= een manier van kijken naar en omgaan met individu-overstijgende sociale
systemen.
Kern vd systeemtheorie: Relaties tussen personen, relatiepatronen, andere verbanden
(niet individuele persoon) systeem als geheel + relatie- en communicatiepatronen.
- Zorgverlening aandacht naar context + sociale structuren.
- Begrip ‘informatie’ staat centraal voortdurende stroom van verbale en non-verbale
, onbewuste en onbedoelde signalen die mensen uitzenden en ontvangen.
Volgens systeemtheorie alle gedrag is communicatie Communicatie = interactie =
gedrag = beïnvloeding
SYSTEEMBENADERING BIEDT 2 ZAKEN:
1. Manier om naar systemen te kijken
2. Aanknopingspunten om binnen systemen interventies te doen vanuit het bredere zicht
op het geheel.
Theoretische + praktische kant. Het gaat altijd over het NU.
1.2 SYSTEEMTHEORIE
= manier van denken, bril waardoor je naar de werkelijkheid kan kijken.
1.3 HET BEGRIP ‘SYSTEEM’
Systeem: een samenspel van elementen en van betrekkingen tussen die elementen dat als
geheel functioneert door de onderlinge afhankelijkheid vd elementen en dat voor de
betrokken elementen bepaalde functies vervult.
Individu in zijn omgeving Voorbeelden: gezin, leefgroep, vriendengroep, team,
organisatie.
Oefening:
1. Groep patiënten die komen voor een echografie? Geen systeem, geen relatie,…
2. Groep startende eerstejaarsstudenten? Geen systeem
3. Groep tweedejaarsstudenten? Ja, kennen elkaar
4. Vaste bezoekers van een dagverzorgingscentra? Ja een systeem, een relatie, verband
ontwikkeling van een systeem heeft tijd nodig. Bepaalde onderlinge afhankelijk en
structuur vraagt tijd.
Kern van systeem wordt niet gemaakt door eigenschappen van individu maar door de
betrekkingen die individuen onderling onderhouden + patroon die de betrekkingen
vormen.
Conclusie voorwaarde voor een systeem: interactie tussen individuen.
Begrippen van de systeemtheorie zijn nogal abstract. Zie pag 10
, 1.5 DE BELANGRIJKSTE UITGANGSPUNTEN VAN DE SYSTEEMTHEORIE
Geheel is meer dan = systeem heeft eigen karakter die je niet kunt herleiden tot de
de som der delen eigenschappen van de delen. Als er in een systeem iets
(1+1=3) verandert, komt het hele systeem in beweging.
Eigenschappen individu eigenschappen systeem
Het systeem Ieder gedrag van een individu wordt bepaald door het systeem en
bepaalt in de omgeving
belangrijke mate
het gedrag van de
individuen
Voorbeeld: Ilse stottert vaak maar op haar nieuwe afdeling wordt ze
zeer goed opgevangen door de collega’s waardoor ze minder stottert.
Het systeem Een systeem past zich aan aan de omgeving om te overleven.
probeert zich op
allerlei manieren
aan te passen aan
Voorbeeld: een bedrijf stelt zijn doelen bij als de oude doelen niet
zijn omgeving,
meer voorzien in de behoeften van de samenleving.
omdat het wil
overleven.
Een systeem heeft Ieder systeem tracht zich te handhaven/ in stand houden (een
de eigenschap kwestie van overleven en blijven voortbestaan).
zichzelf te
handhaven en te
blijven
voortbestaan
wanneer het
eigenlijk geen recht
van bestaan meer
heeft.
Binnen het = binnen een systeem hangt alles samen gevolg: deel van systeem
systeem (geheel) verandert, systeem als geheel verandert.
zijn de delen van
elkaar afhankelijk
1.6 KENMERKEN VAN OPEN SYSTEMEN
Open systemen Gesloten systemen
= een systeem die wel in interactie treed = een systeem die niet in interactie treed
met andere systemen. met andere systemen – systeem is
geïsoleerd vd omgeving.
1. Niveaus waarop systemen en delen geformuleerd kunnen worden variëren van
situatie tot situatie. Worden bepaald door de belangstelling & behoefte van degene
die het systeem beschrijft/ bestudeert.
De gebruiker mag het niveau waarop hij het systeem definieert zelf bepalen deze
moet zinvol zijn, tot inzicht leiden & gericht zijn dat de gebruiker beter zicht op het
begrip ‘systeem’ biedt.
, 2. Het tijdselement: voor een systeem een onderlinge afhankelijkheid heeft is een
bepaalde structuur nodig. Dit duurt een bepaalde tijdsduur voor deze tot stand komt.
Vraag: vormt een groep eerstejaarsstudenten vpk bij de start van het academiejaar een
systeem. Nee, er is geen onderliggende afhankelijkheid en structuur.
3. Totaliteit of systeemsamenhang
= optreden van een verandering in een deel vh systeem dat zijn weerslag heeft op het
gehele systeem en dat deze verandering ook veranderingen teweeg brengt in alle andere
delen vh systeem. Alles hangt met alles samen.
Voorbeeld: als er tijdens het academiejaar nieuwe studenten aan een groep worden gevoegd,
heeft dit invloed op het functioneren van en de relaties binnen de studentengroep.
4. Niet optelbaarheid geheel is meer dan de som van de delen. Verwijst naar het
karakter + eigenschappen van het systeem kan niet herleid worden tot
eigenschappen van de individuele leden van het systeem hangt samen als geheel.
5. Subsysteem = een willekeurige samenstelling van twee of meer leden vh systeem. Op
basis van zelfgekozen criteria kan men bepaalde subsystemen onderscheiden in de
systemen waarmee men te maken heeft.
Voorbeeld: in een ziekenhuis onderscheidt men verschillende
subsystemen (vpk, arten, logo, kiné,…)
Naast subsystemen bestaan ook buitensystemen.
6. Coalitie
= een subsysteem van 2 of meer leden vh systeem dat wordt gekenmerkt door
gemeenschappelijke intenties en belangen en door gemeenschappelijke inspanningen om
deze intenties te verwezenlijken. Hierdoor is iemand in staat zijn invloed als individu uit te
breiden waardoor zijn doelen beter te realiseren zijn. (open en neutraal karakter)
Voorbeeld: in de politiek is het nuttig om krachten te bundelen.
7. Lenigheid van het systeem
= het vermogen vh systeem om zich aan te passen aan ingrijpende veranderingen (binnen of
buiten het systeem) waarbij bepaalde normen richting gaven worden losgelaten en waarbij
naar een volstrekt nieuw evenwicht wordt gezocht.
Voorbeeld: verbouwing binnen een WZC heeft invloed op alle bewoners en medewerkers.
8. Systeemomgeving
Systeem bestaat niet op zichzelf belangrijk is dat een organisatie permanente uitwisseling
van informatie onderhoudt met haar omgeving.
Voorbeelden: leerplannen van een school worden nagezien door patiënten.
- Open systemen: sociale systemen
- Gesloten systemen: terug te vinden in klassieke natuurkunde en scheikunde. Men kan
het systeem isoleren.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur landersayoen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.