Resume
Samenvatting Onderwijskunde passend onderwijs
- Cours
- Établissement
Alle colleges + de bijbehorende 8 artikelen van onderwijskunde passend onderwijs, inclusief alle kernbegrippen gearceerd en uitgelegd.
[Montrer plus]
Vendeur
S'abonner
Fleurvanlaarr
Avis reçus
Aperçu du contenu
PABO L3.1 ONDERWIJSKUNDE TOETS PASSEND ONDERWIJSOVERHEIDSBELEID
Artikel 2 De weg naar passend onderwijs > 7 tentamenvragen.
1. Weer Samen Naar School (WSNS)
2. Leerlinggebonden financiering (LGF)
3. Passend onderwijs
4. Naar inclusief onderwijs
Het aantal scholen voor speciaal onderwijs neemt toe en dat geldt
ook voor het aantal leerlingen dat deze school bezoekt.
De veranderde visie op onderwijs aan leerlingen die extra zorg
behoeven, wordt ook zichtbaar in beleidsstukken van de overheid.
- De houding ten aanzien van mensen met een beperking leidt tot
stigmatisering.
- Het reguliere onderwijs beschikt over onvoldoende hulp aan
probleemkinderen.
- Geen duidelijke criteria voor toelating SO.
- Door te weinig contact tussen RO en SO nauwelijks op de hoogte van elkaars werkwijze.
> Kort daarna doet ook het begrip ‘zorgverbreding’ haar intrede. Het reguliere onderwijs moet de
mogelijkheden krijgen om leerlingen met problemen zo goed mogelijk te helpen.
vroeger LOM, MLK, IOBK > nu: SBO
- LOM: leer en opvoed moeilijkheden
- MLK: moeilijk lerende kinderen
- IOBK: in hun ontwikkeling bedreigde kleuters.
> alle andere scholen voor leerlingen met auditieve, visuele of gedragsstoornissen worden SO.
Drie motieven voor WSNS:
1. Financiering: De groei in het speciaal onderwijs dreigt onbetaalbaar te worden.
2. Democratiseringsprocessen: Iedere leerling heeft recht op een aan zijn/haar mogelijkheden
aangepaste benadering in de reguliere basisschool. In een democratische samenleving is het streven
dat iedereen moet kunnen meedoen en zich kunnen ontwikkelen, zonder discriminatie of uitsluiting.
3. Vernieuwingspogingen: Invoeren meer adaptief onderwijs
WSNS samenvatting: weer samen naar school
Doelen zijn niet alleen gehaald, maar zelfs overtroffen WSNS heeft op (School) mesoniveau gezorgd
voor:
• Zorgstructuren in de scholen
• Interne begeleiders en remedial teachers in het BO
• Adaptieve methodes voor de vakgebieden
• Samenwerkingsverbanden
• Uitwisseling van deskundigheid
• Meer deskundigheid bij leraren > Belangrijk ontwikkelpunt > Meer passend onderwijs in de klas
(microniveau)
,Doelen WSNS:
• Maatschappelijk: Bij deze doelen gaat het om het stopzetten en terugdringen van de leerlingen die
speciale onderwijskundige zorg behoeven. Voor betere kansen op de arbeidsmarkt en sociale
integratie.
• Onderwijskundig: De onderwijskundige doelen hebben te maken met de implementatie van de Wet
op het Basisonderwijs (WBO) uit 1985. Het is noodzakelijk voor het WSNS om het reguliere onderwijs
en het speciaal onderwijs beter met elkaar samen te laten werken.
• Pedagogisch: Het beleid moet er voor zorgen dat meer leerlingen vroegtijdige zorg geboden wordt
zodat er minder leer- en gedragsproblemen ontstaan. En dat er naast de verbetering van
leerprestaties, een positieve beleving van school en toekomstperspectief ontstaat en meer
acceptatie bij leeftijdgenoten.
• Financieel: Het beleid met de groei van het speciaal onderwijs verminderen, stabiliseren en
terugdringen en daardoor de uitgaven van het onderwijs beheersbaar houden.
Middelen WSNS:
1. Organisatorisch: samenwerkingsverbanden. Er wordt een landelijk dekkend netwerk ingericht van
basisscholen en scholen voor mlk, lom en iobk > nu speciale scholen voor basisonderwijs (SBO)
Het idee achter de samenwerkingsverbanden is dat een leerling met problemen gezien moet worden
als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van meerdere scholen in een regio.
2. Financieel: andere bekostigingsstructuur. De financiering van het speciaal onderwijs wordt
gewijzigd. In tegenstelling tot het verleden worden de speciale scholen voor basisonderwijs niet
meer volledig direct bekostigd. De gezamenlijke besturen moeten nu vaststellen hoe de
zorgmiddelen worden ingezet.
> De invoering van samenwerkingsverbanden en de nieuwe bekostiging moest gaan leiden tot een
afname van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs
Positieve resultaten WSNS:
- Een betere samenwerking tussen scholen
- Een daling van het aantal leerlingen dat naar het SBO werd verwezen.
- Meer aandacht voor de signalering en problematiek van leerlingen
- Een verbetering van de leerlingenzorg op school
Leerlinggebonden Financiering (LGF)
Op 1 augustus 2003 trad de regeling Leerlinggebonden Financiering (LGF) in werking die grote
consequenties had voor kinderen met een beperking in het onderwijs.
- Deze regeling had de bedoeling om de mogelijkheden tot integratie van kinderen met een ernstige
beperking te verbeteren en is vooral bekend geworden onder de naam ‘de rugzak’.
- Uitgangspunt was de keuzevrijheid van ouders om hun kind met beperkingen onderwijs te laten
volgen in het reguliere onderwijs of in het speciaal onderwijs.
Het beleid was gericht op kinderen die de zwaardere vorm van SO zaten, zij kregen een
leerlinggebonden budget. = Het bedrag van dit budget was het verschil tussen de kosten van
plaatsing op het SO en die van plaatsing op het RO. Ouders konden dus zelf kiezen wat ze met deze
kosten deden (extra uren aanvragen op het reguliere onderwijs of plaatsing speciaal onderwijs)
, Knelpunten LGF:
- Er werden veel meer leerlingen gediagnostiseerd in het reguliere onderwijs en ook de stroom naar
het speciale onderwijs bleef stijgen.
-Daarnaast was de LGF een zogenaamde openeindefinanciering: er was geen grens gesteld aan de
beschikbare middelen. Er werden veel meer rugzakjes aangevraagd en uitgegeven dan verwacht. De
groei van het speciaal onderwijs werd daarmee dus niet afgeremd.
Een van de grote knelpunten van LGF en WSNS was de indicatiestelling. Omdat van tevoren niet was
vastgesteld om hoeveel leerlingen het gaat leidde dit tot problemen met de budgettaire beheersing.
- Er werden zoveel problemen geconstateerd dat het passend onderwijs werd ingeroepen: een
nieuw systeem waarbij scholen de verantwoordelijkheid krijgen om voor iedere leerling een passend
onderwijsarrangement aan te bieden.
De volgende vier thema’s staan centraal bij het passend onderwijs:
1. Kwaliteitsverhoging: Er worden maatregelen voorgesteld om de kwaliteit van de leerlingenzorg te
verhogen zoals de invoering van kerndoelen, het ontwikkelen van leerlingvolgsystemen, het
ontwikkelen van leerlijnen
2. Ontwikkeling van regionale netwerken : Besturen moeten per regio afspraken maken over een
sluitend onderwijsaanbod voor alle leerlingen die extra zorg nodig hebben (zorgplicht).
3. Betrokkenheid van personeel en ouders: Het wordt als belangrijk gezien om de betrokkenheid van
ouders en personeel bij passend onderwijs te bevorderen.
4 Budgettaire beheersing: er is sprake van budgetfinanciering. Zorgleerlingen krijgen een indicatie op
basis van één objectief systeem. Heeft de leerling een indicatie dan ontvangt de school bij
inschrijving een hogere bekostiging. Zo kan elke school hun zorgplicht financieel realiseren.
Voorstanders van inclusief onderwijs zijn van mening dat alle leerlingen, ongeacht de stoornis of de
beperking, het beste op een reguliere basisschool opgevangen dienen te worden .
CLUSTERS SPECIAAL ONDERWIJS
Artikel 2 De weg naar passend onderwijs > 5 tentamenvragen
Er kwam naast het beleid voor SBO ook een beleid voor het speciaal onderwijs (SO). Deze scholen
zijn bedoeld voor leerlingen met ernstige beperkingen. Deze scholen hebben zich verenigd in
Regionale Expertise Centra (REC’s) die zorgdragen voor de kwaliteit en spreiding van het speciale
onderwijs. > De naam expertisecentra is gekozen om aan te geven dat in de loop van de jaren
bijzonder veel deskundigheid is opgebouwd in deze scholen voor speciaal onderwijs.
De beslissing over het recht op een plaats in het speciaal onderwijs of op het leerlinggebonden
budget, lag in handen van een speciale commissie: de Commissie voor de Indicatiestelling (CvI).
De vier clusters:
Cluster 1: Onderwijsinstellingen voor visueel gehandicapte leerlingen
- Scholen voor kinderen die blind of slechtziend zijn.
- Scholen voor meervoudig gehandicapte blinde of slechtziende kinderen.
Cluster 2: Scholen voor auditief en communicatief gehandicapte leerlingen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Fleurvanlaarr. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans