Samenvatting Minor Kind & Jeugd gezonde zuigeling leereenheid 2 tentamenstof
1 vue 0 fois vendu
Cours
Minor Kind en Jeugd Erasmus MC
Établissement
Hogeschool Rotterdam (HR)
Alles wat je nodig hebt voor het tentamen Minor kind & jeugd leereenheid 2 gezonde zuigeling. Samenvatting verplichte literatuur, opdrachten, presentaties en aantekeningen uit de lessen.
Minor kind & Jeugd: Leereenheid 2 Gezonde Zuigeling
Romy Singewald
Leereenheid 2: gezonde zuigeling
Ontwikkelingsgerichte zorg;
Ontwikkeling bestaat uit onomkeerbare veranderingen in de tijd die in een vaste volgorde,
cumulatief en in de richting van grotere complexiteit verlopen.
Uitleggen wat de Apgar score inhoudt
Score om te bepalen hoe je baby de bevalling
heeft ervaren. De score wordt bepaald na 1, 5 en
10 minuten. De verloskundige kijkt voor het
bepalen van de Apgar-score naar 5 punten.
APGAR: Ademhaling, Pols- en hartslag,
Spierspanning, Aspect, Reactie op prikkels.
- De meest baby’s scoren tussen de 7 en
10 punten, baby met normale tot goede
conditie.
- Scoren tussen de 4 tot 6, mogelijk
medische hulp (couveuse)
- Scoren minder dan 4 punten, behandeling van een kinderarts nodig.
De motorische ontwikkeling beredeneren
Motoriek algemeen Grove motoriek (eerst) fijne motoriek (daarna)
1) Hoofd op tillen 1) Grijp reflex
2) Hoofd+ romp optillen 2) Grijp reflex verdwijnt bij +/- 9 maanden
3) Hij komt zitten 3) Dan bewust grijpen: vingers tegen handpalm drukken
4) Kruipen 4) Vingers vastpakken voorwerp (op de gok)
5) Optrekken en staan 5) Veel oefenen pincet greep (vb met kruimeltes) bij
ongeveer 9 maanden
6) Zelfstandig staan 6) Voor bewust vastgrijpen van voorwerpen = zuigeling
moet deze zien en afstemmen op beweging van handje
7) Lopen 7) 4 maanden= oog-handcoördinatie
8) 6 maanden = vastpakken met 1 hand
9) Overpakken van voorwerp van ene naar andere hand
10) Voeten ontdekt + voorwerpen in mond steken
- De motorische ontwikkeling verloopt van boven naar beneden.
- Baby’s: in eerste jaar 3x geboortegewicht. Meer spieren, myelinisatie van de zenuwgeleiding.
- Motorische ontwikkeling: indruk van hersenontwikkeling
- Van centraal naar periferie: fladderen met de handjes en trappelen met de beentjes
- Van boven naar beneden: hoofd + nek, dan geleidelijk naar romp en benen:
Bv hoofdcontrole 2,5 maand, lopen pas 14 maanden
- De motorische ontwikkeling verloopt bij elk kind verschillend. Door de WHO is inzichtelijk
gemaakt in welke periode kinderen bepaalde motoriek moeten ontwikkelen.
- De omvang van de borstkas neemt toe doordat organen groeien. Hierdoor ziet men een
verschuiving ontstaan in de normaalwaarden voor de hartslag, ademhaling en bloeddruk.
- Maagdarmstelsel: ontwikkelt zich nog verder, maag wordt groter. Nog niet in staat alles te
resorberen. Dikke darm moet nog verder ontwikkeld worden, voor het indikken.
- Buigzame skelet: wordt in de loop van het jaar steeds harder.
1
, Minor kind & Jeugd: Leereenheid 2 Gezonde Zuigeling
Romy Singewald
Rijpingstheorie:
- Nature theorie: nog primitieve organen volgens een vaste volgorde verder ontwikkelen
voordat ze volledig functioneren. Hoe het lichaam zich vanzelf ontwikkelt
- Nurture theorie: het ontstaan van ontwikkeling door leerervaringen door voldoende prikkels
van buitenaf en dan heel veel oefening.
- Mature theorie: bij de geboorte is het zenuwstelsel nog niet voltooid. Vooral de
hersenschors en de zenuwgeleiding moeten nog verder ontwikkelen. Hierdoor ontwikkeld de
motorische ontwikkeling. Eerst de grove motoriek en dan de fijne motoriek.
De cognitieve ontwikkeling beredeneren
- Gaat over een veelheid van functies zoals waarneming, aandacht, geheugen, redeneren,
probleem oplossen, taal en intelligentie.
- In de vroege cognitieve ontwikkeling gaan waarnemen en motoriek hand in hand gevolgd
door het eerste denken.
- De cognitieve ontwikkeling ontwikkelt zich vanuit reflexen.
Wanneer de rijping van de hersenen vordert, kunnen handelingen bewust worden en
verdwijnen veel reflexen.
Er zijn 3 type gedrag te onderscheiden in EAS Mate van emotionaliteit, activiteit en socialiteit.
1. De drukke, beweeglijke zuigeling is continu in de weer. Bewegen is het leukste wat er is,
waardoor de zuigeling vaak tenger is. Motorische ontwikkeling verloopt snel; meestal
vroeg staan en lopen
2. De slaperige, langzaam reagerende zuigeling is vaak goedlachs en vriendelijk, mits hij
maar regelmatig eten krijgt. Het is een stevige baby door goed eten en weinig bewegen.
Allerlei ontwikkelingen verlopen langzamer. Niet aandringen tot activiteit. Wel belangrijk
is regelmatig stimuleren met spelletjes.
3. De prikkelgevoelige zuigeling staat zeer open voor indrukken. Het kind hoort en ziet alles =
snelle heftige schrikreactie. Snel afgeleid. Spanningen en emoties voelt de zuigeling goed
aan en kan hier snel van slag van zijn. Lichaamsbouw = lang, smal en relatief groot hoofd.
Ontwikkeling snel op cognitief niveau door snel oppikken van informatie.
Het is belangrijk om op het gedrag van het kind in te spelen om positieve aspecten in het gedrag te
stimuleren en negatieve aspecten bij te sturen.
De wisselwerking tussen wat het kind waarneemt (sensorische prikkels) en wat het daarmee doet
(motorische prikkels) maakt dat de zuigeling het verschil leert kennen tussen voorwerpen en mensen
en tussen zichzelf en de omgeving.
Het is belangrijk om op het gedrag van het kind in te spelen om positieve aspecten in het gedrag te
stimuleren en negatieve aspecten bij te sturen.
Ontwikkeling hersenen en centrale zenuwstelsel
- Neurogenese vindt plaats vanaf de 2e week t/m de helft van de zwangerschap
- Migratie vindt plaats vanaf ongeveer de 8 e week; zenuwcellen migreren naar definitieve
plaats, neemt af rond de 26e week
- Uitgroei: zenuwcellen vormen lange uitlopers (axonen) en korte (dendrieten) tot aan de cel
en vangen informatie
- Synaptogenese: de zenuwuitlopers vormen station (synapsen) en ontstaat het centrale
zenuwstelsel
- Neurale celdood: als zenuwcel niet voldoende van dezelfde zenuwcellen in de buurt heeft,
sterft deze af. Voor in 3e trimester zwangerschap en/of de eerste maand na de geboorte.
- Pas vanaf 25 weken wordt het netwerk gevormd van de hersenen
- Tot 25ste groeien je hersenen
2
, Minor kind & Jeugd: Leereenheid 2 Gezonde Zuigeling
Romy Singewald
- Hersenschors en de verbindingen ontstaan vanaf 19/25 weken, volgroeit bij 40 weken.
- Verwerken zintuigelijk prikkels en het programmeren van bewegingen en het geheugen.
De reflexen verklaren zoals ademen, grijpen, stappen en zuigen
Ademen:
De bloedcirculatie verandert als je pasgeboren baby voor de eerste keer ademhaalt.
Bij de eerste ademhaling zuigt je baby zijn longen vol en slaat er een klep tussen beide hartboezems
dicht. Die klep zal uiteindelijk vergroeien met het tussenschot, waardoor het bloed niet meer van de
rechterboezem naar de linkerboezem kan.
Grijpen:
Ontstaat op de leeftijd van 4 a 5 maanden. Geleidelijk vinden beide handen elkaar steeds vaker in de
middellijn. Na de leeftijd van 6 maanden wordt de reikbeweging in een veel langzamer tempo
soepeler. Na 6-8 maanden grijpen kinderen dan ook vaker met één hand, in plaats van beide handen.
Voor het grijpen en pakken zijn de zintuigen van belang. Aanvankelijk grijpt de zuigeling reflexmatig.
De reflexen moeten verdwijnen om een bewust grijpen mogelijk te maken.
Om bewust iets te kunnen grijpen, moet de zuigeling het voorwerp kunnen zien en de informatie
afstemmen op de beweging van zijn hand-> oog-handcoördinatie.
Voor die tijd grijpt de baby wel, maar dit berust op gokken.
Stappen:
Stapreflex: beweging benen als ze de grond raken-> voorbereiding voortbewegen
- Complexe netwerken in ruggenmerg en hersenstam die verantwoordelijk zijn voor de
basisstructuur van de houdingsregulatie, bestaat uit richting specifieke
houdingsaanpassingen.
- In de houdingsregulatie kun je twee functionele niveaus onderscheiden:
1. Het basisniveau van richting specifieke spieractiviteit. Basisniveau = al bij baby’s vanaf 1
maand.
2. Tweede niveau waarop deze richting specifieke activiteit kan worden aangepast aan de
omstandigheden.
Zoek- en zuigreflex:
Zoekreflex: hoofd draaien in de richting waar dingen de wang raken-> inname voedsel
Zuigreflex: Zodra je baby iets in zijn mond voelt, zal hij gaan zuigen. Hierbij maakt hij ook slik- en
kauwbewegingen.
De invloeden op de ontwikkeling die beschreven zijn door Piaget en Vygotski uitleggen
Jean Piaget Ontwikkelingspsycholoog
De eerste theorie over de cognitieve ontwikkeling ontwierp.
Het construeren van kennis die het kind zelf actief als kleine wetenschapper opdoet in interactie met
de fysieke omgeving.
- Logische, wiskundige en natuurkundige concepten leren beheersen die overal hetzelfde zijn.
- Jonge kinderen doen kennis op door actief met de omgeving om te gaan. Kennis komt niet
tot stand door het passief ontvangen van informatie maar is het resultaat van een interactief
proces.
- Baby’s handelen volgens onderliggende denkstructuren, schema’s volgens Piaget.
Schema’s zijn strategieën waarmee kinderen de buitenwereld benaderen (grijp-, kijkschema).
- Eerste schema’s zijn sensomotorisch. Later ook denkschema’s die abstract worden.
- Drijvende kracht achter de cognitieve ontwikkeling, equilibratie. Een zelfregulerend proces
dat voor steeds betere adaptatie zorgt. (Balans zoeken)
Principe adapteren van Piaget.
Adapteren is het proces waarmee kinderen veranderen in gedrag of denken om effectiever te
kunnen functioneren. Bestaat uit twee processen:
1. Assimilatie, is het proces waarmee bestaande vaardigheden of kennis worden gebruikt in
nieuwe situaties.
2. Accommodatie, is het proces van aanpassing van bestaande vaardigheid of kennis om met
een nieuwe situatie te kunnen omgaan.
Piaget zag taalontwikkeling als een afspiegeling van de cognitieve ontwikkeling. ‘Het kind construeert
zelf kennis door adaptatie aan de omgeving, door daarmee actief in interactie te zijn.’
Verschillende stadia van cognitieve ontwikkeling. De volgorde staat vast, maar de snelheid waarmee
ze worden doorlopen varieert per kind en cultuur.
Piaget Leeftijdsfases:
Sensomotorische stadium 0-2 jaar
- Waarin het kind vooral handelt op basis van zintuiglijke indrukken. Waarneemt en wat het
ermee doet.
Preoperationale fase 2-7 jaar
- Complexiteit van nadenken, ontwikkeling van het spreken (verwoorden)
- Niet alleen meer gericht op het handelen, spelen
- Magisch denken, wel enige logica (alles is mogelijk; ik zie het dus het is echt)
- Doen alsof spel (vadertje moedertje)
- Egocentrisme, bekijkt de wereld vanuit zijn/haar perspectief
- Geheugen, feiten en ervaringen door elkaar
Concreet operationele fase: 7-11 jaar
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur romysingewald. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.