Kwalitatieve en gemengde methoden
Les 1, deel 1 ACHTERGROND VAN KWALITATIEVE METHODEN IN PSYCHOLOGIE
- Kennisclaims beoordelen (obv wet onderzoek)
- Niet zelfde als
Persoonlijke ervaringen of meningen
Sociale normen, gezond verstand (wat is goede opvoeding?)
Informatie van experts
- Wat maakt wetenschappelijk anders dan kennisclaims
Methode (hoe je aan kennis komt) voldoet aan wetenschappelijke kwaliteitscriteria
Transparantie, replicatie, conclusies beoordelen
Psycholoog vertrouwd met wetenschappelijke methodes
. Kunnen toepassen, evalueren, zelf onderzoek
HOE HANDBOEK STUDEREN?
- Wat leren
Hoorcolleges (11)
Zelfstudie literatuur
. Geselecteerde hoofdstukken uit hb + hoofdstukken uit andere boeken
. Alles kennen vd hoofdstukken ook al komt het niet overeen
. Voorbeelden HB en colleges kennen, geen namen of jaartallen
. Alle boxen kennen
. Details kennen, maar niet opnoemen
P8-10: kenmerken onderzoeken begrijpen en herkennen, niet opnoemen
P63-70: niet vanbuiten kennen, herkennen wat relevant is
Geen datums en namen zonder context
Wel inhoudelijke concepten en termen
. Box 1.1.: niet wie was Compte, wel belangrijke kenmerken positivisme
Zie overzicht open vragen aan begin hoorcolleges
- Examenvragen
Kennisvragen: benoemen/ herkennen (literatuur of lessen) -> wat is inductie?
Inzichtvragen:
Nog iets anders
ZIE PPTS VOOR EXAMENVRAGEN EN POLLS IK HEB ZE ER NIET INGEZET
HF1: Wat zijn kwalitatieve methoden in psychologie
Wat is kwalitatief onderzoek
- Paradigma verschuiving: nieuwe radicale manier van denken over een onderwerp dat de vorige manier vervangt
Gewoon iets anders bekijken is geen paradigma verschuiving
- Mainstream psycho nog steeds aanwezig -> beide vormen zijn nodig
Geen verschuiving, bestaan al altijd samen
- Kuhn: wetenschappelijke paradigma’s
Revolutionaire veranderingen, niet gradueel
Paradigma: radicale manier van kijken naar wereld, subjectmaterie (ruimer dan een theorie)
Te veel anomalieën -> crisis in discipline -> nieuwe manier van verstaan
Bv: van behaviorisme -> cognitieve
Wanneer kwalitatief
- Methoden van dataverzameling en analyse
Andere gereedschapskist
Geen cijfers en statistieken
- Kennistheoretische benadering
Ander doel van onderzoek
Kwalitatief niet met doel om objectieve waarheid te tonen/ hypothese
Andere visie wat kennis of waarheid is
- Onderzoeksproces
1
, Hoe gebeurd het onderzoek
Andere aandachtspunten in onderzoekspraktijk
METHODEN DATA VERZAMELING (kwalitatief)
- Rijke, diepe data: weinig vaste structuur of selectie vooraf, veel aspecten kunnen aan bod komen
Niet gestandaardiseerd, open vragen, brede observaties
Kwantitatief: beperkend (akkoord of niet akkoord), sterke focus
Ongestructureerd
- Perspectief van het individu: betekenis vd ervaring
Geïnteresseerd in de pp
Dichte relatie pp en PL
Ideografisch (individu) ipv nomeothetisch (groepen)
- Natuurlijke setting: kenmerken van het dagelijks leven
Wil persoon in eigen omgeving begrijpen, pp beïnvloedt door omgeving -> ecologische validiteit
Sociale realiteit komt tot stand tijdens interactie (niet statisch)
Meer details over persoonlijk leven pp
- Geen hypothese toetsing, wel theorieën uitdenken
KENNISTHEORETISCHE BENADERING
- Kennistheorie = epistemologie
Hoe wordt kennis vergaard? Wat is kennis?
Wat is de waarde van wat we weten? Wat is waar?
- Wetenschap = mengeling van kwalitatief en kwantitatief
Gemeenschappelijk
- Kennis gebaseerd op empirisch onderzoek
- Bv: niet door God gegeven (theologie)
- Bv: niet door abstract redeneren (metafysica)
- Bv: wel gebaseerd op empirie (moderne wetenschap)
Verschillen
- KWANTITATIEF -> gebaseerd op logisch positivisme (Compte)
“Er bestaat objectieve kennis” : externe wereld bepaalt wat waar is (los van persoon = realisme)
“Neutrale onderzoeker”: kennisproductie is onafh van de onderzoeker, moet neutraal zijn
“Onderzoek brengt ons steeds dichter bij de waarheid”: wetenschap is cumulatief en leidt tot ontdekken
van objectieve realiteit (onderzoek als speurtocht)
Consensus bij methodes en procedures Comte: Wet van 3 fases
Individualistisch en mentalistisch (cognitief) - Beschrijving sociale evolutie
- Theologie, Metafysica, Wetenschap (Positivisme)
- KWALITATIEF -> gebaseerd op sociaal constructivisme
“Er bestaat geen objectieve kennis”: meerdere manieren om de wereld te kennen
. Intersubjectieve kennis: ‘kennis’ gedeeld door mensen met zelfde visie
“Perspectief van de onderzoeker telt”: niet alleen theo. perspectief bepaald wat gekend wordt, ook
sociale en culturele achtergrond van onderzoeker -> onderzoekers moeten transparant zijn
“Onderzoek leidt tot waardevolle interpretatie van de werkelijkheid”: meer dan 1 realiteit bestaan,
Verschillende interpretaties vullen elkaar aan (onderzoek als bouwproject)
. Meerdere manieren voor interpretatie
Wetenschap: indiv. cognitieve activiteit (positivisme) VS collectieve, sociale activiteit (constructivisme)
Weinig consensus over methodes
. Agency (microniveau): Focus op interactie: visie op wereld bepaald door persoonlijke interac
. Structure (macroniveau): Focus op maatschappij: visie bepaald door sociale structuren
Relativisme
Sociaal engagement
- Positivisme doel: REALISME, waarheid kennen
- Constructivisme doel: RELATIVISME, (onderbelicht) perspectief laten zien
2
, Sociaal constructivisme: laten zien hoe een perspectief tot stand komt in dialoog met anderen
Sociaal engagement: doel bereikt door -> aandacht voor perspectief minder machtigen
Sociaal engagement: constructie perspectief -> hoe mensen werkelijkheid kunnen veranderen
- Link is niet noodzakelijk
Positivisme (kwantitatief) Constructivisme (kwalitatief) Sociaal constructivisme
Doel: waarheid kennen -> realisme Doel: perspectief laten zijn -> relativisme Doel: hoe perspectief tot sta
Doel: meerdere perspectieven combineren in dialoog -> constructivisme Doel: samen met pp perspec
ONDERZOEKSPROCES
- Empirische cyclus: inductie en deductie
Van theorie (idee) naar data (realiteit) -> deductie
Van data naar theorie -> inductie
- Deductie: algemene theorie waar je toetsbare uitspraken uit af leidt (hypothesen)
Bv: meisjes minder goed in wiskunde dan jongens
. Hypothese: meisjes zullen lagere scores halen
Maar zoveel waard als het idee waar je van vertrekt
- Inductie: van beperkte data (intuïtie of beperkt #observaties)
Bv: meisjes zijn minder gemotiveerd in je les fysica en dan verklaring zoeken
Uit data algemene theorie
- Kwantitatief
Nadruk: deductie
Methode: hypothetisch-deductief -> confirmatie van hypothese
Metafoor: recept: onderzoek op deductie -> weet naar wat je op zoek bent, welke onderzoeken
- Kwalitatief
Nadruk: inductie
Methode: theoretische interpretatie
Metafoor: avontuur: onderzoek op inductie
Kritiek van kwalitatieve onderzoekers op deductie
- Hoe kom je aan nieuwe theorieën/inzichten
Black box van kwantitatief onderzoek (niet afvragen van waar theorie komt)
- Inzichten bestaande theorieën komen uit mainstream/elite/westen
Voordeel kwalitatief: Perspectief van minder machtigen gebruiken
Voorbeeldvraag: waarom studeer je psychologie? Beperking hypothetisch deductief onderzoek
- Zelfbeschikkingstheorie
Niet veralgemeenbaar over andere culturen
Eigen keuze leidt tot hogere motivatie
Theorie vaak experimenteel getest -> Hypothetisch deductief onderzoek
- Beperking: in andere culturen wordt eigen keus niet altijd als beste gezien (uithuwelijken)
Inductie: vanuit Inda kranten: nieuw idee ‘miss gaat dit niet op’
Idee onderzoeksvraag? Wat is meer motiverend? Zelf kiezen of anderen
Deductie: systematisch onderzoek in India
Hoe kwalitatief onderzoek complementair is van kwantitatief
UITGEBREID VOORBEELD: pesterijen op school en op werk
- Pesten: negatief behandelen van medewerkers tijdens zekere periode (6maand), gedrag is systematisch, doelwit
moeilijk verdedigen, richt zich op persoon of zijn functioneren
- Soort onderzoeksvragen
Kwantitatief: frequentie, hoeveel keer aangevallen in laatste week, hoeveel mensen, hoelang pesten,
verband tss pesten en ziekte -> Frequentie, verschillen, verbanden, oorzaken en gevolgen
Kwalitatief: hoe voel je je bij pesten, achterliggende reden van pesten, hoe aanpakken, hoe gaat pesten
. Hoe, wanneer, waarom
3
, . Ontstaan & verloop, subjectieve beleving, specifieke context
- Onderzoeksopzet
Meervoudige gevalstudie
Verschillende organisaties
Participanten: ‘pestexperten’ van elke organisatie
Gevallen: 56 casussen gereconstrueerd
- Dataverzameling
Kwalitatieve interviews met pestexperten
2 interviews
. Precieze reconstructie recente casus
. Discussie en reflectie op casus
. Toetsing procesmodellen uit literatuur aan casus
Dataverwerking en inhoudsanalyse
. Geluidsopnames, transcripten
. Casusanalyse: samenvattende beschrijving
. Procesanalyse: benoemen processen
. Citaten groeperen onder processen als illustratie
- CASUS 1: Georges bovengeschikte aan Vera
Strain theory
- CASUS 2: Marie oude verpleegster en Leen jonge verpleegster
Conflict theory
- Deductie: theorie -> hypothesen
Strain theorie: als gevolg van frustratie -> destructieve coping -> frustratie agressie -> pesten
Conflict theorie: conflict -> destructieve conflicthantering -> escaleren -> verliezer slachtoffer
- Bevindingen en conclusies
Inductief: elementen die uit theorie ontbreken maar wel belangrijk zijn voor totaalplaatje
Nieuwe theorie
Nadruk op inductie bij kwalitatief (aanvullend of helemaal nieuw)
Kennisbenadering: sociaal constructivisme :Meerdere interpretaties vullen elkaar aan, niet neutraal
Conclusie
- Methoden data verzameling: eigenheid kwalitatieve data
- Kennistheoretisch: sociaal constructivisme
- Nadruk op inductie
Begin van moderne psychologie: introspectie en voorvaders van psychologie
- Wundt (1879)
Sommige dingen in labo (experimenten), andere dingen kwalitatief
Titchener: vond introspectie structuralistisch, Wundt zei van niet
- James (1876)
Kwalitatief belangrijk voor vooruitgang in psycho en neuropsychologie
Helpt bij ‘blindheid’ bij nieuwe ervaringen van mensen -> nooit volledig genieten
- Introspectie: naar binnen kijken in jezelf en eigen sensaties, percepties, gedachten,… -> zelf-observatie
Getrainde observatie (Titchener & Külpe)
Principes
4