ARCHITECTUUR IN CONTEXT B
RECENTE TENDENSEN H11
Deconstructivisme, Nieuwe Eenvoud en Blob-architectuur
Recente stromingen uit 20ste eeuw heel divers (vanaf jaren 70:
architectuurdiscours alle richtingen die weinig met elkaar te maken hebben)
Deconstructivisme
1988: ‘Deconstructivist Architecture’ (MOMA, NY)
Gecreeërd en op kaart gezet door deze tentoonstelling Curator: Johnson
(architect met Mies, curator van andere tentoonstelling 1933: modernistische
architectuur (international style, esthetisch) voor het eerst getoond)
Architecten samengebracht - tussen architecten moeilijk een lijn te trekken
(conceptuele achtergrond)
Kenmerken:
- Deformatie van de euclidische geometrie als vormideaal: cardesiaans
vormideaal als basis voor ons begrip voor de ruimte: XYZ assenstelsel –
beschouwd als begin van de moderniteit (les 10: kijk op wereld,
horizontaal-verticaal, tot wat heeft die vraag ons gebracht?)
- Scheve muren
- Kleur en materiaal composities
- Dynamisch werkende ruimtes
- Architectuur als spiegel ve maatschappij die het vertrouwen in de rede
heeft verloren: failliet van moderniteit heel fel in vraag gesteld
Inspiratiebronnen
1. Filosofie: Derride, De la grammatologie (1967): analytische methode om
constructies bloot te leggen, als wij een zin lezen (hoe die zin is
geconstrueerd + met onze achtergrond, onze culturele mindset),
conventies en associaties lostrekken van een betekenis andere
mogelijke betekenissen ontstaan
Architectuur als provocatie
Eigen woning, Gehry, Santa Monica (1978): filosofische constructie, woning
verbouwen: uitbreiden maar met materialen die niet in architectuur worden
gebruikt (roosters, timmerhout) + vorm: chaotisch, lijkt tijdelijk, filmset heel
bewust dingen doen die we niet verwachten in een context ve huis, spelen met
onze verwachtingen, symbool rust familie – spookhuis
2. Constructivisme (USSR jaren 20): komaf maken met geschiedenis, blik
vooruit, nieuwe kunststroming: constructivisme: utopische dimensie
optimistische manier kijken naar architectuur (ontsnappen aan
zwaartekracht en functionaliteit) – architectuur: niets aantrekken aan de
randvoorwaarden van de architectuur (alsof al die dingen er niet zijn, niet
, realiseerbaar, positief statement) – Zaha Hadid: nog niet bouwbaar,
grenzen opschuiven
Brandweerkazerne, Zaha Hadid, Weil am Rhein (1990): architectuur als
onbouwbaar beschouwd, grenzen van verbeelding en het bouwen opschuiven,
krachtvelden aanwezig in ruimte met architectuur zichtbaar maken, op plan en
luchtfoto moeilijk te vatten gebouw losgedacht van zijn functie: eerst gebouw
dan functie
Frank Gehry; Guggenheim Bilbao (1991-1997): museum, aan de buitenkant niet
prijsgeven wat er gebeurt aan de binnenkant, hoe blijft dat staan? Grenzen van
het bouwbare overschreden, binnenkant: grote chaos (collectie van verschillende
ruimtes gecentreerd rond centrale inkomhal), Bilbao effect: fenomeen dat je
overal begint te zien, toerisme naar stad teruglokken door grootschalige
infrastructuren (enige architectect naast Koolhaas die personage heeft gekregen
in The Simpsons)
Peter Eisenman, House II (Falk House), (1970): meest conceptueel en radicaal,
start als theoreticus (academisch), architectuur als autonome discipline, 10
woningen ontworpen voor wiskundige transformaties van een kubus
(permutaties, spiegelen, rotaties…), paar van die 10 gerealiseerd als woning, te
maken hebben met een sculptuur dat bestaat uit vlakken en daartussen gaan de
verschillende programma’s zich plaatsen, bouwkost blijkt hoger te zijn + koppel
vindt het niet handig er komt een proces van
Bernard Tschumi, Parc de la Villette (1982-1989): wedstrijd om van die site een
park maken (niet ontsnappen aan stad: synthese stad-park, stedelijk park, park
waar er acitviteiten plaatsvinden), behouden blijven: hal/ kanaal, veelheid uit
elkaar trekken en groepen maken, opkomst pc: layers en elke layer heeft een
thema (3 layers: vlakke elementen + rooster + lineaire elementen), grid: manier
om in dat park een menselijke schaal te maken (-folies (kleine paviljoentjes),
3lagen: op elkaar geprojecteerd conflicten: de as van die hal en as van rooster
niet evenwijdig oplossen van die conflicten, nemen van beslissingen
Architectuur als script
2e prijs: Rem Koolhaas, wedstrijdontwerp Par ce la Villette (1982): park veel te
complex: verschillende lagen (grootschalige elementen + banden (-
wolkenkrabber: buitenkant uniform ding, binnenkant iets anders afspelen
gelijkaardige manier omgaan: neergeklapte wolkenkrabber op elke verdieping
andere activiteiten
Rem Koolhaas (OMA), Kunsthal, Rotterdam (1987-1992): complex wat er gebeurt,
veelheid te vatten, flexibele infrastructuur (verschillende ruimtes onafhankelijk
functioneren maar ook als 1 ruimte), locatie: boulevard en park verbinding met
hellingsbaan, inkomruimte is auditorium, hal 1: kolommen willekeurig verband,
hal 2: ander ritme van kolommen die fijner zijn, hal 3: wandeling eindigt op
dakterras. 3 hallen zelfstandige ruimtes: andere maat, andere structuur
(kolommen), andere materialen
Impact van Rem Koolhaas. Baby Rems
Hele reeks volgelingen, die nu zelfstandig zijn met een grote reputatie