Wijsbegeerte
H1: Wat is filosofie?
Bierce (1969)
- Amerikaanse satiricus
- F = een stelsel van vele wegen die van nergens naar iets leiden
Geen essentie van F, behandelt onmogelijke vragen, vele versch visies , moeilijk af
te bakenen van andere domeinen
1.1 Drie kenmerken
F = liefde voor de wijsheid, verlangen om te weten (= etymologie van het woord)
- Aristoteles: “alle mensen verlangen van nature naar wijsheid”
Filosofen
- Zijn party-poopers (spelbedervers)
Zijn nefast voor de feestvreugde, ze ergeren zich aan de banaliteiten van het
leven, omdat ze zich niet kunnen neerleggen bij overgeleverde inzichten
- Leren ons dat we ons niet hoeven neer te leggen bij de status quo
Trekken uitspraken van autoriteiten (personen / onze vermogens) in twijfel
Descartes: vb ons gezichtsvermogen bedriegt ons vaak (Muller-Lyer illusie)
- En wetenschappers hebben heel wat attitudes gemeen
Kritisch en ruimdenkend (rationele argumenten en overtuigingen), laten zich niet
misleiden door schijnbare vanzelfsprekendheden
Feynman
Haat voor F
“wet brengt ons de waarde van rationeel denken bij”
F afbakenen van aangrenzende kennisdomeinen obv:
Attitude
- Vanzelfsprekendheden in twijfel trekken
- Niet neerleggen bij status quo (zintuigen kunnen ons bedriegen)
Methode
- Eigen intuïtie:
= kennis die op een onmiddellijke manier verkregen wordt en waar niet aan te
twijfelen valt (17e, 18e E)
Bv. Descartes: heldere ideeën zou niemand durven betwijfelen zoals bv
het idee van volmaaktheid
= spontane overtuigingen die we in onze eigen geest aantreffen (nu)
Common sense moeilijk te veranderen of op te geven
Negatieve connotatie
Bv overtuiging dat ik mijn lichaam kan beïnvloeden mbv mijn geest
Kritiek: fauteuilfilosofen = enkel intuïties gebruiken, geen empirisch onderzoek
, Probleem: geen uniek filosofische methode (ook wetenschappers gebruiken het)
- Conceptuele analyse:
Conceptual engineering (Floridi) = het ontrafelen en verbeteren van
concepten die we in het dagelijks leven mss te achteloos gebruiken (liefde,
tijd, vrijheid,…)
Concepten betere vragen beter onderzoek
Maar: in alle wetenschappen dus niet bruikbaar voor onderscheid te maken
- Gedachte-experiment
= instrument van de verbeelding, dat wordt gebruikt om nieuwe info over
thema te krijgen zonder nieuwe empirische data.
Voordelen:
probleem verhelderen dmv visualisering
omzeilen van financiële, technologische en morele problemen
leveren gegevens op die voor of tegen een bepaalde theorie kunnen
worden gebruikt bv. brain in a vat (wet op andere planeet die onze
hersenen controleert dus wee k niet weten of wij die hersenen in dat
vat zijn, alle zekerheden staan op een helling)
Maar: weeral niet enkel door filosofen
Vb: kat-paradox (Erwin), lift-experiment (Einstein)
Toont aan dat wet geen louter empirische activiteit is
- Nieuwe filosofische discipline: De experimentele filosofie
empirisch-wetenschappelijke methoden kunnen soms bijdragen aan een oplossing
voor traditionele filosofische problemen
- Dus: eigenheid van filosofie heeft te maken met domein
Domein = aard van vragen en problemen waarmee ze zich bezighouden
- F vragen zijn abstract en eigenaardig (bv bestaat tijd echt?)
Thomas Nagel: we komen niet ver als we niet nadenken over die dingen
- Gedicht Feynman = wetenschapper, afkeer voor filosofie
- Reden afkeer wetenschappers voor filosofen: geen vooruitgang, wordt niets
opgebouwd (eerder kunst dan wetenschap) (onbeantwoordbare vragen)
tegenargument: in wetenschap ook geen echte vooruitgang
binnen een paradigma wel vooruitgang maar tss de paradigma’s
onderling die elkaar opvolgen niet, want ze hebben niets
gemeenschappelijk
Kuhn: ontwikkeling van de wetenschap loopt in horten en stoten,
Paradigma’s z incommensurabel = onderling onmeetbaar vb massa
heeft verschillende betekenis bij Einstein en Newton
in filosofie wel vooruitgang: talloze wetenschappen ontstaan in schoot
van filosofie (bv psychologie). Zodra er vooruitgang is in filosofie,
strijken de wetenschappers de pluimen op
1.2 Vier deeldomeinen
,Ah iets is filosofie als het tot één van deze 4 domeinen behoort (= nt goed want je verschuift
probleem van wat filosofie is naar een lager niveau)
Metafysica
= bestudeert aard & structuur vd wereld (wat betekent het om te bestaan)
= problemen die voorbij, achter of onder de fysica liggen
(structurele manier van Aristoteles’ metafysica)
- Term: van Griekse Oudheid
- Vbn: verhouding lichaam geest, bestaat tijd zonder mensen, wilsvrijheid
- Sommige wetenschappers zeggen dat de vrije wil niet bestaat
Redenering: wij zijn onze hersenen, onze hersenen bestaan uit fysisch spul,
dat is onderworpen aan de deterministische wetten van de fysica
Als dat zo is, k we m nt verantwoordelijk achten van hun daden dus
strafsysteem van de SL is dan ook onmogelijk
- Determinisme
= alle gebeurtenissen en standen v zaken worden veroorzaakt door voorafgaande
gebeurtenissen en standen van zaken
Type oorzaken: probabilistische (wss, vb genen) & deterministische (garantie,
vb fysisch spul)
- Problemen die w gezien als metafysische problemen h geen gemeenschappelijk
kenmerk maakt vraag wat metafysica juist is meer onmogelijk
Logica
= deeldomein dat uitlegt wat deugdelijk redeneren en argumenteren is
- Weerleggen drogredenen bv slippery slope ( A doen, B zal volgen en is slecht dus A
niet doen)
Epistemologie of kennisleer
= de aard, structuur en mogelijkheid van onze kennis
- Wat is de reikwijdte van onze kennis, wat is kennis precies? Hoe verwerven? Hoe
weten we wat we denken te weten? -> zoektocht naar zekere kennis
- Brain in a vat typisch epistemologische experiment
- Tot in welke mate is het gerechtvaardigd te geloven dat wat we weten waar is
Ethiek of moraalfilosofie
- Normatieve universum = verzameling rechten, plichten, geboden, verboden
Niet alle vragen die hiertoe behoren van morele aard
Esthetische kwesties vs praktische en juridische kwesties
- Wat is onderscheid tss morele en juridische voorschriften?
Deze 4 deeldomeinen kunnen onderverdeeld worden in specifieke takken:
- Politieke filosofie –> ethiek
- Wetenschapsfilosofie –> epistemologie (vb evolutiepsychologie)
2 deeldomeinen:
Algemene wetenschapsfilosofie
Fundamentele filosofische kwesties
Intrinsieke interesse
, Toegepaste wetenschapsfilosofie
Instrumentele interesse (kunnen de resultaten van wetenschap X een
nieuw licht werpen op filosofische problemen buiten deze wetenschap)
- Feynman: “wetenschapsfilosofie is irrelevant voor wetenschappers”
1.3 Korte geschiedenis van de westerse filosofie
Vraag ‘wat is filosofie’ beantwoorden door verwijzen naar geschiedenis
- Iemand filosoof als die zich bezighoudt met filosofen uit verleden (begging the
question) FOUT: cirkelredenering (= iets w als juist beschouwd maar moet nog
bewezen worden)
- Arbitrair: Filosofie moest zichzelf steeds opnieuw uitvinden om zichzelf in stand te
houden (niet alle filosofen uit het verleden worden ook nog vandaag als filosoof
beschouwd)
Geschiedenis van de filosofie
- Werd ook uitgedaagd door andere vormen van kennis (mythologie, theologie en
wetenschappen)
- Zz is stand houden door zich steeds opnieuw uit te vinden
Ontstaan westerse filosofie in Griekenland 6e E v Chr
- Tegelijk revolutie in toenmalige Zuid EU
Van koninkrijken naar stadstaten met rechtspraak en bestuur
Wetten en waarden gelijk, niet meer vanboven uit opgelegd, ontdaan van
goddelijke oorsprong, wetten ontstonden door publieke debatten
Ontwikkeling versterkt door gevoel van relativiteit (Grieken meer contact met
buitenlanders door economische opgang)
Nadenken over wat waarheid is, in wat voor SL ze wilden leven…
- Allereerste filosofen: Thales, Anaximander, Anaximenes
Alle 3 afkomstig van Miletus (Grieks stad)
Natuurfilosofen (revolutionair)
Interesse in dat wat kosmos doet draaien
Overtuiging: levende en levenloze natuur komen voort uit oerstof,
kosmos begrijpen vanuit zijn eigen natuur en eigen principes
Maakte komaf met mythologische manier van denken
Dichter Hesiodos: Griekse goden als drama, goddelijke gebeurtenissen
en onmogelijke wendingen
- Piek in westerse filosofie
Aristoteles en Plato: hominin universali: bespraken alle thema’s en brachten
die samen in groot systeem (over liefde, goede, God, eig van herkauwers…)
Vragen van deze 2 vormen motor van westerse filosofie
Plato: zintuigelijke wereld vs perfecte ideeënwereld
“WF is eig niet meer dan voetnoten bij werk van Plato” (Whitehead)
- Middeleeuwen: duistere periode (500 – 1500)