Inleiding in de gedragsneurowetenschappen
Les 1 HF1: Perifeer en centraal zenuwstelsel
Zie dia 28-34! En alle foto’s in boek kunnen benoemen
Cellen, weefsels en organen
- Vesalius
- Groot anatoom
- Stal lijken, hersenen als belangrijkste orgaan
- Anatomie: biologische studie van de morfologie of bouw van organismen
- Orgaanstelstel: organen die functioneel samenwerken (bv: zenuwstelsel, spijsvertering)
- Orgaan: onderdeel van lichaam met specifieke functie, opgebouwd uit verschillende weefseltypes
- Weefsel: verzameling van gespecialiseerde cellen die gemeens functie hebben in lichaam
▪ Cellen
▪ Intercellulaire substantie
▪ Weefselvocht
- Fysiologie: studie van levensprocessen die zich afspelen in levend individu
▪ Levensprocessen: gebaseerd op chemische samenwerking tss veel verschillende structurele en
functionele moleculen
. Anatomie & histologie (weefselleer): structuur
. Fysiologie: functie
Neuroanatomie, Neurohistologie, Neurofysiologie (enkel over ZS)
Delen van het zenuwstelsel
Centrale ZS
- Centrale zenuwstelstel
▪ Ruggenmerg en hersenen
▪ Ontvangt continu stroom van externe en interne info
▪ Info vanuit
. Afferente Z van perifeer zs : aanvoerend, verbinden zintuigcellen en weefsels met centraal zs
. Efferente Z van perifeer zs : wegvoerend, prikkels vanuit centraal zs naar rest lichaam
▪ Rol op gedrag, grootste energieverbruiker
▪ Hangt af van veel andere orgaansystemen
. Bloedsomloop
. Ph, homeostatische stelsels
Perifere ZS
- Somatische zenuwstelsel
▪ Gevoeligheid en sensatie, impulsen van beweging van centrale transporteren en terug
▪ Efferente en afferente zenuwen die zorgen voor motorische en sensorische prikkels naar centraal zs
▪ Craniaal & spinale zenuwen
- Autonome zenuwstelsel
▪ Interne functies met endocriene systeem, neuronale connecties naar klieren en gladde spieren van
inwendige organen
▪ Sympathisch zenuwstelsel: Actiebereidheid
▪ Parasympatisch zenuwstelsel: Opbouw en herstel
▪ Enterisch zenuwstelstel: Zenuwplexi rond ingewanden
- Craniale zenuwen: ontspringen in hersenen, ofwel gemengd, ofwel uitsluitend sensorisch/motorisch
- Spinale zenuwen: in verbinding met ruggenmerg, gemengd (S&M)
- Afferente zenuwen: sensorisch, van zintuigen naar centraal
- Efferente zenuwen: motorisch, impulsen centrale zs naar spieren
zie foto p13
1
,Het zenuwstelstelsel in beeld
Assen, benamingen en vlakken Ventrikels
- As ruggenmerg: verticaal
- As voorste hersenen: horizontaal
- As achterste hersenen: schuin
- Rostraal: richting vd neus Corpus callosum
- Caudaal: richting vd voeten
- Ventraal (inferieur, anterieur): voorzijde lichaam
- Dorsaal (superieur, posterieur): achterzijde lichaam
- Lateraal: zijkant lichaam
- Coronaal vlak: verticaal, van ene oor tot andere (foto)
- Sagittaal vlak: van voor naar achter, scheidt linker en rechterhelft van zs (bilateraal symm)
- Horizontaal vlak: van oor tot oor, loodrecht op coronaal
Verschillende delen van het centrale zenuwstelstel
- Bij vroeg embryonale stadium (foto)
- Witte stof: hersenweefsel uit zenuwverbindingen
- Grijze stof: cellichamen van de zenuwcellen
▪ Cortex: buitenste schorslaag
▪ Ook in diepte van hersenen voor spec functies
- Hersenen beschermd door bot van schedel en hersenvliezen
Delen van hersenen (van rostraal naar caudaal)
- Verschillen in anatomie en in functioneren
- Telencephalon: grootste deel, cerebrale hemisferen
- Diëncephalon: tussenhersenen vormt samen met Telencefalon het prosencephalon (voorhersenen)
- Mesencephalon: middenhersenen, eerste stuk vd hersenstam
- Pons: deel hersenstam
- Medulla oblongata: deel hersenstam
- Cerebellum: kleine hersenen, aangehecht op hersenstam, verbonden met hersenstamkernen
- Medulla spinalis: ruggenmerg, omringd door ruggenmergvliezen en ruggenwervels (40-50cm)
TELENCEPHALON
Telencephalon (grote hersenen)
2 Hersenhemisferen
- Verbonden via corpus callosum, grootste grote hersenen bij mensen (in verhouding)
- Gescheiden door grote longitudinale fissuur (fissura longitudinalis cerebri)
- Buitenkant: geplooide oppervlak cerebrale cortex (hersenschors) met daaronder witte stof van zenuwvezels
▪ Laag van grijze stof, bevat veel bloedvaten en cellichamen van cerebrale zenuwcellen, heeft 6 lagen
▪ Corticale oppervlak: sterk geplooid, groeven en diepe groeven (sulcus, fissuur) en windingen (gyrus)
▪ Witte stof
. Onder hersenschors, verbinden grijze delen
. Bestaat uit uitlopers van neuronen (axonen, zenuwvezels)
. Transporteren info van en naar de cortex
. Georganiseerd in zenuwbanen (baan of tractus)
. Subcorticale kernen ook in het binnenste
- Associatievezels: verbinden verschillende delen van de cortex binnen zelfde hemisfeer
- Commissurale vezels: verbinden 2 hemisferen
▪ Corpus callosum: grootste, verbindt 2 hersenhelften
. Volledig doorgesneden bij epilepsie
. 2 hemisferen functioneren afzonderlijk (precies 2 personen)
2
, - Projectievezels: verbindingen tussen hersenstam en cortex
▪ Vanuit periferie naar centrale zs
▪ Binnen centrale zs prikkels naar hoge hersendelen of omgekeerd
Neuronen
- Axon/vezel/uitlopers: ene uitloper die prikkels wegvoert
- Collateralen vh axon: vertakkingen op het einde + verdikking
- Axon contact met dendrieten, axon of cellichaam
- Tractus: bundel van zenuwuitlopers
▪ Delen grijze stof verbinden
▪ Hersenhemisferen verbinden
▪ Bundels bestaan uit vezels
Hersenkwabben of lobben
- Frontale kwab: meest anterieur
▪ Gescheiden van pariëtale door fissuur van Rolando (culcus centralis)
▪ Spraak, redeneren, emoties, controle van beweging -> executieve functies
▪ Prefrontale cortex: meest anterieur
. Meest menselijke deel (meest gegroeid tijdens evolutie)
. Verbindingen thalamus en limbisch systeem
. Hogere geheugen, denkprocessen, emotioneel gedrag, motivatie en keuze, planning gedrag ifv
omgevingscontext (executieve functies) overziet rest van de hersenen
- Pariëtale kwab: posterieur aan frontale
▪ Tactiele functies
▪ Somatosensorische cortex: anterieure gebieden
. Ontvangen en interpreteren gewaarwordingen zoals tast, temperatuur, pijn
▪ Posterieure deel
. Sensorische input vd somatische/ sensorische regio’s integreren (vnl controle over beweging)
- Occipitale kwab: meest posterieure deel
Corpus callosum ▪ Ontvangen en verwerken visuele input
- Temporale kwab: inferieur tov frontale en pariëtale
▪ Gescheiden door fissuur van Sylvius (sulcus lateralis)
▪ Begrijpen gesproken taal, gehoor, geheugen (bij opslaan, nieuwe dingen onthouden), smaak, geur
- Functies algemeen
▪ Frontaal: spraak, redenering, emoties, fijne motoriek
▪ Pariëtaal: sensaties (aanraking), temperatuur, pijn, controle beweging
▪ Occipitaal: interpretatie visuele input
▪ Temporaal: gehoor, geheugen, smaak, geur
Cerebrale cortex (hersenschors)
- Grijze stof vd grote hersenen: cellichamen van neuronen en gliacellen
▪ Hersenschors: buitenste laag grijze stof, intens doorbloed
- Witte stof vd grote hersenen: zenuwuitlopers of axonen die met myelineschede omringd zijn
- Motorische cortex: voor groeve Rolando, deel frontale kwab
- Sensorische cortex: achter groeve Rolando, deel pariëtale kwab
Opbouw
- Gelaagd hersenweefsel (2-4mm) -> Neocortex (neopallium of isocortex)
▪ Hogere functies: complexe beweging, infoverw, redeneren, abstract denken, spreken
▪ 6 lagen (van buiten naar binnen)
. I. Moleculaire laag (Lamina molecularis)
. II. Buitenste korrellaag (Lamina granularis externa)
. III. Buitenste piramidelaag (Lamina pyramidalis externa)
3
, . IV. Binnenste korrellaag (Lamina granularis interna)
. V. Binnenste piramidelaag (Lamina pyramidalis interna)
. VI. Spoelvormige laag (Lamina fusiformis)
. Niet scherp afgelijnd, verschillende verhoudingen van neuronen en steuncellen
. Piramidecel: III & V (ook in andere)
Efferente uitlopers naar ruggenmerg of andere corticale gebieden
Opgekruld einde: axon -> loopt in witte stof
Hogere vertakkingen: dendrieten -> contactplaats voor andere axonen
. Korrelcel: II & IV (ook in andere)
Lokale contacten
. Steuncellen: gliale cel
Bv: astrocyt
Cellichaam en uitlopers naar neuronen en ze voorzien van bep dingen & voelertjes
voor activiteit te meten
▪ Verschillend in verschillende delen van de hersenen
. Primaire motorische cortex (agranulaire cortex) : IV grotendeels afwezig, veel V
. Primaire somatosensorische/ visuele cortex: veel IV, weinig V
▪ Ook verticale structuur
. Corticale kolommen van parallelle bundels piramidecellen
. Functionele bundels door schorslagen heen
Hersenvliezen
- Centraal zs beschermd door: bindweefselmembranen en benige structuur + 3
hersenvliezen/ruggenmergvliezen
- Dura mater: buitenste harde vlies, vergroeid met beenvlies aan schedel, stevig
- Subdurale ruimte: tussen Dura mater & arachnoidea, hersenvocht
- Arachnoidea, spinnenwebvlies: middelste hersenvlies
▪ Rijk aan bloedvaten
▪ Bestaat uit membraan en fijne netvormige bindweefselbalkjes die membraan
verbinden met Dura mater & Pia mater
▪ Overbrugt groeven hersenoppervlakken -> onder vlies verschillende holtes gevuld met hersenvocht
- Subarachnoïdale ruimte: tussen Pia mater en arachnoidea, hersenvocht en enkele bloedvaten
- Pia mater: zachte hersenvlies
▪ Onder arachnoidea
▪ Dun, bloedvatrijk, tegen hersenmassa -> loopt in alle
groeven hersenoppervlak
Hersenventrikels (holtes) en cerebrospinaal vocht
- Hersenventrikels: ruimtes tussen hersenvliezen en centrale kanaal
vh ruggenmerg (inwendige holtes)
▪ Gevuld met CSV (cerebrospinale vocht)
▪ Ontstaat tijdens groei hersenen, staan in verbinding
- Laterale ventrikels van hersenhemisferen
▪ Productie hersenvocht in plexus (ook beetje in 3e en 4e)
▪ Grote holtes, komen samen in 3e ventrikel (thv tussenhersenen)
▪ 3e ventrikel in verbinding met 4e ventrikel (hersenstam) via smal kanaal: aquaduct van Sylvius (loopt
door mesencephalon, zie pijl)
. Bij blokkering: gevaar (niet zo erg bij foetus)
. CSV aangemaakt, maar kan niet weg -> druk stijgt -> gaat hersenen tegen schedel duwen
. Oplossing: drain om vocht uit 3e ventrikel te laten lopen
CSV
- Aangemaakt door Plexus choreoïdus
▪ Zit in dak 3e ventrikel en op andere plaatsen
▪ Bloedvatrijke structuur aan rand hersenventrikels: Pia mater & hersenweefsel raken
4