Een duidelijke samenvatting van de theorie over de Kennisbasis Taal. In deze LKT samenvatting staat omschreven wat je voor deze toets moet weten. Afkomstig van een student van Thomas More Hogeschool Rotterdam.
Luistervaardigheid
Het gaat om het begrijpen, interpreteren, evalueren en samenvatten van wat je hoort.
De luisteraar moet bekwaamheden bezitten als:
1. Een beschrijving kunnen volgen
2. Gevoelens en meningen begrijpen en waarderen
3. Een uitleg volgen
4. De strategie van de spreker doorzien
5. Passende feedback geven
6. Vragen stellen
Actief/passief
Verschillende gradaties in luistervaardigheid. Bij actief luisteren zet de luisteraar zich
maximaal in om de spreker te volgen.
Spreekvaardigheid
De spreker brengt zijn gedachten onder woorden, structureert zijn verhaal en sluit
aan bij zijn doel en het publiek. Een spreker zendt non-verbale signalen uit met zijn
mimiek, gebaren en lichaamshouding.
Het referentiekader geeft inzicht in de manier waarop leerlingen een spreektaak
uitvoeren:
- Beurten nemen en bijdragen aan samenhang
- Afstemming op doel
- Afstemming op de gesprekspartners
- Woordgebruik en woordenschat
- Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing
Luisterdoelen
- Iets te weten willen komen
- Een bepaald gevoel willen ondergaan
- Zich een mening willen vormen
- Een bepaalde handeling willen uitvoeren
- Een spel mee willen spelen
Luisterstrategieën
- Globaal luisteren (de grote lijn volgen)
- Intensief luisteren (details ook belangrijk vinden)
- Gericht luisteren (specifieke informatie oppikken)
- Kritisch luisteren (mening vormen)
Tijdens het luisteren kan de luisteraar de volgende strategieën vormen:
- Oriënteren op het luisterdoel: Hoe kun je het best luisteren? Hoe actief moet je
luisteren om het doel te bereiken?
- Oriënteren op het onderwerp en de eigen kennis daarvan: Waar gaat het
over? Wat weet je al en wat wil je weten?
, - Oriënteren op het soort luistertekst: Wat voor soort presentatie of luistertekst is
het? In welke context?
- Oriënteren op de spreker: Naar wie luister je? Wat is het doel van de spreker?
- Reflecteren op de luistertaak: Begrijp je wat er gezegd wordt?
- Monitoren van de luistertaak: is het nodig om vragen te stellen? Hoe doe je
dat?
- Evalueren van de luistertaak: Wat ging er goed en wat niet?
Spreekdoelen
- Amuseren (bijvoorbeeld een mop vertellen)
- Informeren (bijvoorbeeld vertellen hoe laat het is)
- Instrueren (bijvoorbeeld de weg wijzen)
- Overtuigen (bijvoorbeeld zeggen dat je een boek echt moet lezen)
Spreekstrategieën
- Oriënteren op het doel van de spreektaak
- Oriënteren op het onderwerp en de eigen kennis daarvan
- Oriënteren op het onderwerp en de eigen kennis daarvan
- Oriënteren op soort spreektaak
- Oriënteren op gesprekspartners of het publiek
- Reflecteren op de spreektaak
- Monitoren van de spreektaak
- Evalueren van de spreektaak
Spreektechniek
- Uitspraak: de uitspraak van klanken en klankcombinaties
- Articulatie: het duidelijk uitspreken van klanken
- Intonatie: het toonhoogteverloop van woorden en zinnen
Sociale taalfuncties: communicatieve functie van taal
- Zelfhandhaving: zichzelf verdedigen of bezit beschermen (Die had ik)
- Zelfsturing: eigen handelen met woorden ordenen of plannen aankondigen
(Dan ga ik eerste naar de bakker en daarna naar de supermarkt)
- Sturing van anderen: beïnvloeden van het gedrag van anderen
- Structurering van het gesprek (Mag ik even wat zeggen?)
Cognitieve taalfuncties: conceptualiserende functie van taal
- Rapporteren: verslag doen van iets wat in de werkelijkheid voorkomt.
Benoemen/etiketteren, beschrijven, vergelijken.
- Redeneren: beschrijving waarin een extra denkstap wordt verwoord.
Chronologisch ordenen, concluderen, middel-doelrelatie, oplossen van een
probleem, oorzaak-gevolg relatie.
- Projecteren: verplaatsen in de gedachten en de gevoelens van iemand
anders.
Luistertaken
1. Luisteren naar instructies
2. Luisteren als lid van een live publiek (luisteraar kan zich niet volledig
voorbereiden op deze taak)
3. Luisteren naar radio en televisie en naar gesproken tekst op internet.
, Spreektaken
Oriënteren op de inhoud, doel en publiek bepalen, plannen, presenteren, reflecteren
op doel en inhoud.
Gesprekspatronen
- Zender-boodschap-ontvanger: daarmee onderscheiden we twee rollen in een
gesprek: de spreker en de luisteraar.
De rol van de spreker en de luisteraar wisselt in de loop van een gesprek, dit wordt
beurtwisseling genoemd.
Relaties in teksten
Voorbeelden van relaties tussen zinnen zijn:
- Vraag-antwoordstructuren
- Chronologische volgorde (en toen)
- Voorbeelden
- Vergelijkingen (maar)
- Middel-doelrelaties (want)
- Voorwaardelijke structuren (als)
Taalontwikkelende interactievaardigheden
- Taalaanbod realiseren (taalgebruik is begrijpelijk en net boven het niveau van
de kinderen)
- Taalproductie stimuleren of taalruimte scheppen (leerlingen voldoende
gelegenheid geven tot spreken)
- Feedback geven (aandacht besteden aan verbeteren)
Modeling bij mondelinge taalvaardigheid
Het houdt in dat de leerkracht bepaalde denkprocessen hardop voordoet. De
leerkracht fungeert als een model voor de leerlingen.
Scaffolding bij mondelinge taalvaardigheid
- Herformuleren van mondelinge leerling uitingen
- Verwijzen naar de benodigde denkstappen
- Verwijzen naar woorden of formuleringen
- Vragen om de mondelinge taal te verbeteren
- Herhalen van correcte taaluitingen
- Vragen om de denkstappen te verwoorden
Vragen stellen
Je kunt vragen indelen naar hun (didactische) doel:
- Oplossingsgerichte vragen (Welke lessen wil jij dan hebben vandaag?)
- Controlevragen (Kun je dat nog eens uitleggen?)
- Reproducerende vragen (Wat is de hoofdstad van Spanje?)
- Diagnostische vragen (Weet je nog wat hoofdsteden waren?)
- Opiniërende of evaluatie vragen (Wat vind jij daarvan?)
Je kunt ook vragen indelen naar hun vorm:
- Gesloten vragen
- Open vragen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gioiavanhijkoop. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.