Dit is een samenvatting van hoofdstuk 4 t/m 7 van het boek 'Oriëntatie op geschiedenis, basisboek voor de vakdocent'. Je kunt de samenvatting gebruiken voor het vak Oriëntatie op geschiedenis B. Dit vak maakt deel uit van het propedeuse programma van de opleiding tot geschiedenis docent. De overi...
Samenvatting Oriëntatie op geschiedenis B.
Hoofdstuk 4. De tijd van steden en staten.
1. Na een opstand van edelen tegen Jan zonder Land, ondertekende Jan hun
eisen tegemoet te komen. Hij ondertekende , na overleg met de
aartsbisschop van Canterbury de Magna Carta. In dit document beloofde
hij dat hij de zelfstandigheid van de kerk en de traditionele rechten van de
edelen zou eerbiedigen, dat de rechtspraak eerlijk zou verlopen en dat een
raad van 25 edelen toezicht mocht houden op zijn bestuur. In Engeland
wordt dit vaak voorgesteld als fundament voor de Engelse democratie. De
koningen bleven streven naar centraal gezag in hun rijk. Op soortgelijke
wijze trokken de pausen het absolute leiderschap over de kerk naar zich
toe. Deze centralisatie was onmogelijk geweest zonder wedergeboorte van
een geldeconomie.
Stapelrecht: bij iedere transactie van buitenlandse handelaren moest een lokale
handelaar als tussenpersoon betrokken zijn.
Voor handelaren uit Noord Italië was dit de ideale plaats om producten uit
Arabische en Aziatische gebieden te verhandelen. Italië was het land tussen de
verschillende ‘werelden’. Ze streken grote winsten op. Europese handelaren
hadden geen probleem met hun aanwezigheid. Door hun grote variatie aan
producten, vergrote het de aantrekkingskracht van hun steden als handelsplaats.
Twee belangrijke factoren voor de opkomst van de handel waren: de groei van de
bevolking en het toenemen van de veiligheid. Daarnaast ook regionale markten
en interregionale handel.
Bevolkingsgroei en hogere landbouwopbrengsten.
De bevolkingsgroei bleef groeien, vanaf de 8 e tot 14e eeuw toen de pestepidemie
uitbrak. Meer mensen betekend ,meer mensen te voeden. De landbouwproductie
ging omhoog, mede door ontginnen. Dit kon worden gedaan aan de rand van
domeinen, maar meestal werden nieuwe nederzettingen gesticht. Initiatief kwam
meestal bij de adel vandaan, om hun eigen vermogen te vergroten. Boeren
werden ‘gelokt’ naar de ontginnende gebieden. Om leeglopen van de domeinen
tegen te gaan, versoepelden de adelheren ook de regels voor de boeren op de
domeinen. Zo werden herendiensten omgezet naar jaarlijkse belasting in geld.
De vraag naar landbouwproducten werd groter. Aan de ene kant was er te weinig
landbouwgrond om iedereen aan het werk te zetten. Aan de andere kant gaf het
de kans aan veel mensen om te specialiseren in een bepaald ambacht. De vraag
naar producten was binnen het domein beperkt. Toen de boeren overschotten
kregen, verkochten ze deze op regionale markten. Daardoor werd de vraag ook
groter. De boeren konden overschotten creëren door verschillende factoren:
klimaat werd gunstiger voor landbouw, landbouwtechnieken werden (nu) op grote
schaal toegepast (drieslagstelsel, keerploeg, efficiënter gebruik van trekdieren).
Overschot was wel beperkt, niet overdreven.
Opleving van de handel over lange afstand.
Vanaf 11e eeuw werden de omstandigheden voor handel in Europa beter. Er was
een eind gekomen aan de invasies van de Vikingen, Moren en Aziatische
steppenvolken. Hoge edelen maakten van deze situatie gebruik om de lage
edelen in hun gebieden in het gareel te houden, zodat ze niet meer rivaliseren en
niet langer hun macht misbruiken voor eigen gewin. Tegelijkertijd voerde de kerk
ook campagne tegen geweld, zogeheten Godsvredebeweging. Italiaanse steden
gingen ook een grotere rol spelen. Genua en Pisa konden door middel van
verovering hun handel uitbreiden naar Zuid-Frankrijk en Iberische schiereiland.
, Italiaanse handel in het oostelijk deel van de Middellandse zee groeide flink mede
door de kruistochten.
In de 12e eeuw kwam in het noordoosten van Frankrijk een verbinding tot stand
tussen deze twee handelsnetwerken. Dat gebeurde op jaarmarkten van
Champagne. Het zachtere klimaat zorgde ervoor dat de Italianen over de Alpen
konden komen. Daarnaast was de oude verbinding tussen het Baltisch gebied en
de Zwarte Zee door de komst van de Mongolen stil komen te liggen. De graven
van Champagne zagen dat ze hier voordeel mee konden doen. Ze deden veel
moeite de handel te bevorderen. Ze betaalden hun leenmannen om voor
veiligheid te zorgen langs de wegen. Ook zorgden ze op de markten voor snelle
rechtspraak en voor aanwezigheid van voldoende notarissen en geldwisselaars.
Doordat de jaarmarkten verspreid over het jaar plaatsvonden, was er heel het
jaar door handel. Aan het begin van de 14 e eeuw zou Champagne haar
schakelfunctie verliezen omdat de Italianen rechtstreeks (via Iberisch
schiereiland) handel voer met Vlaanderen. Toen werd Brugge belangrijk, later
Antwerpen en Amsterdam.
De organisatie van de handel.
Naarmate de handel groter werd, konden steeds meer handelaren het zich
veroorloven mensen in dienst te nemen. Zo hoefde niet meer 1 persoon alle
goederen te vervoeren, niet meer zo kwetsbaar. Daarnaast brachten steeds
minder ambachtslieden hun producten persoonlijk op de markt. Deze producten
werden opgekocht door handelaren. Succesvolle handelaren stuurden
vertegenwoordigers op reis, meestal familieleden. Rijke handelsfamilies hadden
vertegenwoordigers die zich permanent vestigden in de steden waarmee de
meeste handel gedreven werd.
Het verkeer van geld en goederen werd vanaf de 12 e eeuw steeds efficiënter
georganiseerd. De jaarmarkten kregen een beursfunctie. Handelaren sloten er
contracten over de levering van goederen op een ander tijdstip en andere plek. In
het betalingsverkeer ontstond de wisselbrief. In plaats van contante betaling,
leverde de koper een brief aan de verkoper waarin het verschuldigde bedrag
stond vermeld. Deze brief kon in een andere stad waar een vertegenwoordiger of
vaste handelspartner van de briefschrijver zat, gebruikt worden om voor het
verschuldigde bedrag goederen te kopen. Functioneerde dus als geld. Hij kon
alleen gebruikt worden door de persoon aan wie hij was uitgeschreven. Het
zorgde er ook voor dat er minder vaak van valuta gewisseld hoefde te worden.
Dit was fijn omdat er heel veel muntsoorten waren in Europa. Andere
ontwikkeling is kredietverlening. (kerk was hier op tegen, hebzucht is
doodzonde). Naarmate de handel toenam, behalen van de maximale winst
belangrijker. Tegen de 15e eeuw was de kerk niet meer echt hierop tegen.
Sommige handelaren hadden zich gespecialiseerd in het krediet verstrekken, het
bankwezen ontstond. Italianen hadden hier een groot aandeel in. al in het begin
van de herlevende handel sloten kooplieden zich aan bij handelsgilden,
compagnieën. In eerste instantie om wederzijde bescherming. Daarna ook voor
betere handelsvoorwaarden (monopolierecht, vrijstelling tol). Als handelaren uit
verschillende steden zich verenigden: Hanze.
Tot de 15e eeuw Duitse Hanze zeer succesvol. Later deze positie weggeven aan
Engelse, Hollandse en Baltische handelaren.
2. Steden met stadsrecht.
Blijde Inkomst: ritueel intrede van een nieuw landsheer in de belangrijkste
steden van zijn nieuwe territorium. Er werden niet alleen festiviteiten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur sandrahakkesteegt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.