Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Filosofie van de managementwetenschappen (MAN-BIN118-2019) €7,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Filosofie van de managementwetenschappen (MAN-BIN118-2019)

1 vérifier
 55 vues  7 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Radboud Universiteit. Complete samenvatting Filosofie van de Managementwetenschappen.

Aperçu 4 sur 35  pages

  • 23 novembre 2022
  • 35
  • 2019/2020
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: thomashout16 • 1 année de cela

avatar-seller
Samenvatting Filosofie van de managementwetenschappen

,Hoorcollege 1 (Inleiding)
Alle vormen van gezag hebben te maken met de bescherming voor mensen (leveren immuniteit)

Filosofie= komt van ‘filos’ (vriend) en ‘sofia’ (wijsheid)

Filein  houden van. Dus er zit ambitie en liefde in.

Filosofen streven naar wijsheid
- Dat betekent dat ze geen wijsheid claimen
- Dat betekent ook dart het bij filosofie niet om kennis gaat
- De filosofie is met andere woorden geen wetenschap
- Toch heeft ze veel met wetenschap te maken. Zo wordt een eens gezien als de ‘moeder’ van de
wetenschap.

De grot van Plato

Plato
Hoe leer je mensen in een staat het
juiste aan?

Als je een goede staat wilt hebben
moet je ook goede burgers hebben
 burgers opleiden, best lastig.
Om een staat te laten functioneren
heb je opleiding nodig.

De mensen in de grot zitten
geketend aan de muur met
kettingen, ze zitten als het ware
gevangen. Ze zien alleen de
schaduwen. Mensen hebben geen
ander paradigma, die denken dat dat werkelijkheid is. Mensen houden voorwerpen omhoog, en de schaduw
wordt geprojecteerd op de muur door heet vuur. Mensen met voorwerpen zijn sofisten (= mensen die het
volk iets wijsmaken). Sofisten maken geluid, daardoor wordt de indruk dat het echt is groter. Wat is echt?
En wat is niet echt? Schijn of werkelijkheid? Een van de grotbewoners (Socrates), bevrijdt zich op een of
andere manier (moeilijk, ingewikkeld, pijnlijk), hij gaat een paadje op, op dat paadje sluipt hij langs die
sofisten en kruipt de grot uit. Hij wordt verblind door het echte zonlicht. Hij wist dat hij al die tijd dingen
heeft gezien die niet echt waren. Hij wilde de grot weer in (Socrates). Socrates dwaalt af in de grot, hij zegt
tegen de gevangen dat het niet echt is wat ze zien. Sofisten moet je niet geloven zei hij tegen de gevangenen.
Hoe kun je het onderscheid maken tussen wat echt is? En wat niet echt is? Hoe weten de gevangenen wie er
gelijk heeft? Socrates of de sofisten? Je kunt mensen wel beleren, maar waarom zouden mensen dat willen
geloven?

Sofiso= mensen iets wijsmaken

Ideeënleer van Plato:
 Betekenis van idee bij Plato: het is een soort volmaakt oerbeeld, waarin wat gemeenschappelijk is
aan een veelheid van individuele objecten besloten ligt
 De werkelijkheid is een afschaduwing van dit idee. Zij schiet vergeleken met dat idee steeds te kort
 iedereen is een afschaduwing van de mens. Je moet het zien als iets abstracts.

,  Het idee is het algemene, het wezen, het tijdloze, het abstracte, het onveranderlijke, het
begripsmatige (Er is veel discussie over de juistheid van deze interpretatie die op Aristoteles
teruggaat.)
 Het idee is niet van de zintuiglijke wereld, maar is alleen door middel van denken toegankelijk. Er is
onderscheid tussen bevatten/begrijpen en zintuiglijk waarnemen.
 Het idee is het waarachtig zijnde  er is wel kritiek op
 Tegenover de wereld van de onveranderlijke ideeën staat een zintuiglijke of materiële wereld die
constant verandert
 Ideeën zijn hiërarchisch geordend: hoe algemener het begrip, hoe hoger de status ervan
 Het hoogste idee is het idee van Het Goede (agathos)
 De ideeën worden gezien als de oorzaak van de concreet waarneembare dingen (een paard bestaat
doordat het op een of andere manier deelheeft aan het idee ‘paard’, het is er een afschaduwing van).
Menselijke ziel kan de ideeën ‘schouwen’. Dit is ‘echte’ kennis (episteme) en dient scherp
onderscheiden te worden van nepkennis (doxa)
 Kennis is herinneren (anamnesis)
 Kennis is mogelijk door liefde (Eros): het gaat hier om een aangeboren verlangen van de ziel naar
het schone
 Waarom is dit allemaal van belang?
 Plato legt de bouwstenen voor abstract redeneren, iets wat fundamenteel voor alle wetenschappen is
(wetenschap wil niet weten of roken goed of slecht voor jou is, maar of roken slecht voor DE mens
is)
 Plato neemt definitief afscheid van een wereld die alleen maar stroomt en vloeit. Anders gezegd: de
flux van de zintuiglijke wereld wordt ondergeschikt gemaakt aan een planningswereld (en ook dit is
cruciaal voor wetenschap).
 Alternatieve interpretatie: ideeën gaat over de mogelijkheid van taal!

Kernthema’s Plato (tot op de dag van vandaag in discussie)
 Schijn en werkelijkheid
 Sofisten (=mensen die het volk bedriegen met zogenaamde wijsheden)
 Paideia (=opvoedingsfantasie die ervoor moet zorgen dat burgers goed aangepast zijn aan de
republiek, wel ingewikkeld en moeilijk)
 Is de grot een grot?
 Afdalen en klimmen (katabasis en anabasis)
 Aporia (= een probleem waar je niet uitkomst)

Poros= gaatje

Filosofie Wetenschap
In de filosofie gaat het om vragen blijven In de wetenschap gaat het om oplossen en
stellen  bijna altijd aporetische vragen beantwoorden van vragen
De filosofie kent geen vooruitgang De wetenschap streeft naar vooruitgang
Filosofie houdt zich bezig met aporetische Wetenschappelijke vragen moeten
vraagstukken: vragen waar je niet uitkomt geverifieerd/gefalsificeerd kunnen worden

Aporie = a-poros (geen doorgang). Een vraag waar je niet goed uitkomt. Het gaat om het onvermogen een
filosofische kwestie tot een oplossingen te brengen  vraagt wel om een beslissing niet om oplossingen.
Verschil maken tussen oplossingen en beslissing.
Voorbeeld:
- Socrates stelt zijn vragen zo aan zijn gesprekspartners dat deze merken dat ze eigenlijk niets weten
en daardoor hoopt hij in hun een verlangen naar weten aan te wakkeren
- Aristoteles: vriendschap- er te veel van hebben, duidt erop dat je geen echte vrienden hebt. Maar er
geen hebben is ook niet goed
- Shakespeare: to be or not to be

, - Pilatus: quod est veritas? (wat is waarheid?)

De filosofiegeschiedenis is doorgaans een geschiedenis van grote mannennamen
- Thales van Milete (hier begon het mee)
- Herakleitos
- Plato
- Aristoteles
- St Augsutinos
- Thomas van Aquino
- Nikolaus van Cues
- René Descartes
- Thomas Hobbes
- Baruch de Spinoza
- Immanuel Kant
- Friedrich Nietzsche
- Martin Heidegger
- Karl Popper

Vrouwen:
- Diotima
- Hipparchia
- Hypatia
- Hildergard von Bingen
- Mechthild von Magdeburg
- Teresa van Avila
- Margaret Cavendisch
- Lady Ann Conway
- Mary Wolstoncraft
- Germaine de Staël
- Hannah Arendt (enige vrouwennaam die besproken wordt)
- Agnes Heller
- Judith Butler

Filosofisch antropologische thema’s: Wie of wat is de mens?
Menselijk(heid), afkomst, familie, instinct, dierlijk(heid), emoties, begeerte, karakter, zintuigen, gevoel,
innerlijk, lichaam, uiterlijk, geest, ziel, bewustzijn, verstand, denken, uniek, persoonlijk, eigennaam,
identiteit, jezelf zijn, seksualiteit, verliefdheid, gezondheid, trots, natuurlijk, talent, ambitie, doelstelling,
ontwikkeling, egoïsme, de ander, lijden, eenzaamheid, haat, jaloezie, angst, interesse, nieuwsgierigheid,
ontdekking, …

Ethiek thema’s: Wat is het goede?
Liefde, helpen, interesse, betrokkenheid, medelijden, vriendschap, waarde, norm, geluk, goed, deugd, delen,
redelijk, verantwoordelijkheid, plichten, rechten, belangen, nuttig, eerlijkheid, stiekem, liegen, stelen, slaan,
vechten, mishandeling, pesten, plagen, ruzie, discriminatie, moordenaar, terrorist, vervuiling, ontrouw,
drugs, straf, fout, slecht, vergeving, schaamte, schuld, geweten, oorzaak, gevolg, …

Sociale en politieke filosofie: Wat is een rechtvaardige samenleving?
Sociale, politieke en culturele thema’s:
Macht, sociaal, rechtvaardigheid, gemeenschap, samenleving, land, politiek, regering, armoede, rijkdom,
verdeling, vrijheid, regels, afspraken, geboden, verboden, wet, gezag, oorlog, terrorisme, veiligheid, arbeid,
consumptie, economie, eigendom, schaarste, gelijkwaardigheid, gelijkheid, cultuur, taal, etniciteit, tradities,
rituelen, feesten, racisme, multicultureel, aangeboren (nature), aangeleerd (nurture).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cheriquehutten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,39  7x  vendu
  • (1)
  Ajouter