Deel I: Inleiding Psychofarmaca (Prof. Van Bocxlaer)
= medicijnen die aangrijpen op het centrale zenuwstelsel en
werkzaam zijn tegen psychische aandoeningen
1.1 Wat zijn drugs?
(Illegale) drugs en psychofarmaca zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving. Er is
een stijgende lijn in drugsgebruik – uiteindelijk een status quo in gebruik, niet in de soorten
drugs.
De klassieke drugs blijven veel gebruikt:
‘The Big Five’ → C, C, A, X, H
→ Cannabis, Cocaïne, Amfetamines, Xtc, Heroïne
…maar er is ook een explosie van nieuwe drugs:
Chemicaliën (Nieuwe Psychoactieve Stoffen, NPS)
= gemaakt in een syntheselabo om te dienen als drugs, en worden ook zo op de markt
gebracht, het internet speelt hierbij een grote rol.
Primaire focus in de maatschappij ⇒ Alcohol (en tabak)
- 14% dagelijkse gebruikers
- 6% overconsumptie
‘overconsumptie’ bij alcohol
→Oude richtlijn ° mannen: 21 eenheden
° vrouwen: 14 eenheden
→ Nieuwe richtlijn: ° max. 10 eenheden per week
° geen onderscheid tussen man en vrouw
1.2 Middelenafhankelijkheid
Belangrijk om te onthouden:
⇒ niet elke gebruik is drugsafhankelijk (verslaafd)
maar elke drugsafhankelijke is wel een gebruiker (regelmatig)
, - Prevalentie van middelenproblemen met zware gevolgen is hoog
- maar aantal echt verslaafden is opvallend lager
⇒ schatting: 6% van de gebruikers is verslaafd
3-M model – Model ‘Zinberg’ → middelenafhankelijkheid bestaat uit drie componenten:
Middel – drug (belang neemt af)
Mens – set, factoren in het individu
Milieu – setting, factoren in fysieke en sociale omgeving
1.3 Terminologie
“Drugs”
= producten die men zonder ernstige reden inneemt om zijn gevoelens, bewustzijn te
veranderen en waardoor men aan zijn persoon en/of aan de gemeenschap schade
berokkent
- innemen → in een niet medische context
- ‘zonder ernstige reden’ → controversieel, voor verslaafde wel ernstig
- vele drugs werden eerst (en soms nog altijd) gebruikt als geneesmiddel
1.4 Indelingen
Softdrugs vs. harddrugs
→ slechte indeling want beide zijn heel schadelijk dus wat zien we dan als softdrugs?
Indeling op basis van de effecten op je geestelijkheid
1. Psycholeptica
= onderdrukken, dempen het centrale zenuwstelsel
- verdovende werking: kalm, rustig, minder responsief, minder prikkels
- vb. tranquillizers, opiaten, …
, 2. Psychoanaleptica
= stimuleren het centrale zenuwstelsel
- opgewekt, stimulantia
- vb. cocaïne, amfetamines, cafeïne, nicotine, …
3. Psychodysleptica
= verstoren en brengen het centrale zenuwstelsel in de war
- psychedelische werking
- vb. LSD, cannabinoïden, (XTC), …
⇒ Deze driedelige indeling wordt in vraag gesteld
door de enorme toename van nieuwe psychoactieve stoffen (NPS)
⇒ Nieuw model uit Engeland: Het Drugwiel
en effectenwiel
behouden categorieën
1. Stimulantia
2. Hallucinogenen (slechte benaming)
nieuwe categorieën
3. Empathogenen
4. Dissociatieven vb. ketamine
5. Cannabinoïden
vroeger: psycholeptica
6. Verdovende stoffen (naam zegt niets)
7. Opioïden
‘dissociatieven’
= splitsen het lichamelijke gevoel met het Effectenwiel
geestelijke bewustzijn/ervaring vb. lachgas
‘acronieme stoffen’
= stoffen waarbij de roepnaam een afkorting is van de chemische benaming, zijn dus
chemicale stoffen (NPS)
, 1.5 Synthetische drugs = chemicaliën = designer drugs
Twee karakteristieken van goede en gevaarlijke ‘drugs’
● Kracht en potentie van de stof per gewichtseenheid
→ hoe krachtiger, hoe beter de drug
● Snelheid van de stof doorheen de membranen tot aan de hersenen
→ hoe sneller, hoe beter de drug
⇒ Chemicaliën focussen zich op die twee zaken waardoor ze heel sterk zijn
terwijl andere drugs een plantaardige oorsprong hadden
Drugwiel