Aantekeningen OLOD 3
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 11 Normale baring 3
Les 1 De baring 3
Factoren van de normale baring 3
Baarmoedercontracties 3
Fysiologie van de normale baring 6
Het begin van de baring 7
Het eerste tijdperk: ontsluitingstijdperk 14
Hoofdstuk 4: Methodiek van de normale baring 20
POVIAS 25
Les 2 De baring 30
Het tweede tijdperk: uitdrijvingstijdperk 30
Het derde tijdperk: nageboortetijdperk 35
Het vierde tijdperk: postplacentaire tijdperk of fase 40
Les 4 Het foetale leven 41
Inleiding 41
Week 12-15 41
Week 16-18 43
Week 20-22 44
Week 24-25 44
Week 28-30 45
Week 32-34 45
Week 36-40 46
Les 4 Deel 2 47
Hoofdstuk 9 Invloeden van medicatie en infectieziekten in de foetale periode47
Medicatie in de foetale periode 47
Infecties in de foetale periode 48
Hoofdstuk 10 Drugs en alcohol in de foetale periode 49
Les 5 Foetaal Caput 53
Foetaal caput 53
Anatomie 53
Craniometrie 54
Ligging – houding – plaatsing – stand 54
Verloskundige aspecten 56
Les 6 Baring in zijligging 58
Hoofdstuk 12 CTG 61
Les 3 CTG interpreteren en classificeren 61
CTG Interpretatie: Figo-richtlijnen 61
Hoofdstuk 13 Eerste zorgen neonaat 71
Poef 7 Eerste opvang neonaat 71
Poef 7 Eerste onderzoek neonaat 76
1
,2
,Hoofdstuk 11 Normale baring
Les 1 De baring
Factoren van de normale baring
3 K’s = Contracties, buikpers en zwaartekracht
3 P’s = power, pelvis, passenger
Contracties zijn rechtstreeks evenredig met de conditie van de baby.
Bloedvaten gaan dicht (vasoconstrictie) in de placenta, bij contractie krijgt
de foetus even minder zuurstof en de foetus raakt in zekere stress.
Als je de wee goed opvangt, is de contractie van het bloedvat milder en
krijgt de foetus meer zuurstof.
Te veel stimuleren baarmoeder in kramp grote stresstoestand voor de
foetus
Eigenschappen zijn erg belangrijk.
Met de handen de contracties beoordelen.
Baarmoedercontracties
Soorten:
= afhankelijk van tijdstip / intensiteit / frequentie
Een zichzelf versnellend proces, met samenwerking tussen moeder en
kind.
1. Zwangerschapsweeën:
De activiteit van het myometrium neemt progressief toe in de loop van de
zwangerschap.
a. 7-20 wkn : hoge frequentie samentrekkingen – ZWAKKE
intensiteit
b. >20 wkn : freq. daalt, intensiteit stijgt
c. 20-24wkn : Braxton Hicks, ritmische contracties die steeds
sterker worden
d. Vanaf 24wkn : vooral ‘s nachts
e. 37-39wkn : oxytocine concentratie
Contracties zijn voor de 20 weken zo zwak dat ze vaak nog niet gevoeld
worden.
2. Voorweeën:
Laatste dagen
Onwel
Rugpijn
Menstruatiepijn
Onregelmatig
VALSE START
Vrouwen moeten even gaan zitten, verloopt heel onregelmatig.
Het bewaken van de valse start is belangrijk, begin niet te vroeg! Ken de
echte contracties.
Voorweeën zorgen voor rijping van de cervix.
3
,De moeilijkste diagnose! Valse start of niet?
3. Ontsluitingsweeën:
“ECHTE” weeën
Sterker naarmate arbeid vordert
Zorgen voor ontsluiting
Zie eigenschappen van contracties
Frequenter, regelmatig, gaan de opening bevorderen.
Als er progressie optreedt.
Ze hebben 3 fasen:
Vermeerdering, wanneer de druk in utero stijgt.
Hoogtepunt van de wee (acme): kort plateau van maximale druk.
Vermindering van de wee, als de druk geleidelijk afneemt.
4. Uitdrijvingsweeën:
PERS weeën
Reflex
Samentrekken van BM + buikpers
Dwarse buikspier + BM trekt samen
Onweerstaanbare persdrang
Druk op bekkenbodem
De druk tijdens een perswee kan oplopen tot 100-150 mmHg.
Het persen gebeurt reflectorisch door de druk van het voorliggend deel
op de bekkenbodem. Is ook niet tussen de weeën tegen te houden.
In de eerste fase van de uitdrijving zal de vrouw alleen de drang tot
persen voelen op het hoogtepunt van de wee.
De persdrang neemt geleidelijk in intensiteit toe, wat toelaat de
spierlagen (met fascia) te laten uitschuiven, zonder dat ze uitgerokken
worden.
Wanneer het hoofdje van de baby de musculus transversus perinei
profundus raakt worden de peristaltiek en de contractiliteit versterkt. De
vrouw zal nu de drang voelen om spontaan te persen gedurende de
ganse duur van de contractie.
5. Nageboorteweeën
Losmaken, uitdrijven van placenta
6. Naweeën
Postpartum
3 dagen
Onregelmatig
BV Lactatieweeën: oxytocine
Primipara versus multipara
Het is lastiger om de uitgerekte uterus in
kramp te brengen.
Hoe meer multi, hoe meer last.
4
, Er zijn 3 soorten naweeën:
Tonische retractie
Ritmische contractie
Lactatieweeën
Eigenschappen:
1. Frequentie
Aantal contracties/10 minuten
2. Duur
Uitgedrukt in seconden / max. 60 sec.
3. Intensiteit
Zwak – Matig – Sterk – Zeer sterk
Ook te zien op een CTG, in combinatie met voelen van de
contractie. De druk wordt gemeten en uitgedrukt in mmHg.
Zijnde de druk op het vruchtwater.
Ook wel intra uteriene hydrostatische druk genoemd.
4. Regelmaat
Regelmatig om …. minuten (moet overeenstemmen met de
frequentie)
5. Weeënpauze
Tussen 2 contracties
Opname van zuurstof
Wordt steeds minder
Aan het eind slechts 2 minuten
Corrigeer, stimuleer, moedig aan
6. Pijn
Zie altijd de context, het totaalbeeld, ook de psyche.
De druk op het vruchtwater
Contractuur - Tetanie
Het niet ontspannen van de baarmoeder zuurstoftekort van de foetus.
Komt voor bij inductie (het stimuleren).
Inertie
Het stilvallen, stagnatie. Dit kan primair of secundair zijn.
Primair = dat het proces niet op gang komt
Secundair = dat het proces niet terug op gang komt, het is er wel geweest
De baarmoeder bestaat uit glad spierweefsel, dit staat niet onder
invloed van de wil.
Er is altijd een zekere tonus aanwezig. Gladde spiercellen zijn altijd maar
zeer korte periodes geheel ontspannen. De contracties zijn langzamer en
houdt langer aan dan bij skeletspieren.
Om synchroon samen te trekken, is het nodig dat alle cellen op hetzelfde
moment geactiveerd worden, m.a.w. dat een elektrische prikkel vlug
over het myometrium wordt voortgeleid. Dit kan enkel wanneer ‘gap-
junctions’ aanwezig zijn. Dit zijn communicatiewegen tussen
5