Deze samenvatting is gebaseerd op het boek "Praktisch Staatsrecht". De samenvatting bevat alle onderdelen en aspecten ter voorbereiding op het tentamen.
Praktisch Staatsrecht Visscher 5e druk - 60 oefenvragen en antwoorden hele boek verdeeld in subonderwerpen - 9789001298821 / zomer 2024
Tentamen vragen Praktisch Staatrecht, 18 vragen en antwoorden die op tentamen zijn geweest, HBO recht 2024
Alle leerdoelen praktisch staatsrecht hele boek Visscher 5e druk, hogeschool utrecht
Tout pour ce livre (51)
École, étude et sujet
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
HBO-Rechten
Staatsrecht
Tous les documents sur ce sujet (45)
Vendeur
S'abonner
KSophie
Aperçu du contenu
Staatsrecht Hoofdstuk 1.
De Nederlandse staat en zijn bewoners
Paragraaf 1.
De kenmerken van een staat beschrijven;
Ad.1 grondgebied, het grondgebied van een staat ook wel het territorium kent grenzen die
met buurlanden zijn vastgelegd. Ook het luchtruim boven het land en de territoriale zone
horen bij het grondgebied van de staat.
Ad.2 gemeenschap, de gemeenschap wordt gevormd door mensen die daartoe behoren
vanwege hun afstamming of die op eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben
verkregen. De verbondenheid met de gemeenschap uit zich in nationale symbolen, zoals een
vlag en een volkslied.
Ad.3 gezag, de staat heeft exclusieve zeggenschap op en over zijn hele grondgebied. Het
hoogste gezag van de staat is gericht op het scheppen en handhaven van orde en recht. Om
te voorkomen dat burgers voor eigen rechter gaan spelen, mag alleen het hoogste gezag van
de staat geweld gebruiken (geweldsmonopolie). Staat heeft twee betekenissen. Aan de ene
kant wordt hiermee het land aangeduid dat wil zeggen het grondgebied met de bevolking
van de staat. Tegelijkertijd wordt met de staat ook het gezag in de staat bedoeld, oftewel de
overheid.
Uitleggen wat staatssoevereiniteit inhoudt;
De staat kan in beide betekenissen worden beschouwd als een zelfstandige en ondeelbare
eenheid. Anders gezegd: de staat is soeverein. De staat, is net als een persoon, zelfstandig
drager is van rechten en plichten en als staatsmacht kan optreden in het juridische verkeer
binnen Nederland en in contact met andere staten. Deze erkennen de Nederlandse staat en
moeten het zelfbeschikkingsrecht van Nederland binnen zijn eigen staat en over zijn eigen
staatsgelegenheden respecteren.
De hoofdlijnen van het staatsrecht benoemen;
1) Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden.
2) Handhaving individuele vrijheden van de burger.
3) Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht.
4) Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid.
Aangeven welke staten tot het Koninkrijk der Nederlanden behoren;
Op 15 december 2008 hebben Nederland en zijn staatsrechtelijke partners een akkoord
gesloten over nieuwe staatkundige verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.
Curaçao, Sint-Maarten en Aruba zijn zelfstandige staten binnen het koninkrijk geworden.
Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) hebben de status gekregen van openbaar
lichaam en zijn een soort overzeese gemeenten geworden.
Paragraaf 2.
Enkele rechtsgevolgen van het Nederlanderschap noemen;
1) Nederlanders hebben vrije toegang tot Nederland en mogen hier vrij verblijven. Dit is
nergens in de wet vastgelegd maar historisch zo gegroeid. Nederlanders zijn altijd in
Nederland toegelaten en worden hier nooit uitgezet.
, 2) Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht is ook (grotendeels) van toepassing op
Nederlanders die buiten het territorium van het Koninkrijk bepaalde misdrijven
hebben gepleegd (art.5 Sr). Deze wet heeft exterritoriale werking.
3) Nederlanders worden niet aan andere staten uitgeleverd (dit betekent: overgedragen
om berecht te worden), als niet zeker is dat zij na hun veroordeling hun straf mogen
uitzitten in Nederland (art. 4 Uitleveringswet).
Zie blz. 18 voor alle rechtsgevolgen van het Nederlanderschap.
De begrippen vreemdeling, optieverklaring en naturalisatie uitleggen;
Een vreemdeling heeft de eerste zes rechtsgevolgen, de laatste alleen als hij rechtmatig in
Nederland verblijft. Een vreemdeling is volgens art.1 lid 1 RWN hij die de Nederlandse
nationaliteit niet bezit. Vreemdelingen die voldoen aan de voorwaarden in art.6 RWN
kunnen het Nederlanderschap verkrijgen door optie. De vreemdeling legt op het
gemeentehuis in zijn woonplaats een zogeheten optieverklaring af die na onderzoek door de
burgemeester kan worden bevestigd. Een vreemdeling die niet voor optie in aanraking komt
kan een verzoek tot Naturalisatie indienen bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
die na onderzoek kan instemmen met het verzoek. De vreemdeling moet in een
Naturalisatietoets laten zien dat hij is ingeburgerd in de Nederlandse samenleving.
Aangeven wat diplomatieke bescherming inhoudt;
De Nederlander die in het buitenland gevangengenomen wordt, geniet diplomatieke
bescherming, dat wil zeggen dat vertegenwoordigers van Nederland zich ervoor zullen
inzetten dat hij door de buitenlandse staat goed wordt behandeld. Zij kunnen ook proberen
te bewerkstelligen dat Nederlanders hun straf in Nederland mogen uitzitten.
Uitleggen waarom in Nederland een identificatieplicht geldt en hoe burgers hieraan kunnen
voldoen;
De identificatieplicht geeft aan met welke documenten iemand zijn identiteit, dus ook zijn
nationaliteit, kan aantonen. Dit zij het paspoort, het rijbewijs en vreemdelingendocumenten,
zoals een visum of de verblijfsvergunning. Je moet in Nederland vanaf 14 jaar, zoals
Nederlanders als niet-Nederlanders, een identiteitsbewijs kunnen laten zien bij
politiecontroles.
Het koppelingsbeginsel verklaren;
De Nederlander die in Nederland niet in de noodzakelijk kosten van het bestaan kan
voorzien, heeft volgens artikel 11 lid 1 Participatiewet recht op bijstand van overheidswege.
Voor vreemdelingen geldt echter het zogeheten koppelingsbeginsel. Een vreemdeling die
niet rechtmatig in Nederland verblijft, behalve in uitzonderingsgevallen, geen aanspraak
maken op de toekenning van verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen zoals een
bijstandsuitkering. De rechten van een vreemdeling zijn dus gekoppeld aan zijn rechtmatig
verblijf.
Het verschil uitleggen tussen een visum en een machtiging tot voorlopig verblijf;
Voor een kort verblijf als toerist, voor zaken, familiebezoek, een ziekenhuisopname of iets
dergelijks moet de vreemdeling eerst in zijn eigen land een visum aanvragen bij de
Nederlandse ambassade.
,Met een visum verleent Nederland toestemming aan een vreemdeling om gedurende korte
tijd in Nederland te verblijven. Deze zogenoemde vrije termijn is in beginsel maximaal drie
maanden.
Voor een langer verblijf, bijvoorbeeld voor werk, studie of gezinshereniging, moet de
vreemdeling op een Nederlandse ambassade een zogeheten machtiging tot voorlopig
verblijf aanvragen. In Nederland kan daarna een zogenoemde verblijfsvergunning regulier
worden aangevraagd.
Het verschil uitleggen tussen een verblijfsvergunning regulier en een verblijfsvergunning
asiel en hierbij uitleggen wanneer je recht hebt op welk document;
Naast de regulieren vreemdelingen zijn er vreemdelingen die hun toevlucht zoeken tot
Nederland vanwege een bedreigende situatie of slechte economische omstandigheden in
hun eigen land. Voor deze asielzoekers gelden niet dezelfde toegangsregels als voor de
reguliere vreemdelingen. Asielzoekers moeten een verblijfsvergunning asiel aanvragen in
een Nederlands aanmeldcentrum. Aan de asielprocedure gaat een rust- en
voorbereidingstermijn van zes dagen vooraf. Daarna wordt in een algemene procedure die
maximaal acht dagen duurt aan de asielzoeker duidelijk gemaakt of zijn verzoek om een
rechtmatig verblijf in Nederland kans van slagen heeft.
Paragraaf 3.
Bronnen van staatsrecht noemen en met voorbeelden toelichten;
De rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat vastleggen, worden
constitutie of staatsregeling genoemd. De Nederlandse constitutie is te vinden in de
grondwet, het statuut voor het koninkrijk, in verdragen en in gewoonterecht. Daarnaast
bevatten organieke wetten regels van staatsrecht, behoren de eigen reglementen van de
staatsorganen tot de Nederlandse constitutie en geeft de jurisprudentie een nadere
interpretatie.
o Het statuut voor het koninkrijk der Nederlanden
o De grondwet
o Organieke wetten/reglementen
o Gewoonterecht
o Verdragen en Europese maatregelen
o Jurisprudentie
Toelichting van deze bronnen zie Blz. 24 t/m 27
, Hoofdstuk 2.
Grondrechten in Nederland
Paragraaf 1.
Het verschil uitleggen tussen klassieke en sociale grondrechten;
Grondrechten kunnen worden verdeeld in twee groepen: klassieke grondrechten en sociale
grondrechten. Klassieke grondrechten waarborgen in zekere zin de vrijheden van burgers
die de overheid (zo veel mogelijk) moet respecteren, waardoor voor de burger een
staatsvrije sfeer wordt gewaarborgd (onthouding van bemoeienis). Sociale grondrechten
(1983) vormen als het ware een opdracht voor de overheid om ervoor te zorgen dat er
sociale gerechtigheid heerst in de samenleving en dat iedere burger kan beschikken over
voldoende gezondheidszorg, onderwijs en inkomen zodat hij zichzelf kan ontplooien.
(Overheid moet actief ingrijpen)
(1t/m 18 behalve 16 is klassiek, 16 en na 18 is sociaal in de grondwet).
De verticale, horizontale en rechtstreekse werking van grondrechten beschrijven;
Grondrechten hebben, zoals gezegd, in de eerste plaats hun werking in de relatie tussen de
overheid en de burger. Dan wordt er gesproken van de verticale werking van de
grondrechten.
Ook in de relatie tussen burger spelen grondrechten echter een rol.
De kern van de horizontale werking van de grondrechten, tussen burgers onderling, bestaat
hieruit dat burgers elkaars grondrechten moeten respecteren, maar dat de mate waarin een
grondrecht doorwerkt per situatie kan verschillen.
Grondrechten kunnen betrekking hebben op verschillende situaties. Omdat de maatschappij
voortdurend verandert, zijn grondrechten algemeen geformuleerd en moet de rechter in de
praktijk dikwijls uitmaken wat de precieze betekenis is van een grondrecht in een individueel
geval. De vrijheidsrechten in het EVRM (Europees Verdrag van de Rechten van de Mens) en
het BUPO (internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten) zijn, gelet op
hun inhoud, in de relatie van de burger tot de overheid voor iedereen bindend. Deze
bepalingen zijn self -executing, anders gezegd: zij hebben – in tegenstelling tot sociale
grondrechten- rechtstreekse werking. Dat wil zeggen dat burgers, in de staten die partij zijn
bij het verdrag, bij een inbreuk op hun vrijheidsrechten direct een beroep kunnen doen op
deze bepalingen, ook als lidstaat ze zelf niet heeft vastgelegd in een (grond)wet.
Enkele klassieke grondrechten en de toepasselijke jurisprudentie beschrijven;
Aantal voorbeelden:
Pagina.39/40 Praktisch Staatsrecht 2019, voorbeeld 2.1 is jurisprudentie HR 30 maart 1984.
Pagina 45, voorbeeld 2.5 en 2.6
Pagina 46, voorbeeld 2.7
Pagina 50, voorbeeld 2.11
Pagina 55, voorbeeld 2.12
Uitleggen wat de botsing van grondrechten inhoudt;
Bijvoorbeeld als iemand zich discriminerend uitlaat over een ander met een beroep op zijn
eigen vrijheid van de meningsuiting (art. 7 Gw), dan maakt hij inbreuk op het grondrecht van
de ander om niet gediscrimineerd te worden (art. 1 Gw). ß botsing van grondrechten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur KSophie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.