Basiszorgverlening 1VVJ
1. METHODISCH HANDELEN
Verpleegkundige interventies
Interventies= vaardigheden
WET VAN VERPLEEGKUNDIGE
A. Zelfstandige zorgen
B. Technische verpleegkundige handelingen
B1. Zonder voorschrift
B2. Met medische voorschrift (mondeling, schriftelijk)
C. Medische toevertrouwde handelingen
HANDELINGEN
- Het observeren, herkennen en vastleggen van de gezondheid status
o Psychisch
o Fysisch
o Sociaal vlak
- Omschrijven verpleegproblemen
- Bijdragen aan medische diagnose door arts en aan het uitvoeren van de
voorgeschreven behandeling
- Informeren en adviseren van patiënt en zijn familie
- Bijstaan, uitvoeren en helpen uitvoeren van handelingen, waardoor verpleegkundige
het behoud, de verbetering en het herstel van de gezondheid van gezonde en zieke
personen en groepen beoogt
- De handeling van palliatieve zorg verrichten
- Verlenen van stervensbegeleiding en begeleiding bij de verwerking van het
rouwproces
- De uitvoering van technische-verpleegkundige versterking met of zonder medische
voorschrift:
o Diagnosestelling door de arts
o Uitvoering van de voorgeschreven behandeling
o Nemen van maatregelen over preventieve geneeskunde
- Voorbeeld: zuurstof toediening, geneesmiddelen toediening, infuus plaatsen +
toezicht
- Onderzoeken (klinische biologie) van lichaamsvochten, urine, bloed door
eenvoudige technieken in aanwezigheid van de patiënt onder
verantwoordelijkheid van erkend
- Voorbereiding en toediening vaccins in aanwezigheid van arts
,Basiszorgverlening 1VVJ
VERLOOP VAN DE VERPLEEGTECHNISCHE HANDELINGEN
Voorbereiding van de zorg:
- Verpleegkunde/ Vroedvrouw
- Zorgverlener - Zorgvrager
- Materiaal
- Kamer
Uitvoering van de zorg:
Basisprincipes
Handig, nauwkeurig
Tempo
Nazorg:
Kamer
Materiaal
Verpleegkundige/ Vroedvrouw
VG-MZG
VG= verpleegkundige gegevens
MZG= minimale verpleegkundige gegevens
4 niveaus:
6 domeinen
23 klassen
78 VG-MZG item
Keuzemogelijkheden: afhankelijk van het item
8 BASISPRINCIPES
Reden:
Technieken worden voorzien van de nodige argumentatie vb. ‘WAAROM’
Veel technieken hebben een korte levensduur
Praktijk vraagt om aanpassingen volgens omstandigheden
Hygiëne en steriliteit
Waarom?
Preventie van besmetting en kruisinfecties
Algemene regels voor preventie van besmetting
Contact met besmettingsbron vermijden (direct en indirect)
Vermijden dat kiemen zich verspreiden
- Besmet materiaal meteen wegbrengen
,Basiszorgverlening 1VVJ
Handelingen
Handen wassen en ontsmetten na aanraking van een (potentiële)
besmettingsbron
Handen wassen voor contact met niet-besmette patiënt
Eerst contact met het niet-besmette, dan contact met de besmette
Zuiver en bevuild materiaal staads gescheiden houden
Materiaal dat (mogelijks) besmet is onmiddellijk verwijderen in gesloten zak
of eventueel ontsmetten
Veiligheid en preventie (=risico vermijden)
-Voor de zorgverlener en zorgvrager
Hoe?
Patiëntidentificatie
Effectieve communicatie tussen verschillende zorgverstrekkers
Veilig gebruik van medicatie
Voorkomen van zorg-gerelateerde infecties
Voorkomen van valincidenten
…
Beleving
Angst
Voor het onbekende: geef info in begrijpelijke taal
Angst en ongenoegen ten gevolge van de privacy: toon respect voor de
privacy
o Toelating vragen aan de patiënt
o Niet meer dan noodzakelijk binnendringen
o Door patiënt af te schermen (Gordijnen)
o Mogelijkheid laten aan patiënt om zorgen zelf uit te voeren
o Bij weigering van zorg kan je daarop ingaan (tenzij consequenties)
Ongerust omtrent resultaten van onderzoeken, verloop van:Laat gevoelens
uiten, niet negeren
Betekenis aan gebeurtenis kan helpen negatieve gevoelens te relativeren
(Vb. pijn bij bevalling)
Onrust over de diagnose
Wijze waarop VPK/VV optreedt kan gevoelens van patiënt sterk beïnvloeden
Zelfzorg en inspraak
- ‘Ziekte’ brengt patiënt in afhankelijke positie, moeten alles uit handen
geven
- Zoveel mogelijk impact op de zorg laten hebben
- Zelfzorg en inspraak zijn belangrijk bij planning, timing en uitvoering van
de zorg
,Basiszorgverlening 1VVJ
Comfort
• Houding
• Temperatuur
• Lawaai
• Sfeer
• Tempo
• Organisatie
• Handigheid
Ergonomie
= bestudeert de menselijke activiteiten in hun materiële omgeving, met focus op de
Aanpassing van het werk, werkomstandigheden, hulpmiddelen, … aan de
eigenschappen van de mens
Economie
• Zorg voor het welslagen van een onderzoek/ behandeling (kwaliteit van
zorg)
• Niet meer materiaal gebruiken dan nodig en waar mogelijk de
goedkoopste oplossing zoeken (kwantiteit)
• ‘Time is money’
Kritisch kijken naar gewoonten en alternatieven afwegen
Ecologie
• Wegwerpmateriaal is ingeburgerd
• Veel ‘hinderlijk’ afval (plastiek)
• Ecologische overwegingen moeten meespelen bij keuzes van VPK/VV
• Sorteren
• Correct behandelen van schadelijke producten
• Minder shampoo, handdoeken, …
Besluit
• Je werkwijze voortdurend in vraag stellen
• Prioriteiten bepalen
• Kiezen van alternatieven in de dagdagelijkse zorg
,Basiszorgverlening 1VVJ
2. METHODISCH HANDELEN
= het systematisch denken en handelen binnen het zorgproces, ook wel het ‘verpleegkundig
proces’ of ‘klinisch redeneren’ genoemd
= methode die erop gericht is om VPK/vv interventie te structureren, door het systematisch
ter discussie stellen van het eigen handelen (denkproces)
Methode= vaste wel overlegde manier van handelen om een bepaald doel te bereiken
• Probleemoplossend denkproces: via probleemdefiniëring en analyse, gevolg
door evaluatie van vooropgestelde doelen tot een oplossing van het probleem
komen
• Handelen volgens elementaire logica en meer doordachte manier van
handelen en loslaten van intuïtief handelen
• Vastgelegde methode: aan specifieke problemen zijn specifieke interventies
gekoppeld
Aanpak probleem door mensen?
• Trial and error
• Intuïtief (= direct weten)
• Traditie
• Systematisch en doelgericht
Wetenschappelijk benadering van een probleem
• = denken en doen
• Bewust te werk gaan
o Je weet wat je doet
o Je hebt er over nagedacht
• Doelgericht
o Je handelen wordt gericht naar het te bereiken doel
• Systematisch
o Je werkt volgens een bepaald systeem of plan
• Procesmatig en cyclisch
o Er zit een verloop, een ontwikkeling in
Belang van methodiek
Voor de zorgvrager:
o Kwaliteit van zorg neemt toe bij individuele benadering
Gegevensverzameling van problemen, zorg sluit beter aan bij
individuele behoeften
Patiënt denkt mee, heeft inspraak
Aandacht voor somatische en niet-somatische aspecten, voor
totaalzorg
Voor de zorgverlener:
Verantwoordelijkheid
Professionaliteit
Continuïteit van zorg
,Basiszorgverlening 1VVJ
Multidisciplinair overleg
Evaluatie
Fasen methodische handelen
1. Anamnese
o Wat?
Continu verzamelen en ordenen van relevante gegevens
In functie van de situatie van de zorgvrager
Doorlopend proces= cyclisch proces!
Bron?
o Patiënt zelf, omgeving
o Observatie somatisch en niet somatisch (lichamelijke
aandoeningen)
o Verpleegdossier (hier de verzamelde gegevens ook in noteren)
o Doel
Identificeren van problemen
Verantwoorde keuze maken tussen verschillende interventies
Evalueren van verwachte, al dan niet bereikte resultaat
o Hulpmiddelen
Opnamegesprek (anamnese)
Gerichte interviews
Niet-gerichte gesprekken
Observatie
Gegevens verstrekt door familie
Gegevens verstrekt door collega’s
o Welke gegevens verzamelen?
Identificatie
Medische en verloskundige
Gegevens over zelfzorg, somatische, psychische en sociale aspecten
Wensen en verwachtingen
Sterktes en zwaktes
• Gezondheidspatronen van Gordon
1. Gezondheidsbeleving en instandhouding
Wat de zorgvrager van zijn gezondheid en welbevinden vindt en hoe hij voor
zijn gezondheid zorgt
o Gezondheidstoestand?
o Gezondheid bevorderende activiteiten
o Omgaan met gezondheidsrisico’s
o Opvolgen van medische, verpleegkundige voorschriften
o Medewerking aan nazorg
, Basiszorgverlening 1VVJ
2. Voedings- en stofwisselingspatroon
Het patroon van vocht en voedselinname in verhouding tot de fysiologische
behoeften
o Inname van voedsel en vocht
o Eetpatronen, voorkeuren
o Voeding- en vitaminesupplementen
o Borstvoeding
o Voedingspatroon van zuigelingen
o Huiddefeten en genezingsproces
o Toestand van huid, haar, nagels, slijmvliezen en gebit,
lichaamstemperatuur, lengte en gewicht
3. Uitscheidingspatroon
Omvat de uitscheidingsfunctie van darmen, blaas en huid
o Onregelmatigheden
o Veranderingen
o Hulpmiddelen
4. Activiteitenpatroon
Omvat het geheel van lichaamsbeweging, activiteiten, ontspanning en
vrijetijdsbesteding
o ADL die energie kosten
Soort, kwaliteit en kwantiteit van lichaamsbeweging,
activiteiten, ontspanning en vrijetijdsbesteding
Belemmeringen
5. Slaap-rustpatroon
Het patroon van slapen, rusten en ontspannen verspreid over een etmaal (= dag)
o Kwaliteit
o Kwantiteit
o Hulpmiddelen
o Rituelen
6. Cognitie-en waarnemingspatroon
Het patroon van de zintuigelijke waarnemingen en de cognitieve functies
o Cognitieve functies
Waarnemen
Informatie verwerken
Leren
Denken
Problemen oplossen
o Pijnpercetie en omgaan met pijn
o Taalvermogen, geheugen, oordeelsvermogen, en besluitvorming
o Zintuigen
7. Zelfbelevingspatroon
De wijze waarom de zorgvrager zichzelf beleeft en hoe hij over zichzelf denkt;
emotionele patronen
o Zelfbeeld, lichaamsbeeld
o Emoties
o Lichaamstaal