Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Plichtenleer €9,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Plichtenleer

 110 vues  6 fois vendu

Als je de samenvatting graag aan een goedkoper tarief aankoopt (zonder extra Stuvia kosten), of in een Word-versie wil ontvangen, mag je me ook altijd een privéberichtje sturen en dan regelen we het verder via mail :) Samenvatting (volledige cursus) van alle HOC's omtrent Plichtenleer. De notit...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 72  pages

  • 6 décembre 2022
  • 72
  • 2022/2023
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (6)
avatar-seller
ellasmout
Les 1: Recht en ethiek



1. Recht en ethiek

· Grote overlapping, toch verschillend
· Ethiek // deontologie
· “Professional ethics”, deontologie = toegepaste ethiek
· Dagelijks besef, ethisch handelen zit in kleinigheden
· Beginnen met recht


Plichtenleer: recht van toepassing voor een praktijk. Verschil recht en ethiek: Veel rechtsregels hebben een ethische
component, maar niet allemaal (bv. technische voorschriften). Er zijn ook ethische regels die niet in het recht zitten (bv.
overspel is niet meer strafbaar). Zie 2 cirkels die elkaar ergens overlappen.



2. Definitie van het recht

· Geheel van regels (niet sprokkelen, niet één bepaling, maar het hele systeem)
· In een bepaalde maatschappij (= wijst op het relatieve, het veranderlijke, aandacht aan geven!)
· Op een bepaald ogenblik (= wijst op het relatieve, het veranderlijke, aandacht aan geven!)
· Door een daartoe bevoegde overheid opgelegd (belang: anders onwettig recht)
· Afdwingbaar (indien niet afdwingbaar, slechts een advies?)


Recht is een geheel van regels (= maakt deel uit van een systeem), in een bepaalde maatschappij (de ene maatschappij is de
andere niet) op een bepaald ogenblik en het moet door een daartoe bevoorrechte overheid worden opgevoerd (moet
afdwingbaar zijn).



3. Bronnen van het recht

Waar vinden we het recht?
· Wet
· Rechtspraak (= geheel van uitspraken van hoven en rechtbanken)
· Rechtsleer (= doctrine, het geheel van geschriften gewijd aan het recht door rechtsgeleerden)
· Gewoonte (= zichtbare gewoontes, die herhaald gebeuren, bv. bouw: bepaald contract/overeenkomst)
· Billijkheid of equity (= instrument om te remediëren wanneer recht/wet niet leidt tot rechtvaardigheid)


De wet heeft 2 betekenissen: de wet in formele zin (de algemene regel met algemene werking/draagkracht: besluiten,
decreten, schriftelijke algemene regels, enkel de wetten van het parlement staan daar boven) en de wet in materiele zin.
Rechtspraak is hoe de wet in concrete situaties wordt toegepast. Rechtsleer: de meeste rechtbanken houden rekening met
datgene wat meestal gezegd wordt. Billijkheid: De rechter krijgt een zaak waarin beide partijen menen gelijk te hebben.
Rechter moet de wet toepassen om te bepalen wie gelijk heeft. Soms moet er een wet worden toegepast waarvan hij zegt
maar “het is niet rechtvaardig” en dan kan hij beroep doen op billijkheid. Soms staat dit zelfs bij wetten “rechter zal beroep
doen op billijkheid”. Redelijkheid en billijkheid behelst de sociaal aanvaardbare normen zoals ze door het gewoonterecht,
ongeschreven recht of algemene rechtsbeginselen zijn geformuleerd.

,4. Scheiding der machten

· Triaspolitica De l’ésprit des lois (Montesquieu):
1. Uitvoerende macht (ministerie, regering)
2. Rechtgevende macht (rechters)
3. Wetgevende macht (parlementaire vergaderingen)
· Checks and balances: controles en evenwichten
· (oude Rome: triumviraat => met 3)


In onze maatschappij wordt het opstellen van regels, de uitvoering ervan in de dagelijkse praktijk en de bestraffing van de
overtredingen aan het trias politica toevertrouwd: de wetgevende, uitvoerende en rechtgevende macht. De koning staat aan
het hoofd van deze 3 takken (weliswaar symbolisch). De rechtgevende macht is onafhankelijk van de andere twee. Alle macht
gaat uit van de natie, iedereen heeft de macht en je hebt een tussenstap (volksvertegenwoordigers/parlementen). Dat is de
breuk met het verleden: vroeger bestond er een absolute macht (bv. vorst). Het systeem van scheiding der machten: macht
heeft neiging om macht aan te trekken, dus Triumviraat werd voorzien (3 om het evenwicht te herstellen).



5. Staatsstructuur

· Regeringen (6!)
1. België (federaal)
2. Vlaamse gemeenschap en Vlaams gewest
3. Waals gewest
4. Franstalige gemeenschap
5. Duitstalige gemeenschap
6. Brussels hoofdstedelijk gewest
· Gemeenschappen (= persoonsgebonden) & Gewesten (= territorium gebonden)
· Bv: Gemeenschapsonderwijs Gewestweg


Geen hiërarchie tussen regeringen. Elke regering heeft haar bevoegdheden. Wat door staatshervormingen is toegewezen
aan deelregeringen, behoort niet meer tot federale regering. Federale regering heeft residuaire bevoegdheden (residu: rest).



6. Structuur Hoven en rechtbanken

· Piramide: wijst op hiërarchie (indeling van de rechterlijke macht):
· Het Hof van Cassatie (wordt het recht juist toegepast, is er sprake van procedurefouten?)
· Vijf hoven van beroep
· Vijf arbeidshoven
· In iedere provincie: een rechtbank van eerste aanleg, een arbeidsrechtbank en ondernemingsrechtbank
· Per gerechtelijk kanton: een vredegerecht en een politierechtbank
· Verloop = procedure
· Strafrechtelijke en burgerrechtelijke procedure (denk aan ganzenbord)
· Niet veel keuzes: bevoegdheden liggen wettelijk vast


Macht wordt in een piramide afgebeeld, je doorstroomt een procedure. Het is niet zo dat een hogere trap iets te zeggen
heeft over een lagere trap, maar mensen doorlopen vaker een lagere trap en daardoor heb je er minder nodig van een hoger
niveautje. In strafzaken heb je allerlei mechanismes (verhoor, dossiers, lijsten, …) maar toch blijft het strafrechtelijke luik
soms te weinig wegend (soms heb je alles, en is het toch te weinig om straf te kunnen uitspreken). Vaak willen patiënten
gewoon een vergoeding en niet meer dat de persoon gestopt wordt.

, Les 2: Patiëntenrechtenwet (22-08-2022)



1. Wet patiëntenrechten

· In 22-08-2002 kwam de Wet patiëntenrechten tot stand
· Deze codificeerde vooral wat al in de rechtspraak en rechtsleer als overheersende opvatting bestond


Patiëntenrecht is cultuurgebonden en kan verschillen (per EU lidstaat anders).



2. Doel van wet patiëntenrechten

Een verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening gezondheidszorg te verzekeren door de rechten van de patiënt te
formuleren in een overzichtelijke en duidelijke wet. Daarbij wordt ook veel belang gehecht aan de vertegenwoordiging van
wilsonbekwame mensen. De wet heeft betrekking op alle diensten die zorgverstrekker levert met het oog op: ‘het
bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand, en om hem bij zijn sterven te
begeleiden.’ In najaar van 2005 werd de wet aangepast zodat ook de nadruk wordt gelegd op recht op voldoende pijnstilling.



3. Op welke zorgverstrekkers is de wet van toepassing?

· Op alle zorgverstrekkers die vernoemd worden in de WUG (wet uitoefening gezondheidszorg)
· Op beroepsbeoefenaars bedoeld in de wet van 29 april 1999 betreffende niet-conventionele praktijken inzake de:
· Geneeskunde
· Artsenijbereidkunde
· Kinesitherapie
· Verpleegkunde
· Paramedische beroepen



4. Patiëntenrechten (Examen: Geef de patiëntenrechten en wie er allemaal bij zit, trefwoorden + ga er dieper op in).

1. Recht op kwaliteitsvolle dienstverlening
2. Recht op vrije keuze van de zorgverstrekker
3. Recht op informatie en uitzonderingen
4. Recht op toestemming
5. Patiëntendossier
6. Recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer
7. Recht op klacht en bemiddeling
8. Recht op een op pijnbestrijding gerichte zorg (art. 11bis)
9. Vertrouwenspersoon ≠ Vertegenwoordiging



4.1 Recht op (zorgvuldige en) kwaliteitsvolle dienstverlening
Kwaliteitsvolle dienstverlening, in overeenstemming met zijn behoefte, met respect voor levensbeschouwing, religie,
waarden, filosofie en cultuur (bv. getuigen van Jehova). De best mogelijke zorg moet worden verleend, rekening houdende
met de beschikbare medische kennis en technologie, alsook met de huidige stand van de wetenschap. Dat wil niet zeggen dat
er aan alle mogelijke individuele behoeften moet worden voldaan. Stel dat je patiënt een bepaalde behandelmodaliteit
opeist, maar die vertoont niets van indicaties, dan slaagt dat uiteraard op niets.

, 4.2 Recht op vrije keuze van zorgverstrekker
Elke patiënt kan vrij zijn zorgvertrekker kiezen en kan die keuze ook altijd herzien, geldt tevens voor second opinion (tweede
advies). Dit recht is niet absoluut, door wettelijke of organisatorische redenen kan dit recht mogelijks worden beperkt, door
organisatorische redenen (bv. spoedafdeling, wanneer iemand niet beschikbaar is, dan is er weinig vrije keuze) en wettelijke
redenen (dé 3 uitzonderingen: militaire artsen, gedwongen opnames psychiatrische patiënten en arbeidsgeneeskunde). Ook
niet vergeten: de zorgverstrekker heeft het recht om een patiënt te weigeren (tenzij in geval van hoogdringendheid en
rekening houdend met de continuïteitsverplichting in de zorg).



4.3 Recht op informatie en uitzonderingen
Absoluut recht. De zorgverstrekker moét alle informatie verschaffen mbt de gezondheidstoestand en de te verwachten
evolutie van de patiënt. De informatie moet op duidelijke manier gegeven worden, er wordt hierbij rekening gehouden met
de patiënt (leeftijd, opleiding, psychisch gedrag, …). Normaal wordt de informatie mondeling verstrekt, maar ze kan ev. ook
schriftelijk worden bevestigd. De patiënt moet ook toegelicht worden over de voorgenomen behandeling: doel, aard, graad
van urgentie, duur, frequentie, mogelijke nevenwerkingen, belangrijke risico’s, contra-indicaties, vereiste nazorg, mogelijke
gevolgen wanneer behandeling zou worden geweigerd, kostprijs en eventuele alternatieven.


De zorgverstrekker mag, in geval van therapeutische exceptie, weigeren om informatie te verstrekken. De patiënt mag enkel
info over zichzelf krijgen en de zorgverstrekker mag enkel informatie delen waarvoor hij wettelijk bevoegd is. De patiënt mag
wel vragen aan de zorgverstrekker om info aan een vertrouwenspersoon te verstrekken (in patiëntendossier genoteerd).
Informed consent: patiënt moet volledig geïnformeerd worden, anders spreken we van onmacht (ook wanneer de patiënt
het niet begrepen heeft = geen informed consent). De 2 uitzonderingen in de wet op “volledige informatie”:


• 1. Recht op niet-weten (= initiatief gaat uit van de patiënt)
Hierbij wordt de informatie niet aan de patiënt verstrekt indien hij/zij hier uitdrukkelijk om vraagt. Het verzoek van de patiënt
wordt opgetekend of toegevoegd in het patiëntendossier. Dus indien de patiënt dit recht uitoefent, mag je de patiënt niet
informeren mits voorafgaande raadpleging van een andere beroepsbeoefenaar en mits bespreking met de aangewezen
vertrouwenspersoon. Tenzij het niet meedelen klaarblijkelijk ernstig nadeel voor de gezondheid van de patiënt of derden
oplevert.


De uitzonderingen op het recht op niet-weten:
- het niet-weten brengt de patiënt zelf in gevaar (bv. diabetes)
- het niet-weten brengt de gezondheid van derden in gevaar of er gevaar bestaat voor volksgezondheid


Het recht op niet-weten kan geheel of gedeeltelijk zijn.
- Geheel: er wordt totaal geen informatie gegeven, er wordt enkel behandeld
- Gedeeltelijk: gezwel goedaardig/kwaadaardig, geslacht bij zwangerschap (alle andere info over gezondheid kind wel), …


Bij het toepassen van het recht op niet weten, moeten volgende stappen gevolgd worden:
- overleg plegen met collega-arts en aangewezen vertrouwenspersoon
- verslag opstellen
- datum vermelden en verslag ondertekenen
- verslag bij patiëntendossier voegen

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ellasmout. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  6x  vendu
  • (0)
  Ajouter