Memo - MAX leerjaar 2 deel B havo/vwo 2020 leeropdrachtenboek
Hoofdstuk 6 Vrijheid en gelijkheid - Samenvatting Geschiedenis HAVO/VWO - Memo 2B (exemplaar uit 2020) isbn: 9789402064605
Tijd van burgers en stoommachines
Paragraaf 6.1 t/m 6.4 (Slavernij in de 19e eeuw, Afschaffing van de slavernij, Gelijkheid voor vrouwen, Gelijkheid voor alle geloven)
Samenvatting Geschiedenis
HAVO/VWO
Memo 2B (exemplaar uit 2020) isbn: 9789402064605
Hoofstuk 6 Vrijheid en gelijkheid
Tijd van burgers en stoommachines
Paragraaf 6.1 t/m 6.4 (Slavernij in de 19e eeuw, Afschaffing van de
slavernij, Gelijkheid voor vrouwen, Gelijkheid voor alle geloven)
§6.1 Slavernij in de 19e eeuw
Leg uit onder welke 6 Kenmerken:
omstandigheden slaven 1. Werkplekken: op plantages, in de mijnen, de bouw en als
in Noord- en Zuid- dienstpersoneel in huishoudens.
Amerika moesten 2. Het werk op de plantages was zwaar, nauwelijks vrije dagen.
wonen en werken. 3. Slaven woonden in kleine hutten.
4. Kregen weinig te eten.
5. Soms werden hun gezinnen uit elkaar gehaald.
6. Het sterftecijfer lag hoger dan het geboortecijfer. Europeanen
bleven daarom mensen uit Afrika aanvoeren.
7. De meesters bestraften verzet met zware lijfstraffen of de dood.
Soms zetten ze soldaten in om gevluchte slaven te straffen.
Hoe reageerde de tot 4 manieren
slaaf gemaakte op hun • De meesten probeerden te overleven door te gehoorzamen.
slechte behandeling? • Sommigen zagen geen andere uitweg dan zichzelf te doden.
• Anderen kwamen in opstand: ze staakten of vermoordden de
eigenaar of opzichter.
• Ook ontsnappen was soms mogelijk. Gevluchte slaven gingen op
plekken wonen waar Europeanen niet graag kwamen, bijvoorbeeld
in het oerwoud of het moeras.
Voorbeeld Haïti (3 stappen):
• Eind 18e eeuw maakten ze kennis met de idealen van de Franse
Revolutie.
• In 1791 begonnen ze in de Franse kolonie Saint-Domingue een
eigen revolutie, waarbij ze vrijheid, gelijkheid en stemrecht eisten.
• In 1804 eindigde deze bloedige revolutie met de stichting van een
onafhankelijk land: Haïti. Met een bestuur van zwarte mensen.
Welke betekenis had Zonder slaven had Nederland nooit zoveel kunnen verdienen aan zijn
slavernij voor de koloniën, want dan werd het werk niet gedaan.
Nederlandse koloniën in
Amerika. 7 kenmerken van de verhoudingen tussen de tot slaaf gemaakte in
Suriname en de Nederlanders:
1. Rond 1860 bestond zo’n 70% van de bevolking uit mensen die tot
slaaf waren gemaakt. Zij werkten vooral op suiker-, koffie-, hout-
en katoenplantages langs de rivieren.
2. In de 18e eeuw stonden de plantage-eigenaren bekend om hun
harde aanpak. Om gehoorzaamheid af te dwingen.
1
, 3. Groepen slaven wisten te ontsnappen. In de vormden deze
marrons kleine leefgemeenschappen. Zij probeerden andere
slaven te bevrijden en vielen daarom plantages aan.
4. Rond 1770 had een groep marrons onder aanvoering van
hoofdman Boni daar veel succes mee.
5. Het Nederlandse bestuur zette soldaten in. Pas na tientallen jaren
slaagde het erin de aanvallen door deze marrons te verminderen.
6. In de 19e eeuw nam de onrust in Suriname wat af. Groepen
marrons hadden vrede gesloten met het Nederlandse bestuur.
Bovendien begrepen plantage-eigenaren dat ze hun slaven iets
beter moesten behandelen (duh…)
7. Rond 1850 waren de tegenstellingen wat minder scherp want in
de hoofdstad Paramaribo woonden nu ook steeds meer zwarte
mensen die zichzelf hadden vrijgekocht, en mensen die afstamden
van zwarte vrouwen en witte meesters.
5 kenmerken van de verhoudingen tussen de tot slaaf gemaakte in
Antilliaanse eilanden en de Nederlanders:
1. Rond 1860 was ongeveer 35% van de bevolking onvrij.
2. De plantageslavernij was er minder belangrijk dan in Suriname.
Slaven deden onder meer zwaar werk in de haven of moesten
zeezout winnen, wat heel ongezond werk was.
3. Vluchten was op deze kleine eilanden vrijwel onmogelijk.
4. In 1795 kwamen de slaven op Curaçao massaal in opstand onder
leiding van de slaaf Tula. Hij zag de vrijheidsstrijd in Saint-
Domingue als voorbeeld.
5. Maar de Nederlanders sloegen Tula’s opstand neer en brachten
hem en andere leiders op afschuwelijke wijze ter dood.
Marron Iemand die als slaaf van een plantage is gevlucht en als vrije op een
afgelegen plek in een eigen gemeenschap leeft.
Hoe zat het met Rond 1800:
slavernij wereldwijd? • In Amerika werkte Afrikanen op Europese plantages.
• Er waren ook slaven in Afrika en de Arabische wereld.
• In Europa kende Rusland nog een vorm van slavernij: daar was de
landbouw sterk afhankelijk van lijfeigenen (een soort slaven).
• Ook in Azië was slavernij heel gebruikelijk.
Welke betekenis had Ook hier geldt: zonder slaven had Nederland nooit zoveel kunnen
slavernij voor Oost- verdienen in Oost-Indië, want dan werd het werk niet gedaan.
Indië.
4 kenmerken van de verhoudingen tussen de tot slaaf gemaakte in
Oost-Indië en de Nederlanders:
1. In totaal zijn tussen 1600 en 1800 naar schatting 500.000 mensen
als slaven naar Aziatische VOC-gebieden gebracht.
2. Veel verschillende mensen: zwarte Afrikanen uit Oost-Afrika,
slaven uit India, China en de Indonesische eilanden rondom Java.
3. Ze kwamen van slavenmarkten, werden slaaf omdat ze schulden
hadden gemaakt of misdaden hadden gepleegd.
4. Zwaar werk: landbouw, bouw, mijnen en na 1800 in het leger. Iets
beter: slaven die in huishoudens werkten.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur merel3P. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.