Mediageschiedenis –
Communicatiewetenschappen
HS1.: Inleiding: mediageschiedenis, geschiedenis en media, mediahistoriograFIe
1. Inleiding
-Mediageschiedenis valt niet te reduceren tot een reeks technologische uitvindingen, ook
andere factoren zijn belangrijk
*economische, politieke en socioculturele factoren
-Perspectief van de gebruiker:
*uitvindingen konden niet tot ontwikkeling komen door gebrek aan aanvaarding, te hoge
verwachtingen en gewoonten van gebruikers
-Snelle ontwikkeling van media en communicatie ->mediahistorisch bewustzijn
=opbouwen van persoonlijke mediageschiedenis
-Ontwikkeling van mediahistoriografie (discipline en praktijk van mediageschiedschrijving)
*altijd kiezen van een bepaald narratief in de geschiedenis
2. Waarom mediageschiedenis?, doel
1) Het beter begrijpen van de ontwikkeling van media vroeger en vandaag
– valkuilen (feitelijkheid, eurocentrisme, klemtoon op individuen, rechtlijnigheid,…)
2) De rol van media in geschiedenis/verleden –(onderzoek naar terugkerende thema’s
of concepten)
3) geschiedenis/verleden via/in media
*hoe mensen omgaan met het verleden
*Media als historiserende machines
*hoe media historisch besef bijbrengen
-Media is overal aanwezig: expliciet & impliciet
Case Trump & Hitler vergeleken (Zie cursus)
3. Geschiedenis, media, mediageschiedenis
-Etymologie
*Grieks ‘iotopia’ -> Latijn “historia” -> Frans Histoire
-Vanaf jaren 1920 begon men te spreken van ‘de media’, maar eigenlijk is de belangstelling
voor communicatiemiddelen al veel ouder
-Afgelopen decennia een multidisciplinaire ontwikkeling van mediageschiedenis
,-Terminologisch onderscheid /theorie van de geschiedenis
*Verleden of verleden feite, gebeurtenissen, processen, artefacten
vb.: ontwikkeling van de Vlaamse publieke omroep
->politieke besluitvorming
->programmering
*Geschiedschrijving, geschiedenis of histograFIe (het schrijven van het verleden) : de act
onderzoek naar het verleden
->Kernprobleem van de theorie van de geschiedenis: het vraagstuk van de relatie tussen
historische feiten en interpretatie
Baismodel (media)geschiedenis, (media)geschiedschrijving/histograFIe
*een intepretatieprobleem voltrekt zich in drie fasen
1) hoe het verleden of het historisch gebeuren zich vertaalt in bronnen
2)interpretatie van die bronnen
3)ordening van de broninterpretaties in de vorm van een verhaal
->overkoepelende vraag: in welke mate past dit verhaal bij het historisch gebeuren
Case: De Vlaamse publieke omroep: verleden, geschiedenis en narratief
*onderzoekers van de geschiedenis van de Vlaamse publieke omroep maakten
verschillende en uiteenlopende interpretaties
-Mediageschiedenis en media als bron: problemen
1)probleem van de beschikbaarheid van mediabronnen
2)problemen met de bewaring van mediaproducten
3)Probleem omtrent de vraag naar herkomst en auteur
4)problemen inzake bronnenkritiek
4. Geschiedenis van mediahistoriografie
4.1. Voorlopers
-De groei van MG als dicipline hangt nauw samen met de ontwikkeling van nieuwe media-en
communicatietechnologieën tijdens de tweede helft van de 19de eeuw, vooral dan de groei
en brede verspreiding van de massakrant
-Zeitungswissenschaft in Duitsland na WOI
-Latere belangrijke fasen in de groei van MG hangen samen met onderzoek naar:
*Groeiend belang van massamedia en propaganda tijdens WOI
*Politiek-ideologische polarisering tijdens Interbellum en de media en propaganda-
,inspanningen in autoritaire regimes en democratieën
*Het belang van mediapropaganda en engagement in WOII en Koude Oorlog
-Belangrijke themas: media als vierde macht, propaganda en censuur
4.2. Klassieke benadering
-Mediageschiedenis groeide in veel landen in de schoot van opleidingen geschiedenis
-In België – fundamenten gelegd door Theo Luyckx
*werk: Evolutie van de communicatiemedia (1978), deel van de klassieke benadering
->enkele tendensen:
Ruimte: nationale geschiedenissen
Eurocentrisme
Tijd:grote mijlpalen en grote tijdvakken
Nationale focus, vooral op grote landen
Afzonderlijke media
Focus op structurele factoren: technologie,
politiek, economie
Streven naar exhausiviteit van de
interpretatie van het verleden
Objectiviteit
Feitelijkheid
Beschrijvende benadering, eerder dan
analytisch of interpretatief
4.3.Mediahistoriografie vandaag
4.3.1. Vernieuwe aandacht voor mediageschiedenis
-veranderende wereld van media en communicatie -> onderzoeksmatige skills en tools om
mediagechiedenis te bedrijven in aanzienlijke mate veranderd (digitale mogelijkheden)
-in vraagstelling van de klassieke benadering
-convergentie tussen afzonderlijke media
->Nieuw veld, nieuwe vragen, nieuwe methoden en benaderingen, tijdschriften,
handboeken,..
door drie factoren
1) De razendsnelle ontwikkeling van mediatechnologieën, die vragen oproepen over
het verdwijnen of de substitutie van media/technologieën
2) Het verdwijnen van mediatechnologieën of vormen scherpt mediahistorisch
bewustzijn aan
3) De rol van media/communicatie in de ervaring van ruimere historische
ontwikkelingen, breukervaringen en historisch besef
4.3.2. Nieuwe onderzoeksmogelijkheden
-opkomst van ‘digital humanitites’ of ‘digital turn’ in mediahistorisch onderzoek
->vertaling op 3 niveaus
1) Dataverzameling: mogelijkheid tot opslaan en verzamelen van grote hoeveelheden data
, 2) Data-analyse: via tooals zoals OCR kunnen veel krantenartikels snel
wordel doorgelezen/data kan worden onttrokken uit grote data platforms
3) Data-interpretatie en -visualisatie: aan de hand van nieuwe ‘mapping techniques’
kunnen data hanidiger gevisualiseerd worden
4.3.3. Diversificatie in ruimte, tijd, fasen, media en facotren of dimensies
Ruimte ->NK
-Nationaal, lokaal, regionaal, stedelijk
-Eén plek
-internationaal
-comparatief
Tijd ->NK
-microgeschiedenis, macrogeschiedenis
Media ->NK
-crossmediaal, monomediaal, convergentie
Fasen->NK
-productie, distributie, representatie, vertoning, institutionele receptie, publiek
Factoren of dimensies
-STEP-model
-Sociale, technologische, economische en politieke factoren
5. Perspectieven in mediageschiedenis
-James Curran wijst op het naast elkaar bestaan van verschillende onderzoeksmatige of
interpretatieve perspectieven om naar het verleden van media te kijken
1)Technologisch (deterministische)benadering
*Determinisme: media en communicatietechnologie als oorzaak van sociale verandering
*kritiek: oF 툀 ine wereld beïnvloedt de online wereld meer dan andersom
2) Liberale historiografische benadering
*Vrije toegang tot media
*Onafhankelijkheid van de media, media als vierde macht
*Minder overheidscontrole op media in de loop van de 19De en 20ste eeuw
*empancipatorische kracht van onafhankelijke media
->politieke debatten in de pers, opkomst van publieke ruimte waarin elke groep
vertegenwoordigd is
*Educatieve missie van de pers nam af, maar werd deels overgenomen door PSB
->kleinere kenniskloof tussen elite en algemeen publiek
->Meer communicatie tussen sociale groepen
->Democratisch debat in het algemeen belang
3) Radicale (of kritische) benadering
*Ondanks vrijere media blijven mainstream media deel van onderliggende machtstructuren
->Markt als controlesysteem
=grotere start-up kosten voor kranten, groeiende bedrijfseconomische logica,