ALGEMEEN
▪ 2 soorten schapen
o Moeflon en Urialschaap
▪ Urialschaap
o Reeds vroeg ingevoerd in Europa
o Gekruist met Moeflon → ontstaan stamvormen praktisch alle betekenisvolle rassen van huisschapen
▪ Gedomesticeerd schaap
o Lange staart
o Geen hoorns
o Produceren wolvlies (= zorgt ervoor dat wol één geheel blijft)
▪ Hoofdsoorten wilde schapen
o Moeflon: Europese tak (Ovis musimon) + Aziatische tak (Ovis orientalis)
▪ Hoogbenig + draadharige buitenvacht + wolachtige binnenvacht
▪ Grauwbruin tot roodachtig + bleke buik
▪ Sterk naar achter gekrulde horens (kunnen ook bij ooien nog voorkomen)
o Urialschaap (Ovis vignei) (Centraal-Azië)
▪ Kleiner + hoogbenig + slank gebouwd
▪ Draadharige halsmanen + lange staart
▪ Hoorns spiraalvormig + in beide geslachten aanwezig
▪ Voor- en nadeel aan het houden van schapen (in vergelijking met runderen)
Voordeel Nadeel
Alle temperaturen Gedijen minder goed in vochtige/tropische omgeving
Niet veeleisend/ veroorzaken geen erosie Seizoensgebonden voortplanting
Verdeling v/d uitwerpselen gelijkmatiger (→ voordeel Opbrengsten fluctueren en zijn laag
minder vruchtbare gebieden)
Consumptie v/h vlees is geografisch gebonden
Grazen grasmat korter af
Eten geen bladeren (runderen ook niet) Worden gehoed
Staan binnen omheining
Produceren uiteenlopende producten in verschillende
periodes voort
Investering in handenarbeid (bv. scheren) zorgt voor Leven in kuddes → snellere verspreiding ziektes e.a.
risicospreiding
PRODUCTIE SCHAPENMELK
▪ Drinkmelk in Zuid-Europa + Klein-Azië + Zuiden Aziatisch Rusland + Noord-Afrika
▪ Voornamelijk kaasproductie in Europa (vooral in Frankrijk → Roquefort)
o +/- 28 kg kaas uit 100 kg melk
o Lactatieduur 5-6 md (kort in vergelijking met rund en geit)
o Rijkere melksamenstelling
▪ 7.5% melkvet (lammetjes minder melk nodig om zelfde energie als kalf te hebben)
▪ 6% melkeiwit
▪ Hooggeselecteerde rassen (Lacaune) produceren jaarlijks 500-800 kg melk
▪ Kunstmatige inseminatie met sperma van rammen die bewezen hebben (door nakomelingen) goede erfelijke
merkproductie-aanleg te bezitten
, 112
PRODUCTIE SCHAPENVLEES
▪ Slechts in kleine mate gewild (4%)
▪ Moslims → interesse in goedkope reformedieren (= oudere + afgezette dieren) is toegenomen
▪ België: zelfvoorzieningsgraad 20% → veel import
▪ Vleesimport
o Nieuw-Zeeland: 75%
o Australië: 18%
o Groot-Brittannië + Ierland: resterende 7%
▪ Reproductieseizoen (= moment KI of bevruchting): juli tot december (rasafhankelijk)
▪ Inlands geproduceerde slachtlammeren
o Vroege lammeren (paaslammeren)→ 30 – 40 kg
▪ Vroege geboorte (half januari tot half februari) → voornamelijk Hampshire en Suffolk
▪ Groei: 300 g/dag
o Weidelammeren (40 – 50 kg), geboorte eind februari (Texel)
PRODUCTIE SCHAPENWOL
▪ In grote mate gewild (op wereldschaal)
o +/- 70% v/d wereldproductie → in beperkt aantal landen
▪ Australië: +/- 30%
▪ Voormalige Sovjet-Unie: +/ 18%
▪ Nieuw-Zeeland: +/- 12%
▪ Argentinië: +/- 6%
▪ Zuid-Afrika: +/- 4%
▪ Textielindustrie
o Wol niet stelselmatig door kunstvezels vervangen door
▪ Thermisch isolerend vermogen
▪ Lichtheid om dragen
▪ Sterkte + duurzaamheid
▪ Soepelheid + mengbaarheid allerhande kunstvezels
▪ Bestandheid tegen brand
o Wol is stapelproduct → kan worden opgeslagen worden tot later bij ongunstige prijsvorming
o Wilde schapen produceren geen lanoline → produceren ook geen wolvlies (wol valt in plukken v/h schaap bij
scheren)
▪ Leeftijd wordt ingeschat a.d.h.v. gebit
▪ Tandformules zijn dezelfde als het rund (dus ook geen snijtanden in de bovenkaak)
o Melkgebit (20 tanden in totaal)
▪ 4 snijtanden in de onderste kaakhelft
▪ 3 premolaren in de onderste kaakhelft + 3 premolaren in de bovenste kaakhelft
o Volwassen gebit (32 tanden in totaal)
▪ 4 snijtanden in de onderste kaakhelft
▪ 3 premolaren in de onderste kaakhelft + 3 premolaren in de bovenste kaakhelft
▪ 3 molaren in de bovenste kaakhelft + 3 molaren in de onderste kaakhelft
, 113
▪ Wisselen van middelste tanden naar de zijkant
▪ Melksnijtanden
o Vergroten van binnen naar buiten toe
o Duidelijke hals tussen kroon en wortel
o Groeien langer door dan bij het rund
▪ Heel frequent afwijkingen aan gebit (bij sterk bevleesde rassen)
o Snoeksbek
o Varkensbek
KLEUR VAN HET HAARKLEED
▪ Is dikwijls een raskenmerk
▪ Uniform wit: alle wolschapen en veel zware vleesrassen
▪ Witte vacht met
o Gekleurde kop en ledematen (Suffolk, Hampshire)
o Alleen een zwarte kop (Persian blackhead, Somali)
▪ Uniform zwart of bruin: eventueel homogeen vermengd met wit (grijsroeaan of bruinroeaan)
▪ Onregelmatige bontpatronen: komen voor bij primitieve schapenpopulaties
ENKELE ALGEMENE BEOORDELINGSCRITERIA
GEBRUIKSTYPEN – ALGEMENE BEOORDELING
▪ Vlees- en melktype
o Algemeen uitzicht zoals rund
o Vleesschapen: gedrongen, middenlijnig (middelmatig lang)
o Melkschapen: langlijnig
▪ Woltype
o Hoogbenig
o Midden- of langlijnig
o Schraal gespierd
o Soms huidplooien
▪ Tweeledig doel: intermediaire exterieurtypen
▪ Dikbiltype: Dorset schapen door callipygegen, vlees is taai en grof-vezelig
o Edele stukken: bout (bil), zadel (lenden en kruis), rugstuk (koteletten), schouder
o Ook SEUROP classificeringssysteem zoals het rund
o Waardeloos depotvet (typisch voor schapen) wordt vroegtijdig afgezet
BESPREKING VAN ENKELE AFZONDERLIJKE LICHAAMSSTREKEN
KOP
▪ Vorm meestal rastypisch + beïnvloed door geslacht
o Kortlijnige vroegrijpe rassen: kort + breed
o Langlijnige rassen: langer
o Rammen: soms erg convexe ramsneus
▪ Voorhoofd: wel of niet met wol begroeid (vormt raskenmerk)
▪ Hoornen zijn rastypisch
o Vormen die voorkomen
• Spiraalvormig
• Schuin
• Kurkentrekkervormig
• …
o Vertonen altijd dwarse inkepingen → zijn niet bruikbaar voor leeftijdsbepaling
o Meeste rassen: beide geslachten zijn hoornloos
• Merinos-ras
▪ Ram = gehoornd
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celineafroditidemunter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.