met zaken die noodzakelijkerwijs buiten onze controle vallen.
Traditie vs. innovatie. In onze omgang met deze ‘issues’ maken we gebruik van culturele en traditionele
elementen (omgangsvormen, rituelen, gebruiken, kunstwerken…). Het gebruik daarvan kan men op geen
enkele manier rationeel verantwoorden.
RELIGIE
, Twee problemen:
- Bestaat er wel zoiets als religie? Het concept religie heeft een geschiedenis: ons verstaan van wat religie is
heeft een relatief jonge geschiedenis. Daardoor geen nuttig concept? Het was erg populair in de 19 de eeuw.
- Wat is religie?
o Substantiële definities: definiëren o.b.v. het object waarop het betrekking heeft.
o Functionele definities: definiëren o.b.v. wat het doet. Bv.: het creëert gemeenschap.
Bitcoin als religie?
HOE RELIGIE TE BEGRIJPEN?
Religie is op zijn minst een bron van zingeving:
1. Mysterie vs. probleem
2. Betrokkenheid vs. afstandelijkheid
3. Afhankelijkheid vs. controle
4. Traditie vs. innovatie
Nety als in het geval van zingeving in het algemeen, is in het geval van religie vaak sprake van een verwarring
met of een intrusie van, of reductie tot de cognitieve en de manipulatieve interesses.
RELIGIE EN DE COGNITIEVE INTERESSE
Intellectualisme: Volgens Edward Burnett Tylor was religie een soort primitieve wetenschap. Het doel van
religie is het verklaren van hoe de wereld in elkaar zit. Het is een hele primitieve, irrationele manier van dit te
doen, het is slechte wetenschap.
Religie is een vorm van wetenschap, het beantwoordt dezelfde vragen. Het probleem van de opvatting waarbij
religie vooral als iets cognitief wordt gezien is dat er een conflict ontstaat tussen religie en wetenschap.
Fundamentalisme: spiegelbeeld van intellectualisme. Probeert te antwoorden op de intellectualistische kritiek.
RELIGIE EN DE MANIPULATIEVE INTERESSE
James Frazer schreef The Golden Bough waar in allerlei religieuze zaken besproken worden. Hij ziet religieuze
riten als technische interventies, een primitieve vorm van techniek.
Bv.: voodoo religie. Voodoo popetjes spelen een marginale rol maar door allerlei hollywoodfilms is een idee
ontstaan van voodoo als zich voornamelijk bezighouden met voodoo poppetjes. Het is een technische
interventie om je vijanden pijn te doen.
Ludwig Wittgenstein: ‘The same savage who, apparently in order to kill his enemy, pierces an image of him,
really builds his hut out of wood, and carves his arrow skillfully and not in effigy’
Het gaat hier niet echt over de marginale interesse.
WETENSCHAP EN DE ZINGEVENDE INTERESSE
De wetenschap is een neutraal gegeven. Soms krijgt de wetenschap wel een boodschap omdat mensen
zingevende wezens zijn. Een van deze betekenissen is de wetenschap als ontmaskering van het alledaagse, bv.:
feromonen.