Volledige Nederlandse samenvatting van H1 t/m H8. Alles wat moet je moet weten voor het tentamen van deel 1! De begrippen en theorieën zijn waar nodig ondersteund aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen.
Ik heb zelf een 10 gehaald met deze samenvatting. Succes met studeren!
College aantekeningen Psychologie (AB_1124) Psychology
Individu en identiteit (i&i): Complete samenvatting van alle hoorcolleges en het boek (deeltentamen 1)
Individu en identiteit (i&i): Complete samenvatting van alle hoorcolleges en het boek (deeltentamen 2)
Tout pour ce livre (160)
École, étude et sujet
Open Universiteit (OU)
Psychologie
Inleiding in de psychologie, deel 1 (PB0014)
Tous les documents sur ce sujet (5)
12
revues
Par: lisetbikker • 1 mois de cela
Par: jolieraaijmakers1 • 1 mois de cela
Par: melisademirel1 • 7 mois de cela
Par: jennifermargaroli20 • 8 mois de cela
Par: chantald1988 • 8 mois de cela
Par: demytepaske • 9 mois de cela
Par: dave021 • 10 mois de cela
Afficher plus de commentaires
Vendeur
S'abonner
xlobkearkes
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1 Achtergrond bij de studie van de psychologie
De mens is, voor zover we kunnen nagaan, het enige wezen dat over zichzelf nadenkt. Psychologie is de
wetenschap van gedrag en de geest. In deze definitie verwijs gedrag naar de waarneembare handelingen van
een persoon of een dier. De geest verwijst naar de sensaties, percepties, herinneringen, gedachten, dromen,
motieven, emoties en andere subjectieve ervaringen van een individu. Het verwijst ook naar alle onbewuste
kennis en bedieningsregels die in de hersenen zijn ingebouwd of opgeslagen en die de basis vormen voor het
organiseren van het gedrag en de bewuste ervaring. Wetenschap verwijst naar alle pogingen om vragen te
beantwoorden door de systematische verzameling en logische analyse van objectief waarneembare gegevens.
Drie fundamentele ideeën voor de psychologie: een historisch
overzicht
De oprichter van de psychologie als een formele, erkende, wetenschappelijke discipline is Wilhelm Wundt, die
in 1879 het eerste universitaire psychologielaboratium opende in Leipzig, Duitsland. Voordat de psychologie
werd erkend als een wetenschappelijke discipline, waren er 3 fundamentele ideeën van de psychologie. In het
kort:
1. Gedrag en de mentale ervaringen hebben fysieke oorzaken die wetenschappelijk kunnen worden
bestudeerd.
2. De manier waarop mensen zich gedragen, denken en voelen, wordt in de loop van de tijd gewijzigd
door hun ervaringen in hun omgeving.
3. De machinerie van het lichaam, die gedrag en mentale ervaringen voortbrengt, is een product van
evolutie door natuurlijke selectie.
Het idee van fysieke oorzaak van gedrag
Tot de 18e eeuw was de westerse filosofie sterk verbonden met en beperkt door religie. De kerk beweerde dat
elk menselijk wezen bestaat uit twee verschillende maar nauw met elkaar verbonden entiteiten, een materieel
lichaam en een immateriële ziel – oftewel het dualisme. Het lichaam maakt deel uit van de natuurlijke wereld
en kan wetenschappelijk worden bestudeerd, net zoals levenloze materie kan worden bestudeerd. De ziel
daarentegen is een bovennatuurlijke entiteit die werkt volgens haar eigen vrije wil, niet de natuurwet, en kan
daarom niet wetenschappelijk worden bestudeerd. René Descartes ging tegen deze religie in.
Descartes versie van dualisme: focus op het lichaam
Vóór Descartes beweerde men dat de interessante kwaliteiten van de mens vanuit de ziel kwamen, zoals de
verantwoordelijkheid voor lichaamswarmte, het leven en het vermogen om te bewegen. Descartes
beschouwde het lichaam echter als een ingewikkelde, complexe machine die zijn eigen warmte opwekt en in
staat is om zelfs zonder de invloed van de ziel te bewegen. Descartes geloofde dat dieren geen ziel hebben en
dat elke activiteit die door mensen wordt uitgevoerd, wat kwalitatief niet verschilt van het gedrag van een dier,
plaatsvindt zonder de ziel. Volgens Descartes wordt het enige essentiële vermogen dat mensen hebben, maar
honden niet, denken, dat hij definieerde als bewuste overwegingen en oordelen. Ook bij het denken, focuste
Descartes zich op de machinering van het lichaam: het denken reageert op sensorische input en zorgt ervoor
dat het lichaam wordt gestuurd te bewegen. Descartes suggereerde dat de ziel, hoewel niet fysiek, inwerkt op
het lichaam op een bepaalde fysieke locatie: een klein orgaan (nu bekend als de pijnappelklier) begraven tussen
de twee hersenhelften.
Vanuit de filosofie betreft de kritiek hoe een niet-materiele entiteit (de ziel) een materieel effect kan hebben
(beweging van het lichaam). Vanuit de psychologie betreft de kritiek dat de hele gedachtestroom en alle
gedragingen die door het denken worden geluid, niet wetenschappelijk te analyseren zijn als ze het product zijn
van een eigenzinnige ziel.
Thomas Hobbes en de filosofie van het materialisme
Thomas Hobbes ging verder dan Descartes. Hij beweerde dat de geest of ziel een betekenisloos concept is en
dat er niets anders bestaat dan materie en energie, oftewel het materialisme. Al het menselijk gedrag, kan
volgens hem worden begrepen in termen van fysieke processen in het lichaam, vooral in de hersenen. Bewust
denken is dan ook een product van de materie van de hersenen.
,Negentiende-eeuwse fysiologie: leren van de machine
Het idee dat het lichaam, incl. de hersenen, een machine is, zorgde ervoor dat er meer onderzoek werd gedaan
naar de studie van de machinering van het lichaam. Bijzondere belangrijke ontwikkelingen voor het ontstaan
van de psychologie, die een inhoud gaf aan het idee van materiële basis voor mentale processen:
- Verhoogd begrip van reflexen
1. Het zenuwstelsel bestaat uit een CZ (hersenen en ruggenmerg) en perifere zenuwen (verbindt CZ
met zintuigen en spieren).
2. De zenuwen die het ruggenmerg binnendringen bewandelen 2 paden: van de huid naar CZ en
terug naar opereren van spieren (Magendie).
3. Neurale verbindingen liggen ten grondslag aan eenvoudige reflexen (terugtrekkingsreflex).
Bepaalde actieve hersengebieden kunnen deze reflexen versterken en remmen.
4. De reflexologie (Sechenov): al het menselijk gedrag loopt via reflexen, zelfs de vrijwillige acties zijn
complexe reflexen waarbij hogere delen van de hersenen betrokken zijn. Alle acties worden
geïnitieerd door prikkels in de omgeving. Dit werkt in op de sensorische receptoren van een
persoon en zetten een reeks gebeurtenissen in het zenuwstelsel op gang die culmineert in de
spierbewegingen die de actie vormen. Pavlov werd hierdoor geïnspireerd.
- Het concept van lokalisatie van functies in de hersenen: specifieke delen van de hersenen vervullen
specifieke functies van mentale ervaringen en gedrag
1. Müller stelde dat verschillende kwaliteiten van zintuiglijke ervaring ontstaan doordat de zenuwen
van verschillende zintuigen verschillende delen van de hersenen prikkelen (visie wanneer dit deel
vd hersenen actief is).
2. Flourens ontdekte dat schade aan delen in de hersenen verschillende tekortkomingen
veroorzaken.
Het idee dat de geest en het gedrag door ervaring worden gevormd
Het materialisme zorgde voor het ontstaan van het Britse empirisme (Locke, Hartley, Mill, Stuart Mill). Het
empirisme is het idee dat menselijke kennis en gedachten uiteindelijk voortkomen uit zintuigelijke ervaringen
(zien, horen, aanraken etc.). We zijn machines die leren. Onze zintuigen leveren de input die ons in staat stelt
kennis te verwerven van de wereld om ons heen, en deze kennis stelt ons in staat over de wereld na te denken
en ons er adaptief in te gedragen. Locke zag de geest van een kind als een tabula rasa, een schone lei, en
geloofde dat het de ervaring is die dient als het krijt dat de lei schrijft en vult.
Het empirische concept van associatie door contiguïteit
Ook volgens het empirisme zijn gedachten geen product van vrije wil, maar een weerspiegeling van iemands
ervaringen in de fysieke en sociale omgeving. Alle inhoud van de geest is afkomstig van en heeft rechtstreeks
betrekking op de omgeving. Volgens de empirici zijn de fundamentele eenheden van de geest elementaire
ideeën die rechtstreeks voortkomen uit zintuiglijke ervaringen en met elkaar zijn verbonden om complexe
ideeën en gedachten te vormen.
Het meest fundamentele werkingsprincipe van het empirisme is de wet van associatie door contiguïteit.
Contiguïteit verwijst naar nabijheid in ruimte of tijd, en de wet van associatie door contiguïteit kan als volgt
worden uitgedrukt: Als een persoon twee omgevingsgebeurtenissen (stimuli of sensaties) tegelijkertijd ervaart
of de ene direct na de andere (aaneengesloten), zullen deze twee gebeurtenissen in de geest van de persoon
worden geassocieerd (met elkaar verbonden), zodat de gedachte aan de ene gebeurtenis in de toekomst de
gedachte aan de andere zal oproepen (bijv. bij ‘’appel’’ denken aan rode kleur en geluid bij kauwen). Zelfs de
meest complexe ideeën worden volgens hen in de geest verbonden als gevolg van contiguïteiten in ervaring.
De nativistische reactie op empirisme
Het tegenovergestelde van empirisme is nativisme, de opvatting dat de meest basale vormen van menselijke
kennis en de fundamentele werkingskenmerken van de geest, die de basis vormen voor de menselijke natuur,
inheems zijn in de menselijke geest - dat wil zeggen, aangeboren zijn en niet uit ervaring worden verkregen. De
geest moet, i.t.t. Locke’s bewering, worden voorzien van een eerste inrichting om door ervaring verder te
worden ingericht. Kant en Wilhelm (Duitsland) maken onderscheid tussen de a priori kennis, die in het
menselijk brein is ingebouwd en niet hoeft te worden geleerd, en a posteriori kennis, die men opdoet door
,ervaring in de omgeving. Zonder het eerste, zou een persoon het tweede niet kunnen (bijv. grammatica en
woorden leren, oftewel posteriori kennis, maar het vermogen om een taal te leren hangt af van a priori kennis).
Om de fysieke wereld te begrijpen, moet het kind volgens Kant al bepaalde fundamentele fysieke concepten
hebben, zoals de concepten van ruimte en tijd, die in zijn of haar geest zijn ingebouwd.
Het idee dat de machinerie van gedrag en geest evolueerde
door natuurlijke selectie
Kant had geen wetenschappelijke verklaring voor dat de menselijke geest een aangeboren inrichting heeft en
hoe deze wordt gebouwd en functioneert. Dat begrip kwam in 1859 door Charles Darwin in The Origin of
Species.
Natuurlijke selectie en de analyse van de functies van gedrag
Darwins fundamentele idee was dat levende wezens geleidelijk, generaties lang, evolueren door een proces
van natuurlijke selectie. Individuen waarvan de erfelijke kenmerken goed zijn aangepast aan de lokale
omgeving, hebben meer kans te overleven. Door natuurlijke selectie hebben levende wezens de neiging zich te
gedragen op een manier die hun overleving en voortplanting bevordert. Een sleutelwoord hierbij is functie.
Darwin bestudeerde de functies van gedrag, de manieren waarop het gedrag van een organisme het helpt om
te overleven en zich voort te planten.
Darwins ideeën toepassen in de psychologie
Darwin was de eerste evolutiepsycholoog en zijn principe van evolutie door natuurlijke selectie hielp bij het
verschaffen van een wetenschappelijke basis voor de psychologie. De overgeërfde mechanismen die ten
grondslag liggen aan menselijke emoties, drijfveren, perceptie, leren en redeneren, kwamen geleidelijk tot
stand omdat ze de overleving en reproductie van onze voorouders bevorderden.
Darwin hielp als meest om wetenschappers ervan te overtuigen dat mensen deel uitmaken van de natuurlijke
wereld en begrepen kunnen worden door middel van wetenschappelijke methoden, oftewel om de wereld rijp
te maken voor psychologie.
Het bereik van de psychologie
Elke vraag over gedrag en mentale ervaringen die mogelijk met wetenschappelijke middelen kan worden
beantwoord, valt binnen de brede reikwijdte van psychologie.
Soorten verklaringen in de psychologie en hun toepassing op seksuele
jaloezie
Psychologen streven ernaar mentale ervaringen en gedrag te verklaren, oftewel, de oorzaken identificeren. De
oorzaken van mentale ervaringen en gedrag zijn complex en kunnen op verschillende niveaus worden
geanalyseerd. Analyseniveau verwijst naar het niveau of type causaal proces dat wordt bestudeerd. De
verschillende niveaus, verdeeld over 2 clusters:
Cluster 1: direct, biologisch
1. Neuraal (hersenen als oorzaak)
2. Fysiologisch (interne chemische functies, zoals hormonen als oorzaak)
3. Genetisch (genen als oorzaak)
4. Evolutionair (natuurlijke selectie als oorzaak)
Cluster 2: minder direct biologisch, heeft te maken met effecten van ervaringen en kennis.
5. Leren (iemands eerdere ervaringen met de omgeving als oorzaak)
6. Cognitief (iemands kennis of overtuigingen als oorzaak)
7. Sociaal (de invloed van andere mensen als oorzaak)
8. Cultureel (de cultuur waarin de persoon zich ontwikkelt als oorzaak)
9. Ontwikkelingsstoornissen (leeftijdsgebonden veranderingen als oorzaak)
, De verschillende niveaus van analyse corresponderen met verschillende onderzoek specialiteiten in de
psychologie.
Seksuele jaloezie kan worden gedefinieerd als de reeks emoties en gedragingen die ontstaan wanneer een
persoon denkt dat zijn of haar relatie met een (potentiële) seksuele partner wordt bedreigd door
betrokkenheid van de partner bij een andere persoon.
Verklaringen die gericht zijn op biologische processen
Neurale verklaringen
Alle gedragingen en mentale ervaringen zijn producten van het zenuwstelsel. Het onderzoek specialisme dat
zich op dit niveau van verklaring concentreert, is gedragsneurowetenschappen. Meer specifieke gebieden van
neurowetenschappen zijn onder andere cognitieve-, sociale, ontwikkelings- en klinische neurowetenschappen.
De ene gedragsneurowetenschapper bestudeert individuele neuronen (zenuwcellen) of kleine groepen
neuronen, de ander grote hersengebieden.
Fysiologische verklaringen
Biopsychologen bestuderen de manier waarop hormonen en medicijnen inwerken op de hersenen om gedrag
en ervaring te veranderen, zowel bij mensen als bij dieren.
Genetische verklaringen
Genen zijn de erfelijkheidseenheden die de codes leveren voor de opbouw van het hele lichaam, inclusief de
hersenen. Dat heeft op z’n beurt invloed op de mentale ervaringen en gedrag. Het onderzoek specialisme dat
psychologische verschillen tussen individuen probeert te verklaren in termen van verschillen in hun genen,
wordt gedragsgenetica genoemd. Ze beoordelen de mate waarin de genetische verwantschap van mensen
correleert met hun mate van gelijkenis in die eigenschap.
Evolutionaire verklaringen
Alle biologische basismechanismen die ten grondslag liggen aan gedrag en mentale ervaring zijn een product
van evolutie door natuurlijke selectie. Men legt uit hoe of waarom bepaalde menselijke kenmerken in de loop
van de evolutie tot stand kwamen. Het onderzoek specialisme dat zich met dit niveau van analyse bezighoudt,
wordt evolutionaire psychologie genoemd. Sommigen zijn geïnteresseerd in de routes waarlangs bepaalde
gedragscapaciteiten of -neigingen zich ontwikkelen (bijv. glimlachen), anderen identificeren evolutionaire
functies (de overlevings- of reproductieve voordelen).
Verklaringen die gericht zijn op omgevingservaringen, kennis en ontwikkeling
Mensen zijn, misschien wel meer dan enig ander wezen, gevoelig voor de omstandigheden in hun omgeving en
veranderen hun gedrag als gevolg van ervaring.
Verklaringen bij het leren
Alle vormen van menselijk gedrag en mentale ervaringen worden gewijzigd door te leren, dus door eerdere
ervaringen. Deze ervaringen kunnen onze emoties, drijfveren, percepties, gedachten, vaardigheden en
gewoonten beïnvloeden. Het specialisme dat zich het meest direct en uitsluitend bezighoudt met het verklaren
van gedrag in termen van leren, is de leerpsychologie (ook wel gedragspsychologie genoemd).
Cognitieve verklaringen
Cognitie verwijst naar informatie in de geest, dus informatie die op de een of andere manier wordt opgeslagen
en geactiveerd door de werking van de hersenen. Dergelijke informatie omvat gedachten, overtuigingen en alle
vormen van herinneringen. De informatie kan zowel bewust als onbewust zijn, maar ze beïnvloeden beide
iemands bewuste ervaringen en gedrag. Een manier om een gedragsactie of mentale ervaring uit te leggen, is
door deze te relateren aan de cognities (items van mentale informatie) die aan die actie of ervaring ten
grondslag liggen. Merk op dat cognitie, in tegenstelling tot leren, nooit rechtstreeks wordt gemeten, maar
wordt afgeleid uit waarneembaar gedrag. De specialiteit die zich op dit niveau van analyse richt, wordt
cognitieve psychologie genoemd. De cognitieve psychologie verschilt van het leren, door de focus op de geest.
Ervaring in de omgeving leidt voor een leerpsycholoog tot gedragsverandering. Ervaring in de omgeving leidt
voor een cognitief psycholoog tot verandering in kennis of overtuigingen, wat weer leidt tot
gedragsverandering.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur xlobkearkes. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,24. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.